Daarom is het goed in herinnering te brengen dat vergeven, niet vergeten is. Nee, vergeven is dan wel een daad van herinnering, maar een herinnering die licht is geworden, omdat we ons bevrijd hebben van zijn omknelling. Die omknelling kan ons leven vergallen, omdat we bij het opkomen van de herinnering ook telkens de woede in ons voelen opkomen. Vergeven staat ons ook toe de ander opnieuw te vinden, bemind in zijn wezen, in alle aspecten van zijn persoon en door te weigeren hem te vereenzelvigen met een kwetsende handeling. Vergeving is menselijk. Vergeving is goddelijk. God sluit ons nooit op in onze dwalingen. Hij geeft ons telkens een nieuwe kans. In het leven kan het ons overkomen te struikelen, ons te vergissen, te vervreemden van onszelf. Het gevaar onszelf voor eeuwig te veroordelen bedreigt ons dan, alsof ook wij samenvallen met een fout die we hebben gemaakt. Maar we zijn toch meer waard dan die ene fout? Om voorbij zulke veroordelende houding te geraken, moeten we erkennen dat God groter is dan ons eigen hart en dat Hij ons steeds een nieuwe kans geeft.

Als het waar is dat God ons steeds een nieuwe kans geeft, dan zijn wij opgeroepen hetzelfde te doen voor de mensen met wie we samenleven. Natuurlijk kunnen sommige beledigingen of vergrijpen echt pijn doen. De neiging is dan sterk om de ander op te sluiten in zijn fout. Beter is het echter om de tijd zijn werk te laten doen. Door er tijd te laten overgaan, wordt ruimte geschapen voor mildheid, voor vergeving, zelfs voor verzoening. We geven dan aan de ander een nieuwe kans. Om dit te doen hebben we de hulp en de kracht van God nodig. Vergiffenis wordt een uitnodiging opdat hij die een misstap heeft begaan de identiteit zou terugvinden die hij had voor hij de mist inging. Dit aspect van vergiffenis, de altruïstische dimensie, is zonder twijfel degene die het meest voor het voetlicht wordt geplaatst. Het gaat in dit geval om vergeving aan iemand die zich nederig opstelt, zijn fout erkent en om vergeving vraagt. Vergeven is dan ongeveer het volgende zeggen: “Je bent meer en beter dan de fout die begaan werd. Ik wil je bevrijden van die fout, van de ballast die je belet vooruit te gaan, zodat je opnieuw in alle vrijheid zou kunnen verder trekken op de weg van het leven”. De ‘dader’ hervindt zo in zichzelf het beste van hemzelf. De act van vergeving is een act van liefde, die de ander toelaat de tralies te verbreken waarachter hij zichzelf had opgesloten. Door vergeving te schenken reikt het slachtoffer de dader het gereedschap aan om zijn ketens te verbreken.

Maar in de vergeving zit ook een andere dimensie, die in de loop der eeuwen dikwijls vergeten is, namelijk de persoonlijke dimensie. Het slachtoffer, zelfs als hij vergeven heeft, kan nog droefenis in zichzelf voelen. Hij moet ook kunnen zeggen: “Ik vergeef jou om ook mijn eigen vrijheid, sereniteit en innerlijke vrijheid te hervinden”. Hier vergeeft het slachtoffer de dader niet voor het goed van deze laatste, maar omdat in hemzelf het verlangen heerst om zijn eigen vrede te hervinden. Deze dimensie is fundamenteel, vooral wanneer de dader zijn fout niet erkent of hij reeds overleden is. Dan is de vergeving omwille van de ander niet meer mogelijk. Echter, dankzij de persoonlijke dimensie van de vergeving, is vergeving nog steeds en eigenlijk altijd mogelijk. In deze situatie beslist het slachtoffer de vergiffenis te beleven in de eerste plaats voor zichzelf. Hij wil zich dan bevrijden van de knoop van woede en verdriet die een schaduw werpt over zijn eigen leven. Hij wil de negatieve gevoelens met betrekking tot het verleden van zich afwerpen. Hij wil de greep verbreken die de dader heeft op zijn herinneringen.

Vergiffenis beleven in zijn altruïstische of persoonlijke dimensie is altijd teken van de wil om de eigen vrijheid te herwinnen. Dit begint steeds bij de wens om de ander geen onbeperkte macht over je eigen bestaan te laten uitoefenen. Vergeven is je bevrijden van alle barrières door ze te integreren in je eigen levensverhaal, om opnieuw ten volle te kunnen leven in het heden en een nieuwe toekomst op te bouwen. Zo begrijpen we beter waarom God van ons verwacht steeds opnieuw een stap richting vergeving te zetten.

Amen.