Article header background
Terug naar overzicht

Stefan Mangnus

image

Het gemeenschappelijk leven | Ananias en Saffira


image

Foto: Pixabay

Handelingen van de Apostelen 4, 32 - 5, 11

32De menigte die het geloof had aangenomen, was een van hart en een van ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel zij bezaten alles gemeenschappelijk. 33Met kracht en klem legden de apostelen getuigenis af van de verrijzenis van de Heer Jezus en rijke genade rustte op hen allen. 34Er was geen enkele noodlijdende onder hen, omdat allen die landerijen of huizen bezaten, deze verkochten en de opbrengst ervan meebrachten 35om aan de voeten van de apostelen neer te leggen. Aan ieder werd daarvan uitgedeeld naar zijn behoefte. 36Zo bezat Jozef, een leviet uit Cyprus, die van de apostelen de bijnaam Barnabas - dit betekent: zoon van vertroosting - had gekregen, een akker die hij verkocht en waarvan hij het geld meebracht om het aan de voeten van de apostelen neer te leggen.

1Nu was er een man, Ananías genaamd, die in overleg met zijn vrouw Saffira een stuk grond verkocht. 2Met haar medeweten hield hij echter iets van de opbrengst achter en bracht dus slechts een gedeelte mee om het aan de voeten der apostelen neer te leggen. 3Daarop zei Petrus: “Ananías, waarom heeft de satan bezit genomen van uw hart, zodat ge de heilige Geest bedriegt en van de opbrengst van uw land iets achterhoudt? 4Bleef het soms niet uw eigendom zolang het onverkocht was, en stond ook daarna nog de opbrengst niet tot uw beschikking? Hoe is zoiets bij u opgekomen? Ge hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.” 5Bij het horen van deze woorden viel Ananías neer en stierf. Een grote vrees maakte zich meester van allen die dit vernamen. 6De jonge mannen stonden op en wikkelden hem in doeken. Zij droegen hem naar buiten en begroeven hem.

7Een uur of drie later kwam zijn vrouw binnen, zonder iets van het gebeurde te weten. 8Petrus richtte zich tot haar met de vraag: “Zeg me of ge het land voor zoveel verkocht hebt?” Zij antwoordde: “Ja, voor zoveel.” 9Toen sprak Petrus tot haar: “Hoe hebt ge met elkaar kunnen afspreken de Geest des Heren op de proef te stellen? Ik hoor de voetstappen van hen die uw man begraven hebben al bij de deur en nu zullen zij ook u wegdragen.” 10Terstond viel zij aan zijn voeten neer en stierf. Toen de jonge mannen binnenkwamen, vonden zij haar dood. Ze droegen haar naar buiten en begroeven haar bij haar man. 11Een grote vrees maakte zich van de hele Kerk meester en van allen die het vernamen.

Het gemeenschappelijk leven | Ananias en Saffira

Het is een paradoxale passage die we vandaag horen. De lezing begint met de beschrijving van de eerste kerk als een gemeenschap waarin niemand zijn bezittingen als persoonlijk eigendom beschouwde, omdat ze alles gemeenschappelijk bezaten. Dat is een hoog ideaal: kloostergemeenschappen proberen het te leven, het communisme probeerde het tot norm voor de samenleving te maken, en telkens blijkt dat in de praktijk moeilijk. Dat blijkt ook in de lezing: Ananias en Saffira vallen voor de verleiding om iets voor zichzelf te houden, en moeten het met hun leven bekopen.

Ook de vroegste gemeenschap is niet een ideaal waar we alleen maar naar hoeven terug te keren. Vanaf het begin is de kerk een paradox: we zijn het verrezen lichaam van Christus, waarin mensen met elkaar delen wat ze hebben, en zo leren elkaars armoede te zien en helpen verminderen. En we zijn het gewonde lichaam van Christus, dat zozeer gekruisigd wordt door een angstig verlangen naar bezit en veiligheid dat het telkens ook weer vergeet dat het geroepen is om genereus te leven, zo genereus als God.

En midden in die paradox horen we vandaag voor het eerst van Barnabas, een leerling over wie we verderop in Handelingen nog vaak zullen horen. Hij is een Leviet, een jood dus, maar afkomstig uit Cyprus, uit heidens gebied. Bij uitstek een man tussen culturen. In Handelingen wordt hij vaak kort genoemd, maar hij is een leerling om in de gaten te houden; steeds is hij de man die bruggen bouwt, die mensen bij elkaar brengt. Je moet er in de komende weken maar op letten: Barnabas staat midden in de paradox die de kerk is, plaatst zichzelf niet op de voorgrond, heeft oog voor processen en kan twee kanten van een probleem zien zonder te vallen voor de verleiding van de snelle of simpele oplossing.

Het verhaal van vandaag laat zien dat die houding vanaf het begin in de kerk gewaardeerd is. We horen hoe het egoïstisch gedrag van Ananias en Saffira ondubbelzinnig veroordeeld wordt: ze moeten het zelfs met hun leven bekopen, de ergste vorm van excommunicatie die je je kunt voorstellen. Maar we horen ook dat er jongemannen zijn die hen daarna in linnen wikkelen, en hen barmhartig een begrafenis geven. Ook Ananias en Saffira worden uiteindelijk niet alleen gelaten. Wie die mysterieuze jongemannen zijn vertelt Handelingen ons niet. Maar ik denk dat Barnabas een van hen geweest is.