De overwinningsspeech van Trump zette de retoriek voort die zijn campagne kenmerkte. Hij portretteerde eerder migranten als bedreigingen en beweerde zelfs dat sommigen “katten en honden eten,” wat angst aanwakkert en mensen die vaak uit wanhoop en hoop naar nieuwe landen komen, ontmenselijkt. Deze uitspraken hebben grote gevolgen: ze bevorderen verdeeldheid, wakkeren vooroordelen aan, en maken de reeds gemarginaliseerden nog kwetsbaarder. Als christelijke gemeenschap moeten we met heldere, mededogende en moedige stemmen antwoorden, geworteld in het Evangelie en de leer van onze Kerk.
In zijn encycliek Fratelli Tutti spreekt paus Franciscus direct tot dit moment. Hij roept ons op om elkaar te erkennen en te omarmen als broeders en zusters in één mensenfamilie. “Elke dag,” schrijft hij, “moeten we beslissen of we goede Samaritanen zijn of onverschillige omstanders” (Fratelli Tutti, 69). De woorden van Franciscus nodigen ons uit om politieke verdeeldheid te overstijgen en een liefde te omarmen die grenzen overschrijdt, een liefde die elk mens als waardig beschouwt. De oproep van de paus herinnert ons eraan dat onze toewijding aan gerechtigheid en vrede standvastig moet zijn, vooral wanneer zulke fundamentele menselijke waarden bedreigd worden.