De parabel die Jezus ons vandaag vertelt is mooi omdat ze zo sterk aanleunt bij het menselijk leven. Op onze beurt moeten wij, ieder van ons, uitgroeien tot een boom. Een geloofszaadje werd in ons hart geplant. Het is daar dat het leven begint. Het bestaan van elke mens is geworteld in zijn hart. De boom die wij geroepen zijn te worden voedt zich met de liefde die ons levenssap is. Hier kunnen we niet aan voorbijgaan. Ze is van vitaal belang en stroomt in ons. Door de aanraking van zonnestralen van hoop en de neerdaling van dauw van tederheid groeien we, worden we groot. Niet op een gelijkmatige manier, maar door verschillende gelukkige alsook moeilijkere ervaringen die we meemaken. Dit overeenkomstig het beeld van een boomstam, die getekend is door gaten en inkepingen, het verhaal van zijn leven. In de loop der jaren groeien we langzaam verder uit, en onze takken reiken naar de hemel. Onze groei stopt nooit, en we hopen haar verder te kunnen zetten in een toekomst die ons is toegezegd.

Terugkijkend zien we dat we uit het niets zijn opgeschoten. We waren als een klein mosterdzaadje. Vervolgens zijn er allerlei gebaren van aandacht, liefde en tederheid geweest die van ons hebben gemaakt wie we nu zijn. Het heden bekijkend, zien we waar we zijn aanbeland op onze levensweg. We worden ons ervan bewust dat we niet de enige zijn die groeien. We hebben nood aan de anderen, en aan de Gans Andere, om te groeien in menselijkheid. We maken ons de gaven, de kwaliteiten maar evenzeer de beperkingen eigen die ons bestaan bepalen. In ons zit alles wat we nodig hebben ter versterking van de boomstam die we worden. Vooruitblikkend op de toekomst ontdekken we al het groeipotentieel dat nog in ons zit. Onze enige groeilimiet is de hemel. Nooit is er een stopteken. En het is goed te weten dat van tijd tot tijd, sommigen tot ons zullen komen om zich te nestelen in onze schaduw. Als we het geluk beleven op deze wijze tot steun te zijn voor anderen, mogen we nooit vergeten dat we dit punt bereikt hebben omdat wij op onze beurt, op verschillende momenten in onze leven, ons nest hebben kunnen maken in andere bomen.

Zo ook realiseert zich het Rijk Gods. Het gaat niet om grote verklaringen of bijzondere werken. Het gaat er vooreerst om ons leven te wortelen in onszelf. Waarom? Zonder twijfel omdat wij – net als bomen – worden als groene longen die zuurstof geven aan onze menselijkheid. En die zuurstofrijke lucht wordt pas echt zwanger van leven indien wij ons wortelen in de wateren van ons doopsel. Op dat moment wordt ons geloof als een sap dat in ons stroomt en ons nieuwe kracht tot leven geeft. De heilige Geest is in ons. De heilige Geest is ons hemels voedsel, een kracht die ons doet delen in onze eigen oogst. De heilige Geest is niet vreemd aan ons, buiten ons, maar in de kern van ons hart. Hij steunt ons op de moeilijkste momenten. Hij doet ons op een andere manier geboren worden aan het leven. Het zaad van het geloof is in elke mens gezaaid. Om dit zaad terug te vinden volstaat het even tot inkeer te komen en het naar boven te laten komen. Dit zaad groeit op het ritme van de tijd die we haar geven. Nooit verdroogt het. Een moment volstaat opdat het opnieuw opschiet. En wanneer we één worden met dit zaad, wordt onze boom als een eik van vertrouwen, die de hele mensheid de lucht van Gods eeuwigheid doet opsnuiven.

Amen.