De dialoog die ons in de liturgie van vandaag wordt voorgesteld is verrassend. Drie keer dezelfde vraag: "Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?” Helaas geeft de Franse of Nederlandse tekst niet de rijkdom weer van de originele tekst die in het Grieks is geschreven. In het Grieks zijn er namelijk vier werkwoorden om liefde te beschrijven: éran, om fysieke tederheid uit te drukken; stèrgein, om over familieliefde te spreken; philein, om sentimentele liefde te beleven; en tot slot agapan, om de liefde van respect te uiten. Het is die liefde die de ander in staat stelt tot zijn recht te komen. Het is ook die liefde die God voor ieder van ons heeft. Terwijl Petrus in de dialoog in het evangelie van Johannes altijd antwoordt met philein, worden de eerste twee vragen van Jezus gesteld met het werkwoord agapan.
Petrus, de herder van de kudde
Johannes 21, 15-19
“Geloof is niet in de eerste plaats een intellectuele instemming; het is bovenal een uitroep van liefde.”
Wat betekent dit? Allereerst is het interessant om op te merken dat Jezus niet Petrus zegt, de rots waarop hij zijn kerk wil bouwen, maar "Simon, zoon van Johannes". Door zo te spreken brengt Jezus Petrus terug naar de werkelijkheid en kwetsbaarheid van zijn mens-zijn. Het is in het hart van onze kwetsbaarheid dat liefde kan worden uitgedrukt en vervuld. Het is ook in het hart van onze broosheid dat ons geloof kan bestaan. Geloof is niet in de eerste plaats een intellectuele instemming; het is bovenal een uitroep van liefde.
In zijn eerste twee vragen vraagt Jezus aan Petrus of hij met respect liefheeft, of hij hem laat worden wie hij bedoeld is te zijn, namelijk de Verlosser, de Opgestane die de poorten van het eeuwige leven voor ons opent. Pierre blijft op het niveau van sentimentele liefde. Hij herhaalt zijn emotionele gehechtheid aan hem. Bij de derde vraag, in de overtuiging dat Petrus de missie had begrepen die aan de Zoon van God was toevertrouwd, kon hij hem vragen of hij hem echt sentimenteel liefhad. Het is nu aan ons de tijd te nemen om Jezus de Christus te laten zijn, Degene die ons Leven in overvloed brengt. Nu we Hem beter hebben leren kennen, kunnen we Hem liefhebben, want liefde is en blijft in de eerste plaats een daad van geloof.