Article header background
Terug naar overzicht

Anton Milh OP

image

Het filosofisch doorgronden van de werkelijkheid: in gesprek met broeder Marco Meneghin

In de maand juli nam de Leuvense kloostergemeenschap afscheid van Marco Meneghin, een Italiaanse medebroeder die twee jaar in de Dijlestad verbleef om er te studeren aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. Onder het motto ‘beter laat dan nooit’ een gesprek met broeder Marco, over zijn levensloop, zijn keuze voor de dominicanen en zijn ervaringen in België.

image

Conegliano, de thuisstad van broeder Marco.

Waar kom je vandaan?
Kan je iets vertellen over je achtergrond?

Ik kom uit Noord-Italië, meer bepaald uit Conegliano, een dorp dat ongeveer halverwege tussen Venetië en de Alpen ligt, waar het landschap langzaam heuvelachtig begint te worden. Het dorp is gekend voor z’n wijnen, in het bijzonder prosecco, en natuurlijk ook als de geboorteplaats van de bekende voetballer Alessandro Del Piero! Vroeger hadden de dominicanen er een klooster, evenals onze zusters-monialen. Maar net als in vele andere delen van Europa eindigde hun aanwezigheid met de opheffing van de kloosters onder Napoleon in 1806.

Mijn familie is hecht. In mijn jeugd ging ik altijd naar de lokale parochiekerk. Mijn moeder werkte als schoonheidsspecialiste en mijn vader als groothandelaar in schoenen. Ik heb een zus die artistiek bezig is – ze maakt illustraties en stripboeken – en die daarnaast deeltijds werkt in een supermarkt.

Mijn opleiding was eerder technisch-wetenschappelijk. Op de middelbare school studeerde ik boekhouding en computerprogrammering. Vervolgens studeerde ik computerwetenschap aan de universiteit en behaalde hierin een masterdiploma. Ik ben vooral geïnteresseerd in de theoretische aspecten en de interdisciplinaire aard van dit vakgebied.

In mijn puberteit, tot bij de aanvang van mijn hogere studies, dwaalde ik wat weg van het geloof, dat ik tot op dat moment niet echt bewust had beleefd. Na de voleinding van mijn middelbaar onderwijs begon mijn zienswijze echter te veranderen.

image

In 2023 werd Marco priester gewijd te Bologna.

Marco Meneghin OP


“Het is mooi om zien dat je je als leden van eenzelfde orde ‘thuis’ kunt voelen, ook in gemeenschappen die niet in je vaderland liggen.”

Wanneer en hoe ben je dominicaan geworden?
Wat trok je in het bijzonder aan in onze orde?

Mijn roeping werd duidelijk in de laatste jaren van mijn universitaire studies. Al eerder had ik besloten om mij te verdiepen in de werkelijkheid waarin wij leven, en dus begon ik de wijsbegeerte te verkennen door persoonlijke studie en gesprekken met vrienden. Dit bracht me weer dichter bij het geloof, dat ik begon uit te diepen door het lezen van theologische teksten. Op een gegeven moment - ook door het contact met enkele vrienden aan de universiteit, een in het bijzonder, die toch wel een andere kijk had op het leven (die nogal veraf lag van het geloof) - ervaarde ik een periode van droogte waarin ik niet langer zeker was van het pad dat ik bewandelde. Tot ik besefte, mede dankzij het gebed, dat ik was geroepen tot iets anders, om mijn leven te geven voor mijn vrienden (vgl. Joh 15,13) door Christus na te volgen.

Door de Voorzienigheid ontdekte ik dat enkele van de filosofie- en theologieboeken die ik had gelezen, geschreven waren door dominicanen – iets wat ik niet had opgemerkt toen ik ze eerst las – en ik besloot om meer over hen te weten te komen. Ik nam contact op en begon bezoekjes te brengen aan het dominicanenklooster in Venetië. Vanaf dat moment groeide mijn waardering voor de orde en begon de onderscheiding van mijn roeping.

