Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd ook Italië betrokken in het wereldconflict (1915). Pier Giorgio toonde zich direct bereid te sterven ‘om de oorlog te beëindigen’. Wegens niet al te beste studietalenten studeerde hij twee jaar (1917-1918) bij de bekend staande privéschool van de jezuïeten in Turijn. Hier ontdekte hij dat met toeleg en overgave goede resultaten kunnen worden geboekt.
Na zijn pubertijd schreef hij zichzelf in bij het Politecnico van Turijn, waar hij geïnteresseerd raakte in het charisma van Dominicus en zijn Orde. Tegen de plannen van zijn ouders in koos hij voor de richting van inginería industrial mecánica en raakte betrokken met de arme arbeiders in de mijnen.
In 1922 schreef hij zich in bij de lekentak van de dominicanen, waar hij zijn ‘gelofte’ deed in 1923 onder de naam van ‘Fra Jeronimo’, ter herinnering aan zijn idool Geronimo Savonarola. Het geld dat hij van zijn ouders kreeg, besteedde hij dat aan projecten van solidariteit, want, zei hij, ‘als ik de behoeftigen help, help ik Jezus’.
Bekend werd deze veelbelovende jongeman als lid van de Italiaanse pro-katholieke ‘Partij van het Volk’ en als medeoprichter van het nieuwblad ‘Momento’, met speciale aandacht voor de thema’s van de sociale Encycliek Rerum Novarum. Vanwege zijn politieke opstelling en deelname aan jeugdmanifestaties belandde hij enkele malen in de gevangenis, door toedoen van de zwarthemden van Mussolini.
Pier Giorgio kreeg acute polio, vermoedelijk door zijn veelvuldig contact met armen in de sloppenwijken. Op 24-jarige leeftijd overleed hij, op 4 juli 1925.
Op 20 mei 1990 werd hij zalig verklaard door paus Johannes Paulus II, die hem ‘Een man van de acht zaligsprekingen’ noemde, en ‘een trouwe dagelijkse communicant’.
Pier Giorgio wilde op sportief vlak naar de top. Hij was knap, flink en royaal in zijn gesprekken en discussies, met vaak een pijp in zijn mond. Hij werd de speciale patroon van de Wereldjongerendagen in 2000, precies 75 jaar na zijn dood.
Baltasar Hendriks o.p.+