Gonny Verspeek werd op 5 juni 1937 in Kethel en Spaland (nabij Schiedam) geboren, als achtste in een gezin van tien kinderen. Het katholieke geloof was in dat gezin ‘even vanzelfsprekend als de dagelijkse boterham’, zo vertelde ze enkele jaren geleden in een interview voor Radio Rijnmond aan haar neef Paul Verspeek.
Zuid-Afrika
Op 1 oktober 1955 trad Gonny Verspeek in op Albertushof in Venlo, de enige vestiging in Nederland van de congregatie van de Zusters Dominicanessen van de heilige Catharina van Siena, die haar moederhuis heeft in King Williams Town in Zuid-Afrika. Het hartsverlangen van zuster Margo – de nieuwe naam die zij bij haar intrede ontving – was om naar de missie in Zuid-Afrika te mogen vertrekken. Het was een enorme klap voor haar dat door omstandigheden in Zuid-Afrika dit plan niet door kon gaan. Ze bleef in Venlo en kwam in het onderwijs en de kinderopvang te werken. Met veel voldoening was ze ruim dertien jaar actief in ‘Kindervreugd’, het dagverblijf voor geestelijk gehandicapte kinderen dat in 1965 op het terrein van Albertushof werd opgericht.
Eind jaren zeventig nam haar arbeidzame leven een wending. Na een studie theologie werd ze pastoraal werker in de Andreasparochie in Velden. “Tegen de zin van bisschop Gijsen van Roermond. Daar heb je het weer: de regels die belangrijker zijn dan het leven dat de wetten maakt. Gelukkig zat daar een priester die ooit bij Gijsen was weggegaan en die kon het niks schelen.”
Zuster Margo werd in de parochie zeer gewaardeerd. Begin 1999 vertrok ze alsnog naar Zuid-Afrika, waar ze zes jaar lang deel uitmaakte van het hoofdbestuur van haar congregatie. “Maar ik heb daar niet mijn glorietijd gehad. Het was toch wel een cultuurshock. Ik heb twee keer een pistool op mij gericht gehad bij een beroving.”
'Moeder overste' en het DBB
Enigszins opgelucht keert Margo in 2005 terug naar Albertushof. Ze is een steunpilaar voor de kleiner wordende en kwetsbare communiteit. Ze is ook bezieler en voorganger van de gemeenschap die op zondag samen in de kapel van Albertushof de liturgie viert. Daarnaast is ze ‘moeder overste van Europa’, dat wil zeggen: coördinator van de zusters van King Williams Town in Engeland, Ierland, Zwitserland en Nederland. In Nederland is zij een warm pleitbezorgster van de idee van de ‘Dominicaanse Familie’: het samen optrekken, op voet van gelijkheid, van zusters, broeders en leken. De regionale Dominicaanse Familie-groep vond onder haar leiding in Albertushof een thuis. Ze ondersteunde van harte de oprichting, in 1999, van de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland en was decennia lang, tot haar overlijden, voorzitter van het Dominicaans Besturen Beraad. Zo hield zij de dominicaanse fakkel brandend.
“Ik ben blij dat ik een Verspeek ben”, bekende ‘tante Gonny’ aan haar neef Paul. “Wij zijn geen fiemels, geen religieuze hoogvliegers, we zijn niet van al die devoties, daar zijn we te nuchter voor, met beide benen op de grond.”