De Galaten willen hoe dan ook behoren tot het volk van God. Het zou hen een heel aantrekkelijk statuut verzekeren, namelijk ‘gerechtigd’ te zijn zoals Abraham. Eigen profijt is een verleidelijk verlangen. Hoe moeilijk is het te leven in de ervaring dat God de mens vrij maakt en hem/ haar / hun - om niet, zonder voorwaarde - recht en ruimte biedt om te bestaan.