Article header background
Terug naar overzicht

Richard Steenvoorde

image

Als God uw vader was, zoudt ge Mij beminnen

Johannes 8, 31-42

Het gaat er vandaag stevig aan toe in de passage die we zojuist hebben gehoord. Jezus is in discussie met mensen die beweren in Hem te geloven. Maar is dat werkelijk zo? Vandaag worden ze uitgedaagd om hun diepste overtuigingen te onthullen. Geloven ze daadwerkelijk in Jezus, of eerder in een beeld of idee dat ze van Hem hebben gevormd?

Al snel vliegen de verwijten over en weer. Ze begrijpen elkaar niet. Hoe is dat mogelijk? "Ja maar," stellen de Joden, "we delen dezelfde voorvader, Abraham. Daarmee begon onze natie en traditie. Dat moeten we toch respecteren?" Jezus reageert hierop met de woorden: "Het gaat niet alleen om wat Abraham ons heeft meegegeven, maar om de wil van Hem die Abraham koos als stamvader." Met andere woorden, het draait niet alleen om de kracht van de traditie, maar om de wil van God.

Jezus benadrukt dat God wil dat je vrij wordt. Hij wil niet dat je een slaaf bent die gebonden is aan de ketens van het verleden. Hij verlangt ernaar dat je een vrij mens wordt, open voor de toekomst. Hoe weet Jezus dat? Omdat God Zijn Vader is.

Dan komt het hoge woord eruit. Er klinkt een oud verwijt. De Joden zeggen: "Wij zijn geen bastaardkinderen." Hiermee suggereren ze eigenlijk dat hun afkomst niet zo onduidelijk is als die van Jezus van Nazareth. "Jij beweert alleen dat God jouw Vader is omdat je ware vader onbekend is. Wij, echte gelovigen, hebben God als onze Vader."


Richard Steenvoorde


Jezus benadrukt dat God wil dat je vrij wordt. Hij wil niet dat je een slaaf bent die gebonden is aan de ketens van het verleden

Je kunt nu merken dat Jezus zich moet inhouden. "Als dat werkelijk zo was," stelt Hij, "dan zou je doen wat God van ons allen vraagt: elkaar liefhebben. Sterker nog, dan zou je ook degenen liefhebben met wie je het oneens bent, zoals nu."

Hier eindigt het verhaal voor vandaag. Maar het gaat verder. Het komt bijna tot een steniging, maar Jezus weet te ontsnappen. Toch is het daarmee niet afgelopen. Deze discussie zal de opmaat zijn voor beschuldigingen die zullen leiden tot Zijn kruisiging. Maar zelfs in de dood laat Jezus zich niet beperken; Hij is waarlijk vrij, de Zoon van God, overwint de dood, keert terug en reikt opnieuw de hand uit naar Zijn oude vijanden om te tonen wat echte liefde is.

Het is altijd pijnlijk als mensen die gedreven worden door hetzelfde ideaal het zo met elkaar oneens zijn dat ze ruzie krijgen. Daarom is deze passage ook voor ons een les. Hoe zorgen we ervoor dat we elkaar niet vastzetten in het verleden? Hoe voorkomen we dat we elkaar blijven veroordelen op basis van wat er ooit, op die plek en dat moment, is gebeurd? Hoe leren we om elkaar zo lief te hebben dat we elkaar een toekomst gunnen? Hoe leren we om elkaar zo vrij te laten dat we elkaar opnieuw kunnen vinden? Dat we kunnen zeggen: "Vriend, sorry dat we het misschien oneens waren, maar ik heb je nodig."

Alleen samen kunnen we vrij zijn, alleen samen hebben we een toekomst, alleen samen zullen we ons geluk vinden bij God