Article header background
Terug naar overzicht

Michael-Dominique Magielse

image

Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven

Johannes 14, 1-6

Post-truth-society

‘Wat is waarheid?’ vroeg Pontius Pilatus aan Jezus bij zijn veroordeling (Joh. 18, 38). Wat is waarheid? Een actuele vraag in een wereld waar velen vasthouden aan hun eigen waarheid. In onze post-truth-society lijkt een absolute waarheid er niet meer toe te doen. Onze samenleving kenmerkt zich door een veelheid aan stromingen, meningen, ideologieën, waarheden die de ene dag weer in-zijn en korte tijd later weer uit. We waaien met alle winden mee.

Toch is er een Waarheid (met een hoofdletter) die er al ruim tweeduizend jaar toe doet. Het gaat hier niet om een ideologie, maar om een persoon: om Jezus Christus die van zichzelf zegt, ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.’ Jezus spreekt deze woorden in zijn afscheidsrede waarin hij zijn leerlingen erop voorbereidt dat er een moment zal komen dat hij niet meer bij hen zal zijn, dat ze het zonder hem zullen moeten stellen. Jezus kwam van de Vader – het Woord dat Vlees werd (vgl. Joh. 1, 14) - en keert naar hem terug. Hij stelt zijn leerlingen gerust. ‘Laat uw hart niet verontrust worden. Gelooft in mij!’ en waar ik ga, zal ik een plaats voor u bereiden.’



“Jezus heeft zijn leerlingen de Vader geopenbaard. Nu keert hij naar hem terug. En voor ons is daar ook plaats. Voor ieder van ons.”

De Weg

Het leidt hoe dan ook tot een verontrustende reactie. ‘Heer, we weten niet waar gij heen gaat!’ ‘Wees niet ongerust’, zegt Jezus bemoedigend. Hij belooft dat Hij ons zal voorgaan om een plaats voor ons gereed te maken. De vraag voor ons is: kan ik dat geloven, wil ik dat geloven?

Jezus heeft zijn leerlingen de Vader geopenbaard. Nu keert hij naar hem terug. En voor ons is daar ook plaats. Voor ieder van ons. Zelfs voor hen die graag vasthouden aan hun eigen waarheid. Misschien voelen zij zich nu nog niet op hun gemak bij dat idee. Maar leeft er in ieder van ons niet een diep verlangen geliefd te zijn en zo ook behandeld te worden, met erbarmen. De parabel van de verloren zoon bijvoorbeeld leert ons dat er altijd weer een verlangen is om naar de Vader terug te keren en dat genoeg is om toe te laten dat er een plaats voor ons wordt bereidt. Welke kamer het is, doet er niet toe. Zolang het maar in de hemel is en we bij de Vader zijn, zoals Jezus bij de vader is.

We hoeven alleen maar de juiste weg te volgen. Jezus is de Weg. Een weg die leidt naar een leven in God en met God, nu en in eeuwigheid. Het is een mooi en hoopvol vooruitzicht.