Article header background
Terug naar overzicht
Marc Christiaens
image

27ste zondag door het jaar

Wat God verbonden heeft... (Mc. 10,2-12 ; Gen. 2,18-24)

"Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?"

Jezus beantwoordt deze vraag van de farizeeën niet met: "Echtscheiding is verboden". Hij zegt: "Wat God verbonden heeft mag een mens niet scheiden".

Op het eerste gezicht lijkt dat ongeveer hetzelfde. Maar dat is het niet. De farizeeën zouden graag gehoord hebben dat Jezus zei: "Nee, verstoten mag niet want een eenmaal geldig gesloten huwelijk is onontbindbaar". Dat antwoord zou immers een afwijzing geweest zijn van de toen geldende huwelijkswetgeving, een afwijzing dus van Mozes, aan wie de joodse huwelijkswetgeving werd toegeschreven. Door een wig te drijven tussen Jezus en de hoog geprezen Mozes, zouden zij Jezus in diskrediet hebben kunnen brengen op het publieke forum.

image

Maar Jezus begeeft zich niet op het pad van de wet. Wat er omgaat in je hart is iets heel anders. Jezus was verstandig genoeg om te weten dat wettelijke regelingen (ook inzake huwelijk en scheiding) noodzakelijk zijn om in de samenleving orde op zaken te stellen, om het verkeer tussen mensen ordelijk te laten verlopen, om de een te beschermen tegen de willekeur van de ander.

Waar het Jezus in de eerste plaats om gaat is liefde. Liefde is primair een zaak van het hart, en wetten kunnen de zaken van het hart niet regelen. Hij is ervan overtuigd dat vragen zoals 'wat doet wederzijdse liefde echt deugd?' of 'wat doet daar afbreuk aan?' veel juister, veel warmer, veel diepgaander beantwoord kunnen worden door een rechtgeaard liefhebbend hart, dan door het kille verbod op echtscheiding. Hij gelooft dat mensen die echt van elkaar houden, in hun hart heel goed weten hoe zij met elkaar moeten omgaan. En dat dit niet vast te leggen is in wetten en regels. Liefde is een paradijselijke ervaring, staat dicht bij het paradijs, staat dicht bij de mens in zijn oorspronkelijke zuiverheid.

Daarom grijpt Jezus terug naar het tafereel van de schepping, naar het paradijs van de ongeschonden liefde, dat als een levende herinnering in ons hart en in ons geweten woont, dat als 'beginsel' van waarheid, van Gods waarheid, de fijngevoelige antenne is die oriëntatie geeft aan een liefhebbend hart. Jezus zou willen dat, telkens als ‘huwelijk' ter sprake komt, de beelden van de aanvangstijden voor onze ogen zouden oprijzen. Hoe Adam in het paradijs, vol verlangen uitkijkend naar een levenspartner, alle levende wezens opzoekt, hen leert kennen, hun een naam geeft... maar toch verschijnt er aan zijn zijde geen die aan hem gelijk is. Pas na een lange slaap wordt hem van Godswege een gezel voor het leven aangereikt. Een wezen zoals hij, uit hetzelfde vlees - vlees en been genomen vlak bij zijn hart - en toch zo gans anders, een vrouw, 'mannin' zoals Adam haar noemt.

Als de farizeeën komen aandraven met echtscheidingsregels wuift Jezus dat dus weg: "Neen, zo was het niet vanaf het begin. God heeft geen scheidingsregeling gemaakt. In het begin schiep God man en vrouw, als wezens die elkaar nodig hebben om zich te ervaren als ‘volledig’ en om het leven te kunnen beleven als een geschenk van genade. Zo heeft God het bedoeld." En het is die Godsbedoeling die de levende liefde van alledag in de juiste banen moet leiden. Op basis van diezelfde Godsbedoeling moeten we ook oplossingen proberen te vinden voor de problemen die het huwelijksgeluk verstoren. Wetten kunnen geen oplossingen aandragen. Wegen naar oplossingen kunnen alleen ontdekt worden als ze gezocht worden door mensenharten die zich het beeld van het paradijs blijven herinneren: zo was het oorspronkelijk bedoeld, zo zou het eigenlijk nu moeten zijn. Het liefdesverbond dat zich daaraan spiegelt, mag de mens niet scheiden. Dat is geen wet - ook geen kerkelijke wet - maar een opdracht. Twee, die elkaar niet meer kunnen zoenen, maar zich nog wel herinneren dat Adam en zijn mannin hun levensverbond met een zoen bezegelden, weten dat vergeving en verzoening nieuwe adem geeft om elkaar zoenend terug te vinden. Dit weten, en dit weten creatief blijven koesteren, dat is huwelijkstrouw zoals het evangelie ons die voorhoudt.

Mensen die zich dat paradijsgeluk niet meer samen kunnen herinneren, weten niet meer waaraan ze trouw moeten zijn. Waar de liefde onherroepelijk haar ziel verloren is, is trouw een leeg begrip geworden. Zich krampachtig vasthouden aan lege trouw is geen evangelische deugd. 'Trouw', volgens de Blijde en Bevrijdende boodschap van Jezus, is een kracht die liefde kan bezielen en mensenharten kan verwarmen.

Inspiratiebron:Drewermann, Eugen,Beelden van verlossing. Toelichtingen op het evangelie van Marcus, Zoetermeer, Meinema, 19923, blz. 131-137.

Fotocredit: iStock /AntonioGuillem