Een vraag zit me hierbij dwars: “antwoorden wij in de liturgie op automatische piloot, of geloven we werkelijk alles wat we zeggen?” Zoals wanneer ik nu zou zeggen “tot in de eeuwen der eeuwen” en dat enkele verstrooiden hier aanwezig zouden antwoorden met een luid “amen”. Tijdens mijn studies heb ik altijd gehoord dat Evangelie wil zeggen Blijde Boodschap. Na een eerste lezing van de teksten die de liturgie ons vandaag voorstelt, bekruipt me echter een gevoel van zwaarmoedigheid, zoals dit ook Christus lijkt te hebben bekropen. Zonder twijfel zijn deze teksten voorzien voor vandaag omdat we binnenkort aan het einde van het liturgische jaar komen, en men ons wil aanzetten tot reflectie over de betekenis van de geschiedenis van onze humaniteit, over de betekenis van ons eigen leven. Of, met andere woorden, over de betekenis van onze toekomst, over de betekenis van ons eigen worden. Dat klinkt ons al interessanter in de oren. Wanneer we deze teksten van naderbij bekijken, ontdekken we dat zowel de profeet Daniël als Christus ons niet het einde van dé wereld aankondigen, maar wel het einde van een wereld, allicht de onze. En is dat ook niet wat wij nu beleven? Toen de ordes der franciscanen en dominicanen werden gesticht aan het begin van de dertiende eeuw, was de wereld in volle transformatie door de opkomst van de steden en grote stromen migratie van het platteland naar deze nieuwe verblijfplaatsen. Aan het begin van deze eenentwintigste eeuw staan we opnieuw op een kruispunt. Een oude wereld is bezig te verdwijnen en een nieuwe wereld begint op te komen. Wat ons betreft: wij bevinden ons in een periode van existentiële onzekerheid want wij kunnen nog niet ten volle de contouren inschatten van deze wereld in wording. We voorvoelen dat alles zal evolueren maar we hebben nog geen helder zicht op de toekomst van de Schepping. Een nieuwe wereld wordt geboren. Wij leven in een tijd van haar barensweeën. De Schepping zoals deze gewild is door God heeft zich niet voltrokken in één keer. Ze is een voortdurend proces dat vraagt om een grondige omvorming wanneer de sociale ongerechtigheden te groot worden en zich opstapelen, of eens het economische systeem zijn eigen grenzen heeft bereikt. Zalig zijn wij die mogen leven op een scharnierpunt van de geschiedenis van de mensheid, zelfs al weten we nog niet goed welke richting we zullen uitgaan. Laat ons niet wanhopen en eerder de tijd nemen om de tekens van die nieuwe wereld te onderscheiden. Laten we deze tekens ontvangen die, zoals een Belgische denker het uitdrukt, “ons telkens opnieuw gegeven worden in de meanders van ons dagdagelijkse leven”. Een teken is geen bewijs, maar wanneer een teken steeds opnieuw wordt gesteld en hernieuwd, dan wordt het een garantie. Meer nog, dan wordt het de toezegging van de komst van een wereld waarin God altijd aanwezig is aan onze zijde. Dit alles is natuurlijk enkel mogelijk indien wij leven vanuit vertrouwen in die goddelijke belofte dat deze nieuwe wereld bekleed zal zijn met tederheid en liefde. Deze tekens van een nieuwe wereld moeten we evenwel niet enkel zoeken maar ook zelf worden. Op onze beurt worden wij opgeroepen tekens te worden van een wereld in beweging. Wij zijn verantwoordelijk voor de Schepping die ons is toevertrouwd. Wij worden op dit eigenste ogenblik verantwoordelijk voor de Schepping aan dewelke het eigen is getransfigureerd te worden. Dit kan op de meest eenvoudige wijze, geheel teder, wanneer wij voor elkaar worden tot levensstralen, tastbare tekens van Gods Rijk.
Amen.