Wat me het meeste fascineerde was de “verkondiging voor het heil van de zielen”.Verkondiging is enerzijds diepgeworteld in hetEvangelie – leven zoals de apostelen! Anderzijds was ik aangetrokken tot het leven waaruit de verkondiging voortvloeit: het contemplatieve leven, zoals dit is bedoeld door Sint Dominicus en bevestigd door Sint Thomas. Contemplatie, beleefd in gemeenschap, gebed en studie. Ik zag hoe in de ontmoeting met Christus al deze elementen samenkomen, en zo vervulling wordt gegeven aan de zoektocht naar betekenis in deze wereld – iets wat ontbreekt in het leven van vele mensen.

Welk parcours heb je tot nu afgelegd in de orde?

Mijn noviciaat deed ik in Madonna dell’Arco (Napels), waar een bekend bedevaartsoord is. Napels is een heel interessante plek voor de geschiedenis van onze orde, in het bijzonder omdat Sint Thomas van Aquino er in contact kwam met de dominicanen en er gedurende een periode schreef en lesgaf. In 2017 legde ik professie af te Bologna, waar ik ook mijn hele initiële vorming kreeg (ik behaalde er bachelordiploma’s in de filosofie en de theologie). Dit is in het klooster waar de heilige Dominicus begraven is. Twee jaar geleden werd ik er tot priester gewijd. Na mijn wijding werd ik geassigneerd te Bolzano (Bozen), in Noord-Italië, vlakbij de Oostenrijkse grens. We hebben daar een parochie. Enkele maanden nadien werd ik naar Leuven gestuurd voor verdere studies.

Waarover heb je in België gewerkt?
Kan je iets vertellen over je onderzoeksthema en het belang ervan?

In België behaalde ik een master en onderzoeksmaster in de filosofie aan de KU Leuven. Hierbij focuste ik op de filosofie van de neurowetenschappen en aanverwante onderzoeksgebieden. Gedurende deze tijd bekommerde ik me ook over de sacristie van onze kloosterkapel en was zo intens betrokken op het liturgische leven van de gemeenschap. Ik werkte aan twee verhandelingen, waarvan de tweede het belangrijkste was. Hierin onderzocht ik de filosofische implicaties van de overlap tussen fysieke en sociale pijn, waarvoor neurowetenschappers de hersendelen onderzoeken die geactiveerd worden bij deze ervaringen. Sociale pijn is de kwellende ervaring die samengaat met uitsluiting, afwijzing, of verlies binnen de relationele context. We gebruiken dikwijls pijngerelateerde woorden wanneer we spreken over deze ervaringen (‘pijn’, ‘een gebroken hart’, ‘een wonde’, enzovoort).

image

Marco Meneghin OP.

image

De basiliek in Bologna waar de heilige Dominicus begraven is.

Marco Meneghin OP


“Meer dan wat dan ook, zouden wij als Italianen een grotere waardering kunnen ontwikkelen voor de kwaliteit en de verscheidenheid van het Belgische bier.”

Klassiek wordt dit woordgebruik gezien als metaforisch. Recente neurowetenschappelijke studies tonen echter aan dat de affectieve component van deze ervaringen gedeeld wordt met die van fysieke pijn. In mijn onderzoek argumenteer ik dat dit een grote invloed heeft op hoe wij kijken naar pijn, en dat sociale pijn niet enkel metaforisch kan worden gezien maar als vergelijkbaar met fysieke pijn. Dit heeft belangrijke ethische implicaties: sociale pijn zou dan bijvoorbeeld erkend moeten worden en behandeld zoals men fysieke pijn behandelt. Zo ook vanuit het perspectief van de morele verantwoordelijkheid, zowel sociaal als individueel. Een striktere aanpak is dan nodig om sociale pijn in relaties (door uitsluiting, marginalisering, verzwijging, enzovoort) te beperken, zoals al het geval is met fysieke pijn.

In mijn onderzoek heb ik gefocust op de filosofische aspecten van deze thematiek, maar er zijn ook theologische implicaties. De verlossing door Christus draait immers om de noodzaak van verzoening – met God en onder ons als mensen – en zo ook om vergeving en eenheid binnen het Lichaam van Christus. Dit verlangen naar verlossing door goddelijke en menselijke verzoening is niet optioneel, maar ligt verankerd in ons wezen.

Wat heeft je getroffen gedurende je verblijf in België?
Wil je enkele ervaringen met onze lezers delen?

