Regel met ruimte

Na het Vierde Concilie van Lateranen (1215) mocht (of moest) Dominicus van paus Innocentius III kiezen tussen drie lang bestaande regels voor het religieus leven. Dominicus overlegde met zijn eerste groep volgelingen en koos voor de regel van Augustinus. En wel om twee belangrijke redenen: om wat deze regel zei en om wat deze regel niet vermeldde.

De regel van Augustinus gaat over een op de eerste apostolische kerkgemeenschap geïnspireerd samenleven met gemeenschappelijk gebed, apostolische werkzaamheid, en aandacht voor zieken en ouderen. Er staat echter niets in over de vorm van het bestuur.

Drie criteria

Dat gaf Dominicus de ruimte om een echte democratische orde op te bouwen, met wat later meer structureel werd geformuleerd en uitgewerkt met drie dimensies of criteria:

– successie (opvolging): niemand vervult voor (te) lange tijd en zeker niet voor heel zijn leven dezelfde functie;

– subsidiariteit: functies en taken worden verdeeld, met veel vrijheid voor lokale gemeenschappen;

– dialoog: samenspraak en inspraak via gestructureerde kanalen en organismen van groepen van raadgevers (concilies), lokale, provinciale en generale kapittels en andere soorten van speciale vergaderingen, waar iedereen recht van spreken heeft. Daarom ook worden in de orde oversten gekozen door de basis.

Autonoom en gemeenschappelijk

De regel bood bovendien de ruimte voor nieuwe inzichten, zoals de openheid voor actieve deelname van vrouwen en leken aan de orde: autonoom, maar met een gemeenschappelijke zending. Vanwege deze inspiratie viert de Orde de gedachtenis van Augustinus als liturgisch feest.

Baltasar Hendriks o.p.