Article header background
Terug naar overzicht
Dolf Niesen
image

Eenentwintigste zondag door het jaar

Jezus trekt rond door steden en dorpen. Hij geeft onderricht. Onderweg naar Jerusalem. Hij doet niet anders, zegt Lukas. Jezus is voortdurend aan het woord.

image

Fotocrediet : Lawrence Lew op

Jezus trekt rond door steden en dorpen. Hij geeft onderricht. Onderweg naar Jerusalem. Hij doet niet anders, zegt Lukas. Jezus is voortdurend aan het woord. Alleen zijn publiek wisselt: telkens andere hoorders. En opvallend is: het gaat in het Jezusverhaal van Lukas heel vaak over maaltijden. Dat zijn maaltijden waar Jezus zelf aan deelneemt en maaltijden waarover wordt verteld. Maaltijden zijn blijkbaar van belang. “Zij zullen aanzitten in het koninkrijk van God” horen wij vandaag. Een groot goed blijkbaar.

Daar kun je wel in komen. Een gastmaal is vaak symbool van saamhorigheid.

Met elkaar aan tafel valt er iets te vieren samen, er is iets te gedenken. Of je wil wat nader tot elkaar komen. Soms worden er maaltijden gepland bijvoorbeeld om deals te sluiten of om familieruzies te verzoenen. Er was ooit een tv-programma waarbij je dat kon mee beleven. Er werden mensen die in onmin waren met elkaar aan tafel uitgenodigd: we wachtten vol spanning af: komen ze wel of komen ze niet.

Ben je met elkaar feestelijk aan tafel dan gebeuren er speciale dingen. Er wordt van alles uitgewisseld, er wordt gezongen, getoast en gemusiceerd. Er wordt gegeten en gedronken. Vaak in opperbeste stemming.

Met dat accent op maaltijden lijkt Lukas te suggereren dat Jezus door zijn onderricht een verdeelde gemeenschap wil samenbrengen. Hij wil rivaliserende groepen aan één tafel krijgen. Laatsten en eersten, armen en rijken, marginalen en bevoorrechten, zondaars en schriftgeleerden.

Zoals het lied zingt, geïnspireerd door Jesaja 66,:

“De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan,
van spijs en merg, van uitgelezen wijnen.
Van heind’ en ver zal men aan tafel gaan:
de Heer is gul en goed voor al de zijnen.“ GvL nr 587

image

fotocrediet : Lawrence Lew op

Onder andere daarom is met name de eucharistie als heilig gastmaal het grote teken van de christenheid geworden. Teken van eenheid en saamhorigheid. Hoe verschillend wij mensen ook zijn, wie deelneemt aan de tafel van de Heer vindt in de ander zijns of haars gelijke. Deelnemers aan de tafel des Heren worden er broeders en zusters in Christus. De metselaar en de architect, de caissière en haar manager: ze schuiven aan en worden daarmee tafelgenoten van de Heer en van elkaar. Wij verenigen ons in het ene geloof, wij zijn uitgenodigd, wij nemen onze plaats in. Iedereen is welkom, voeg je in de kring.

“Neemt Gods woord met hart en mond,
eet en drinkt zijn nieuw verbond,
gedenkt uw Heer totdat Hij wederkomt.” GvL nr 502

En breng aan de tafel des Heren gerust alles mee, wat jou tot mens maakt.

Kom met hart en ziel, met lijf en leden, met je hebbelijkheden en je onhebbelijkheden. Maar laat in ‘s hemelsnaam thuis: alle zelfgenoegzaamheid en iedere vanzelfsprekendheid. Want hier aan tafel geldt maar één wet: alles is genade. Je kunt nooit zeggen: ja maar het is toch vanzelfsprekend dat ik aan tafel verschijn, ik hoor toch tot de vaste groep, de kennissenkring van onze Heer. En ik heb toch alle kwaliteiten? Allemaal goed en wel, maar aan deze tafel geldt maar één wet: het is allemaal genade.

Over die maaltijd des Heren heeft Thomas van Aquino ooit een opmerkelijke antifoon geschreven. In Gregoriaanse oren heel bekend.

O sacrum convivium, in quo Christus sumitur;
recolitur memoria passionis ejus;
mens impletur gratia;
et futurae gloriae nobis pignus datur.

O heilig gastmaal, waarin wij Christus tot ons nemen,
waarin de gedachtenis van zijn lijden herinnerd wordt,
waarin ons innerlijk vervuld wordt met genade,
en ons het onderpand wordt gegeven van heerlijke toekomst.

Ons wordt het onderpand gegeven van alle prachtigs dat ons te wachten staat. Zeg maar: de plechtige toezegging van het koninkrijk van God, van Zijn koningschap in deze wereld. Dat onderpand, die plechtige toezegging, heeft de vorm van een maaltijd. Beeld van het gastmaal van de Heer, waarover het evangelie vandaag opmerkelijke dingen zegt. Het lijkt of er vóór dat gastmaal daarbinnen nog een deur zit. Blijkbaar een nauwe deur. En het is niet makkelijk om binnen te komen via die deur. Het is een deur die toegang verleent maar ook kan buitensluiten. Het is een deur die op een kier laat zien wie daarbinnen aanzitten. Er zijn mensen die naar binnen kunnen kijken en daar alle gasten aan tafel zien, maar zelf buiten moeten blijven.

Zou het evangelie vandaag bedoelen te zeggen: de Heer sluit niemand uit. Maar het zou wel eens kunnen zijn, dat mensen zichzelf buitensluiten. Anders gezegd: je moet er wel wat voor doen als je wil aanzitten aan het gastmaal van de Heer.

Ik kan me nooit beroepen op vanzelfsprekendheid. Ik kan nooit een plaats aan tafel claimen. Dat alles telt niet. Het enige wat telt is: in alle deemoed open willen staan voor zijn genade. In zijn antifoon zegt Sint Thomas: ons innerlijk wordt vol van genade.

Het evangelie zegt: “Er zijn laatsten, die eersten en eersten die laatsten zullen zijn.” –

Dus: kies de goede plaatsen en geef je hart aan God!

image

Fotocrediet : Lawrence Lew op