Perquin was spits. In 1921 organiseerden de franciscanen een bedevaart naar Bologna vanwege het zevende eeuwfeest van de dood van Dominicus. Perquin zette onmiddellijk de tegenaanval in. De dominicaanse bedevaart was duurder, bedoeld voor hoger opgeleide katholieken, stond onder geleerde begeleiding en ging ook naar Rome. ‘Perquin deed er alles aan om ervoor te zorgen dat “onze bedevaart gedistingueerder en voornamer lykt” dan die van de franciscanen’, schrijft Marit Monteiro in Gods Predikers.
Hij was al zestig jaar oud toen hij kennismaakte met het nieuwe medium radio. Hij zag de mogelijkheden ervan en legde in 1925 de basis voor de Katholieke Radio Omroep.
Overigens had Perquin in 1920 het advertentieblad De Bazuin al omgevormd tot een degelijk tijdschrift voor geloof en theologie. Het blad is de voorloper van het huidige opiniemagazine Volzin, dat tot half 2020 door een dominicaan geleid wordt, Jan van Hooydonk, die lid is van de dominicaanse lekengemeenschap.
Perquin wilde datzelfde voor de Katholieke Radio Omroep: het kon een groter publiek dan ooit mogelijk was bereiken met geloofsverdediging, verkondiging en een gefundeerde theologische meningsvorming. Hij had er geen moeite mee om te stellen dat Nederland niet overspoeld moest worden door dominees met hun verkeerde leer.
Als een echte ‘roomse sjouwer’ regelde Perquin zendtijd en financiële middelen die voor uitzending nodig waren. Hij was geen gemakkelijk man: gedreven, zijn zaken liefst zelf regelend, kort van stof en vaak ongeduldig. Perquin kon anderen opjagen en druk opbouwen.
Terwijl de onderhandelingen over de inrichting en de financiering van het toekomstige omroepbestel nog in volle gang waren, ging Perquin op 4 oktober 1925, Rozenkranszondag, de ether in met de eerste uitzending: vanuit de Dominicuskerk in Amsterdam werd de anderhalf uur durende hoogmis uitgezonden. Perquin zelf preekte over Maria.