Wat me zeker heeft getroffen is de meertaligheid en culturele diversiteit, zowel in de Belgische samenleving als in de kerk, alsook in het klooster van Leuven, waar ik warm ben verwelkomd. Dit is een prachtig voorbeeld van hoe Christus gekomen is om allen te roepen en in Hem de hele mensheid te verenigen, ongeacht de culturele achtergrond. Bijzonder was het sterke gemeenschapsgevoel en de vlotte uitwisseling van zienswijzen – tussen zowel gewijde als niet-gewijde broeders – ook al wonen er in de Leuvense gemeenschap niet enkel broeders uit verschillende regio’s in België maar ook uit andere landen wereldwijd, en ondanks het feit dat communicatie vooral in het Engels gebeurt. Het is mooi om zien dat je je als leden van eenzelfde orde ‘thuis’ kunt voelen, ook in gemeenschappen die niet in je vaderland liggen. De broederlijkheid waarmee ik werd verwelkomd, en die ik ook heb ondervonden in de contacten met andere kloosters, heeft een sterke indruk op me nagelaten. Betekenisvol in dit opzicht was de uitnodiging van broeders van andere kloosters om op het patroonsfeest van hun gemeenschap samen te komen voor gebed en een maaltijd.

In het afgelopen jaar namen we als gemeenschap van Leuven samen deel aan de vieringen van het Triduum in de Engelstalige-internationale parochie te Kraainem, aangezien ons klooster in renovatie is. De parochie in Kraainem is toevertrouwd aan de pastorale zorg van een team van dominicanen, die zo met ons de vruchten deelden van hun apostolische bezigheid.

Aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte was ik onder de indruk van de organisatie van de universiteit, het internationale karakter en in het bijzonder de aandacht en de steun voor onderzoek.

Wat kunnen Belgen leren van Italianen en vice-versa?

In het algemeen is de organisatie die ik in België heb gezien iets dat zeker ontbreekt in Italië, en Italianen zouden op dit vlak strenger kunnen zijn, zeker inzake planning op lange termijn. Al heb ik in België soms ook een bureaucratisering vastgesteld waar wij in Italië meer de neiging hebben flexibel te zijn (Italianen hebben een meer ontspannen benadering… en kunnen uitzonderingen maken!). Misschien kunnen Belgen nog iets leren van de Italiaanse vaardigheid om onverwachte situaties en problemen aan te pakken. Zoals ik eerder zei, denk ik – vanuit het perspectief als student én dominicaan – dat Italië er voordeel uit kan halen om meer aandacht en middelen te schenken aan onderzoek en publieke universiteiten, iets wat er in België meer is. Tot slot, aangezien ik uit een ‘wijnland’ kom – ook al ben ik zeker geen grote drinker, en ik vooral melk tot me neem, dit tot mijn schande, zoals de prior van Leuven kan bevestigen (lacht) – zou ik zeggen dat de Belgen genot zouden kunnen hebben van een verdere verkenning van de verscheidenheid aan wijnen – al doen ze dit al tot op zekere hoogte. Maar, meer dan wat dan ook, zouden wij als Italianen een grotere waardering kunnen ontwikkelen voor de kwaliteit en de verscheidenheid van het Belgische bier, zeker na te hebben ontdekt dat in België de dominicanen met Sanctus Dominicus hun eigen bier hebben!

Hoe zie je je toekomst?

Terug in Italië zal ik een doctoraatsthesis beginnen, in Rome. Dus in de nabije toekomst zal ik zowel in Bolzano zijn, waar ik geassigneerd ben, en in Rome, om er het onderzoek uit te diepen dat ik in België begonnen ben. In Bolzano zal ik zeker de kans hebben om pastoraal actief te zijn: de eucharistievieringen zijn er druk bijgewoond, maar er is ook biecht, catechese, en er zijn activiteiten voor jongeren in het parochiale jeugdhuis. Op academisch gebied is er het plan om te blijven samenwerken met KU Leuven. Wanneer alles goed gaat, hoop ik dus zeker terug te keren voor een nieuwe verblijfsperiode! In september is er kapittel van de Noord-Italiaanse provincie, waar de koers en de projecten voor de komende vier jaren zullen worden beslist. Ik zie uit naar de ontwikkeling van mijn provincie in de nabije toekomst.

image

Het klooster in Bologna.

Heel veel dank, beste Marco! Gods zegen voor je pastorale en wetenschappelijke werk in Italië, en we hopen je binnenkort weer te mogen verwelkomen in België!