De definitie van Paulus: ‘Het geloof is de vaste grond van wat wij hopen. Het bewijst de werkelijkheid van de onzichtbare dingen’. Het geloof is een akte van vertrouwen. Ik heb niet de antwoorden op alle vragen over ik leven en dood, maar Iemand heeft ze. God.

Naar het christendom gaan of terugkeren is een onwaarschijnlijke stap. Een man tweeduizend jaar geleden in een klein land zegt dat hij de Zoon van God is. Hij eindigt in een gewelddadige dood. De held van het christendom werd op een vernederende manier terechtgesteld. In geen enkele godsdienst is dit het geval. Christus zelf spreekt over de 'verrijzenis van het lichaam' terwijl de dood net het lichaam doet verdwijnen. Wij zijn ons lichaam.

“Blaise Pascal (Frans filosoof, 17e eeuw) zei: ‘Als zou blijken dat God niet bestaat, zal ik tevergeefs naar iets moois hebben uitgekeken, maar ik zal tenminste voor iets moois hebben geleefd.’ En zo is het. Als het allemaal een zeepbel zou blijken, een illusie, kan ik me troosten met de gedachte dat ik mijn leven lang naar iets moois heb toegeleefd. De grootheid van de mens schuilt in de grootheid van zijn verlangen. Het is pas wanneer je niet meer uitkijkt naar iets onvatbaars of onnoembaars, dat het mens-zijn z’n grandeur verliest.” (Mgr. Johan Bony)