Handelingen van de Apostelen 1, 22-26
Mattias tot apostel gekozen
12Toen keerden zij van de berg, die de Olijfberg heet, naar Jeruzalem terug. Deze ligt dichtbij Jeruzalem op sabbatsafstand. 13Daar aangekomen gingen zij naar de bovenzaal waar ze verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeus en Matteüs, Jakobus, zoon van Alfeüs, Simon de IJveraar en Judas, de broer van Jakobus. 14Zij allen bleven eensgezind volharden in gebed samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.
15In die dagen stond Petrus op te midden van de broeders - er was een groep van ongeveer honderdtwintig personen bijeen - en sprak: 16“Mannen broeders, het Schriftwoord moest in vervulling gaan, dat de heilige Geest door de mond van David tevoren gesproken heeft over Judas, die de gids is geworden van hen die Jezus gevangennamen. 17Hij behoorde tot ons getal en had aan dit dienstwerk zijn deel gekregen. 18Deze nu heeft zich met het loon van zijn misdaad een stuk grond verworven; hij stortte voorover, barstte open en al zijn ingewanden kwamen eruit. 19Dit werd bekend aan alle inwoners van Jeruzalem, zodat die akker in hun taal Akeldáma, dat is bloedakker heet. 20Er staat immers geschreven in het boek der psalmen: Zijn woonplaats worde een woestenij en niemand wone er meer *** en ook: Een ander neme zijn ambt over. 21Dus moet een van de mannen die tot ons gezelschap behoorden gedurende de tijd dat de Heer Jezus onder ons verkeerde, 22vanaf het doopsel van Johannes tot de dag, waarop Hij van ons werd weggenomen, met ons een getuige worden van zijn verrijzenis.” 23Men stelde er twee voor: Jozef ook Barsabbas geheten, bijgenaamd Justus, en Mattias. 24Toen baden zij als volgt: “Gij Heer, die aller harten kent, wijs degene aan die Gij van deze twee hebt uitverkoren 25om de plaats te bezetten in dit dienstwerk en apostelambt, waaraan Judas ontrouw werd om heen te gaan naar zijn eigen plaats.” 26Toen liet men hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd toegevoegd aan de groep van de elf apostelen.