Kennismaking | een eerste oriëntatie

De eerste stap is natuurlijk dat je de broeders en de orde leert kennen. Misschien ken je een broeder persoonlijk of bezoek je geregeld een van de gemeenschappen of parochies waar dominicanen werken. Via de promotor voor de roepingen kunnen je een afspraak maken voor een kennismakingsgesprek. Hij kan je meer vertellen over de dominicanen in België en Nederland, waar we te vinden zijn en wat we doen. Ook kan hij je helpen in contact te komen met andere dominicanen en met de kloosters in onze provincie. Het is in deze fase altijd mogelijk om in een van onze klooster een paar dagen mee te leven, zodat je een (eerste) indruk krijgt van het leven in een dominicaanse kloostergemeenschap.

image

Onderscheiding | verdere kennismaking en verdieping

Na een eerste kennismaking begint meestal een wat langer proces waarin je verder overweegt of het dominicaanse leven werkelijk je roeping is. Dit proces noemen we onderscheiding, je probeert te ontdekken of God van je vraagt om deze levenskeuze te maken. Het is in deze periode raadzaam om diverse kloosters te bezoeken.De promotor voor de roepingen kan je hierbij begeleiden ook kan hij je suggesties aan de hand te doen. In deze fase van het onderscheidingsproces is hij je contactpersoon. De promotor voor de roepingen is op dit moment fr. Michael-Dominique Magielse o,p. Je kunt hem via de mail bereiken.

Aannameprocedure | op weg naar het noviciaat

Als je na een periode van onderscheiding en kennismaking het gevoel hebt dat God je werkelijk roept tot het leven als dominicaan dan volgt er een procedure om aangenomen te worden tot het noviciaat, het eerste jaar in de orde. Tijdens de aannameprocedure hebt je contact met wat we noemen de onthaalgroep. Dat is een aantal broeders met wie je gesprekken hebt over je roeping en je verlangen om dominicaan te worden. Je bezoekt onze kloosters en een gesprek met een psycholoog maakt deel uit van de procedure. Aan het eind van de procedure komt de onthaalgroep bij elkaar en brengt een advies uit aan de provinciaal overste. Die beslist of een kandidaat kan worden toegelaten tot het noviciaat. De hele procedure neemt al snel een paar maanden in beslag. Het noviciaatsjaar begint meestal in september,

Veel gestelde vragen


Welke eisen worden er aan kandidaten gesteld?

We vragen dat kandidaten vóór hun intreden een bachelordiploma hebben hebben afgerond. Van alle kandidaten wordt een goede lichamelijke gezondheid verwacht, evenals psychologische en emotionele rijpheid en de bereidheid om met anderen in een gemeenschap samen te leven. Mannen die op latere leeftijd katholiek zijn geworden komen normaal gesproken in aanmerking zich aan te melden tenminste drie jaar na hun toetreden tot de Kerk.

Hoe oud moet ik zijn om toegelaten te worden?

Dit verschilt soms per provincie (regio) in de orde. In onze provincie moet je minimaal 21 jaar en maximaal 50 jaar zijn. Soms zijn er uitzonderingen mogelijk, dat wordt per geval bekeken en beoordeeld.

Moet ik gelovig zijn?

Om in te treden als dominicaan moet je katholiek gedoopt zijn en ook de sacramenten van de eerste communie en het vormsel hebben ontvangen. Bij het onderscheiden van een roeping is gebed een belangrijk onderdeel, dit veronderstelt een gelovige levenswijze.

Ik heb studieschulden, kan ik wel intreden?

Als je al een (bachelor-) studie afgerond hebt, kan het zijn dat je een studieschuld of wellicht andere schulden, zoals een hypotheek, hebt opgebouwd. Afhankelijk van de hoogte van de schuld zal beoordeeld worden of dit het intreden in de orde in de weg staat.

Ik heb een relatie, kan ik dan wel dominicaan worden?

Dominicanen leven celibatair, dat wil zeggen zonder een exclusieve relatie. Ze wijden hun leven toe aan God. Spreekt een leven zonder relatie jou niet aan, dan kan dit een teken zijn dat je niet bent geroepen tot het religieuze leven, maar wellicht meer tot het huwelijk.

De roeping van Jeremia

“Voordat Ik u in de moederschoot vormde, koos Ik u uit; voordat ge geboren werd, bestemde Ik u voor Mij; (...).
Ik zei: `Ach, Heer, ik kan niet spreken; ik ben veel te jong.' ”

Jeremia 1: 4-6

image