Article header background
Terug naar overzicht

Jef Schoenaerts

image

Eerste bekeringen, het leven van de gelovigen


image

Foto: Pixabay

Handelingen van de Apostelen 2, 37-47

Eerste bekeringen | Het leven van de gelovigen

37Toen zij dit hoorden, waren zij diep getroffen en zeiden tot Petrus en de overige apostelen: “Wat moeten we doen, mannen broeders?” 38Petrus gaf hun ten antwoord: “Bekeert u en ieder van u late zich dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden. Dan zult gij als gave de heilige Geest ontvangen. 39Want die belofte geldt u, uw kinderen en allen die verre zijn, zovelen de Heer onze God roepen zal.” 40Met nog vele andere woorden legde hij getuigenis af, en hij vermaande hen: “Redt u uit dit ontaarde geslacht.” 41Die zijn woord aannamen lieten zich dopen, zodat op die dag ongeveer drieduizend mensen zich aansloten. 42Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed. 43Ontzag beving eenieder, want door de apostelen werden vele wonderbare tekenen verricht. 44Allen die het geloof hadden aangenomen, waren eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk; 45ze waren gewoon hun bezittingen en goederen te verkopen en die onder allen te verdelen naar ieders behoefte. 46Dagelijks bezochten ze trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van het hart, 47loofden God en stonden bij het hele volk in de gunst. En elke dag bracht de Heer er meer bijeen, die gered zouden worden.

“Wat moeten we doen, broeders?”

Het getuigenis van Petrus over hoe Jezus van Nazareth door God tot leven is gewekt, straalde zo’n kracht uit dat de omstaanders erdoor overrompeld werden en er blijkbaar intuïtief de waarheid van aanvoelden. Het prille begin van het geloof van de eerste christenen gaat van start bij het van binnen warm worden voor het volle leven dat van godswege wordt aangezegd. In één adem – want nog in diezelfde eerste zin - vertelt Lucas erbij dat dit geraakt zijn de toehoorders de vraag doet stellen: “Wat moeten we doen?” Hoe houden we dit moment van openbaring, van genade levend? Hoe voorkomen we dat het een weliswaar verblijdende maar tegelijk slechts vluchtige ervaring is geweest?

In wat Petrus als “te doen” aangeeft, zitten twee sporen.

Een eerste spoor klinkt in onze oren misschien minder als “doen”. Het legt de klemtoon op het laten groeien van wat ze initieel hebben gehoord en beleefd. Petrus zegt hen: stel jullie open voor verdieping van dat prille geschenk. Want er is nog veel te ontvangen: laat je dopen en wordt zo “mensen van de weg”, laat je doordringen van de heilige Geest, laat je redden tot een leven in volheid.

Een tweede spoor is een meer organiserende stap op groepsniveau: er wordt structuur gezocht en gevonden gebaseerd op: gemeenschap vormen, vierend het brood breken, verder doordringen in het verhaal van Jezus, samen bidden.

Wie in de periode van het beginnend christendom getroffen werd door de boodschap over het inspirerende leven van Jezus, werd uitgenodigd om dit geschenk te verdiepen en het in zichzelf te laten groeien. Tegelijk werd hij/zij opgenomen in een gemeenschap die bekend stond als solidair, eensgezind, ontvangend, eenvoudig, vreugdevol.

Er is een hemelsbreed tijds- en cultuurverschil tussen de ontstaansperiode van het christendom en onze tijd. En toch… De twee basisingrediënten uit die eerste fase – de ontvankelijkheid voor persoonlijke geloofsverdieping en het samen kerk vormen – kunnen ook vandaag nog de aanzet zijn van aanstekelig christen-zijn en van vitale geloofsgemeenschappen.