Article header background
Terug naar overzicht

Philippe Cochinaux

image

Nieuwe vervolging
Verspreiding van de gelovigen


image

Foto: Pixabay

Handelingen van de Apostelen 8, 1-25

1Op die dag brak een hevige vervolging los tegen de Kerk in Jeruzalem. Allen verspreidden zich over het platteland van Judea en Samaria, uitgezonderd de apostelen. 2Vrome mannen begroeven Stefanus en hielden een grote rouwklacht over hem. 3Saulus echter woedde tegen de Kerk, waarbij hij het ene huis na het andere binnendrong, mannen en vrouwen wegsleepte en overleverde om gevangengezet te worden. 4Zij nu, die zich verspreid hadden, trokken rond en verkondigden het woord van de Blijde Boodschap. 5Zo kwam Filippus in de stad van Samaria en predikte daar de Messias. 6Filippus’ woorden oogstten algemene instemming toen de mensen hoorden wat hij zei en de tekenen zagen die hij verrichtte. 7Uit vele bezetenen gingen de onreine geesten onder luid geschreeuw weg en vele lammen en kreupelen werden genezen. 8Daarover ontstond grote vreugde in die stad.

9Reeds voor die tijd trad er in die stad een zekere Simon als tovenaar op; hij deed het volk van Samaria in verbazing staan en gaf zich uit voor een heel bijzonder iemand. 10Allen, van klein tot groot, hingen hem aan en zeiden: “Hij is de Kracht Gods, de Grote”; 11zij hingen hem aan, omdat hij ze geruime tijd door zijn toverkunsten verbaasd had. 12Maar nu zij geloof geschonken hadden aan de prediking van Filippus over het Rijk Gods en de naam van Jezus Christus, lieten mannen zowel als vrouwen zich dopen. 13Ook Simon zelf nam het geloof aan en na zijn doopsel bleef hij voortdurend bij Filippus, vol verbazing over de tekenen en grote wonderen die hij zag gebeuren.

14Toen de apostelen in Jeruzalem vernamen dat Samaria het woord Gods had aangenomen, vaardigden zij Petrus en Johannes naar hen af, 15die na hun aankomst een gebed over hen uitspraken, opdat zij de heilige Geest zouden ontvangen. 16Deze was namelijk nog over niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. 17Zij legden hun dus de handen op en ze ontvingen de heilige Geest. 18Simon, die zag dat door de handoplegging van de apostelen de Geest geschonken werd, bood hun geld aan 19en zei: “Geeft ook mij die macht, dat ieder aan wie ik de handen opleg de heilige Geest ontvangt.” 20Maar Petrus gaf ten antwoord: “Wees ten ondergang gedoemd, jij met je geld, omdat je gemeend hebt de gave Gods voor geld te kunnen krijgen. 21Je hebt part noch deel aan deze leer, want je hart is niet oprecht tegenover God. 22Leg die slechte gezindheid van je af en bid de Heer, dat die slechte gedachte je vergeven mag worden. 23Ik zie dat je bitter bent als gal en in boosheid verstrikt.”

24Simon antwoordde: “Bidt gij voor mij tot de Heer, dat mij niets mag overkomen van wat gij gezegd hebt.” 25Nadat zij door de verkondiging van het woord des Heren getuigenis hadden afgelegd, keerden zij naar Jeruzalem terug, terwijl zij nog in vele dorpen der Samaritanen de Blijde Boodschap predikten.

Nieuwe vervolging | Verspreiding van de gelovigen

De tekst uit de Handelingen van de Apostelen die we vandaag lezen, nodigt ons opnieuw uit tot een ware metanoia, dat wil zeggen tot een bekering van ons hart, of beter gezegd van ons hele wezen. Bekering brengt een verschuiving in ons teweeg, bekering zet ons in beweging en nodigt ons uit om nooit meer stil te blijven staan met het risico dat we ons opsluiten in onze eigen zekerheden. Dit is inderdaad een gevaar dat ons kan bedreigen.

In een wereld waarin bakens steeds moeilijker te vinden lijken, kunnen zekerheden ons geruststellen. Maar zekerheden kunnen ook leiden tot een vorm van spiritueel terrorisme, waarbij alles wordt herleid tot een principe. Onze levenservaring herinnert er ons echter aan dat principes het leven doden, terwijl waarden het leven een andere kleur geven.

Simon de tovenaar hecht aan zijn eigen woorden, zijn eigen gaven, terwijl wij mensen, geboren uit en gevoed door relaties, worden uitgenodigd om ons te hechten aan de woorden van degenen die ons dierbaar zijn. Hun woorden zullen ons in staat stellen om deze metanoia te realiseren, deze bekering die ons altijd weer terugbrengt naar de essentiële, zelfs existentiële aspecten van ons leven.

Bekering doet ons beseffen dat we niet alleen op onze eigen kracht kunnen vertrouwen, maar dat we als gelovigen worden uitgenodigd om te vertrouwen op Gods genade. Als dit werkelijk zo is, laten we ons dan durven bekeren, laten we niet bang zijn om in beweging te komen, laten we bereid zijn om onszelf voortdurend in vraag te stellen, en laten we niet bang zijn voor de toekomst, want onze bekering is geworteld in de woorden van God die mens werd zodat wij op onze beurt goddelijk kunnen worden. Bekering opent de deur naar de eeuwigheid. Bekering maakt ons vrij en biedt ons de grote vreugde te mogen geloven dat Liefde het enige is dat telt, omdat de Liefde altijd overwint.