Een artikel over hem had pater Nic Apeldoorn zelf niet nodig gevonden. Bij zijn zilveren priesterfeest maakten student-broeders voor hem een extra uitgave van het dominicaanse studentenblad Vinculum. Dat vond hij te veel eer: hij was ‘gewoon’ in het verzet gegleden en na de oorlog ‘gewoon’ weer aan het werk gegaan als pastor.
Nicolaas Gerardus Apeldoorn kwam uit een aannemersgezin. Na de lagere school doorliep hij het Dominicus College in Nijmegen en trad toe tot de Orde der dominicanen.
Hij werd in 1933 tot priester gewijd en in 1934 benoemd tot kapelaan aan de Provenierskerk in Rotterdam, belast met jeugdwerk. Tevens werd hij leraar godsdienst en maatschappijleer aan de ambachtsschool. In 1940-1941 werd hij moderator van de verpleegsters van het St. Franciscus Gasthuis.
Na het bombardement van mei 1940 was Rotterdam ontredderd. Toen het puin was weggeruimd werd, net als elders in Nederland, de bezetting gaandeweg grimmiger. Veel jongeren werden gesommeerd in Duitsland te gaan werken. Apeldoorn was er beducht voor dat zij daar geïnfecteerd zouden worden met de ideologie van het nazisme.