Article header background
Terug naar overzicht
Dolf Niessen
image

30ste zondag door het jaar

Bij het laatste bezoek van paus Franciscus waren ze op TV weer goed in beeld: de royals van België en Luxemburg. Een herinnering kwam op van oktober 2012, toen we konden kijken naar het huwelijk van erfgroothertog Guillaume van Luxemburg met de Belgische gravin Stefanie de Lanoy. Ik herinner me de feestelijke beelden.

De kathedraal van Luxemburg van boven tot onder versierd, koninklijke gasten uit heel Europa. De aartsbisschop met zijn voorganger, de abt van Clerveaux, de pauselijke nuntius, een kring van assistenten. Orgel, orkest, twee koren. De tv presentator noemde het toen een prachtige, maar ernstige plechtigheid, ingetogen, met weinig uiterlijke emoties.

image

In beeld was de katholieke kerk in een van haar luisterrijke gedaanten.

In de preek had de pas aangetreden aartsbisschop er moeite mee om door te steken naar de kern, voorbij alle traditionele ceremonies en praal. Hij ging met twee prachtige jonge mensen op weg naar de kern van hun leven. Het paar had gekozen voor het hooglied van de liefde, de bekende lezing van Paulus, en als evangelie de zaligsprekingen, het begin van de bergrede.

In zo'n koninklijke omgeving, vol kleur en licht, waar je zo wordt afgeleid door alle uiterlijkheid, juist daar proberen door te stoten naar de kern: dat is een hele toer. De predikant deed dat, hij gaf die twee de raad mee: “Ga samen de berg op en leer kijken met de ogen van de Heer. Dan zul je zien: zalig zijn ze, de treurenden, de zachtmoedigen, de hongerigen en de dorstigen, de zuiveren van harten, de vredestichters, de vervolgden.... “ In die omgeving de extra verrassende tekst van het begin van de bergrede van de Heer: ga met Hem samen de berg op en zie met de ogen van de Heer.

En wonderlijk genoeg: door alle pracht en praal heen kwam ineens toch het hart van de kerk in het vizier: de kerk in haar oorspronkelijke gedaante: eenvoudig en eerlijk, onthutsend arm en broos. De kerk op haar best.

Leren zien met de ogen van de Heer. Ik denk, dat het daarover ook gaat op deze zondag. "Wat wil je dat ik voor jou doe?" "Rabboeni, maak dat ik zien kan."

Leren zien. - Er gebeurt van alles in dit Marcusverhaal. Er gebeurt van alles met Jezus, met de menigte, met de blinde en met ons. Dit verhaal is op de huid geschreven van iedereen die zich in een Bartimaeus-achtige situatie bevindt, en dat zijn wij allemaal.

Er komt een stoet pelgrims voorbij: zingend en pratend. Zij kennen blijkbaar de weg, zij hebben geloof. Bartimaeus niet. Hij kan niet meekomen. Hij hoort alles, maar staat erbuiten. - Heb je zo wel eens in de kerk gezeten? Je voelt je alleen en buitengesloten. Ben jij de enige die het allemaal niet ziet? God, dat ik toch kon meekomen...

Wie gaat daar vooraan, wie is dat? Dan komt het contrast: de zienden zeggen: o, dat is Jezus van Nazareth. Dat is de Jezus, die wij allemaal kennen, toch? Maar de blinde Bartimaeus roept: Jezus, zoon van David. - Weten die zienden wel met wie ze op stap zijn? Hebben ze wel verwachtingen van Hem?

De zienden snauwen de blinde toe, dat hij moet zwijgen. Wat een cynisme en een gebrek aan hoop laten die zienden daarmee los.

Dan doet Jezus iets geniaals. Hij loopt niet naar Bartimaeus toe. Hij buigt zich niet liefdevol over hem heen. Nee, Jezus staat stil en zegt tegen die zogenaamde zienden: Roep hem. En ineens gaan de ogen van de zogenaamde zienden open: ze zien ineens niet meer een probleemgeval, een dissonant in hun eigen geloofsleven: ze zien Bartimaeus. En opeens is het: Heb goede moed, sta op!, hij roept je.

Jezus had natuurlijk naar Bartimaeus toe kunnen lopen. Vol verwijten voor zijn ongelovige volgers. Maar dit is beter: de hele menigte wordt ziende. En Bartimaeus staat op, zo vlug, dat zijn mantel afwaait.

Jezus vraagt: ‘Wat wil je dat ik zal doen?’ - Die vraag alleen al drukt de ander op zijn eigen verantwoordelijkheid. Hij wordt betrokken in zijn eigen genezing. - ‘Meester, maak dat ik zien mag.’

‘Ga maar, je geloof heeft je genezen’. - Het is alsof Jezus krachten mobiliseert die al in de mensen en in Bartimaeus scholen. Kracht van de geest.

En Bartimaeus kon weer zien. Hij volgde Jezus op diens weg. Want Bartimaeus zat blind langs de weg. En wat hij zocht was niet zozeer zijn eigen genezing, maar de weg. En die vond hij: de weg van Jezus, zoon van David. Hopelijk zal Bartimaeus langs die weg echt leren zien met de ogen van de Heer.

Zoals de erfgroothertog van Luxemburg en zijn bruid, zoals de aartsbisschop die moest preken in de overweldigende praal van de bruiloft, en zoals wij allen in onze sobere zondagsviering.

Heer, maak dat wij kunnen zien, leer ons zien zoals U.

Fotocredit: iStock / Motortion