Onze harten kunnen vermoeid raken, verlangend naar de vreugde en verwachting van Pasen. Toch worden we hier vandaag, te midden van onze boetedoening, herinnerd aan de naderende komst van de Goede Week, een tijd waarin we diep nadenken over de passie, dood en verrijzenis van onze Heer Jezus Christus. De lezingen die we hebben gehoord spreken tot ons over tijd – Gods vastgestelde tijd, het uur van Jezus’ verheerlijking en de betekenis van het volgen van Christus tot in de dood. In deze passages vinden we diepgaande lessen over leerlingschap, opoffering en de transformerende kracht van Gods liefde.
De profeet Jeremia voorspelt de komst van een nieuw verbond, een verbond dat niet gebonden is aan uiterlijke wetten, maar geschreven staat op de harten van Gods volk. Dit nieuwe verbond betekent een diepe intimiteit tussen God en de mensheid, waar Gods wet een intrinsiek deel van ons wezen wordt. Het is een verbond van vergeving en verzoening, waarin God onze zonden niet in herinnering roept. Deze belofte van vernieuwing spreekt tot het diepe verlangen in ieder van ons naar transformatie en verlossing.
In de Brief aan de Hebreeën worden we herinnerd aan de gehoorzaamheid van Christus tot in de dood en zijn rol als de bron van eeuwige verlossing. Jezus, de Zoon van God, leerde gehoorzaamheid door te lijden en in zijn perfecte gehoorzaamheid werd hij het middel waardoor de hele mensheid verlossing kan vinden. Zijn offerdood aan het kruis opent de weg voor ons om de volheid van het leven in verbondenheid met God te ervaren.
In het evangelie van Johannes ontmoeten we de Grieken die Jezus komen zoeken. Hun komst geeft de universele reikwijdte van de missie van Christus aan: redding brengen, niet alleen aan de Joden maar aan alle volken. Jezus reageert op hun verzoek door te verkondigen dat het uur van zijn verheerlijking is aangebroken. Hij gebruikt de metafoor van een graankorrel die op de grond valt en sterft om veel vrucht voort te brengen – een treffend beeld van de paradox van het christelijke leven. Net zoals Jezus zijn naderende dood omarmde omwille van de mensheid, zo zijn ook wij geroepen om te sterven aan onszelf om vrucht te dragen voor het Koninkrijk van God.
Terwijl we over deze lezingen nadenken, worden we uitgedaagd om ons eigen leven te bekijken en na te denken over hoe we ons leerlingschap vervullen. Zijn we bereid Jezus te volgen, zelfs als dat betekent dat we het kruis moeten omarmen? Zijn we bereid te sterven aan onze eigen ego verlangens en ambities om God en anderen te dienen?
Het beeld van de graankorrel biedt ons een krachtige metafoor om de christelijke reis te begrijpen. Zoals de graankorrel op de grond moet vallen en sterven om vrucht te dragen, zo moeten ook wij onszelf volledig overgeven aan Gods wil. Het is in het verliezen van ons leven aan onze ego-ambities omwille van Christus dat we werkelijk leven vinden – een overvloedig en eeuwig leven.
Laten we, nu we het hoogtepunt van de vastentijd naderen en ons voorbereiden op het ingaan van de Goede Week, nadenken over het voorbeeld van Christus’ gehoorzaamheid en opofferende liefde. Mogen wij, net als hij, bereid zijn ons leven neer te leggen ten dienste van anderen, vertrouwend op de belofte van verrijzenis en de uiteindelijke overwinning van de liefde op de dood.
Laten we bidden om de genade om het uur van de verheerlijking te omarmen, wetende dat we door onze eigen kleine offers en daden van liefde deelnemen aan het verlossende werk van Christus. Moge God ons de moed en kracht geven om Jezus te volgen waarheen Hij ons ook leidt, vol vertrouwen in de hoop op eeuwig leven.
Amen.