Een van de moeilijkste gevoelens van een mens is schaamte. Darwin noemde haar zelfs de meest menselijke emotie. Ik en jij en iedereen krijgen te maken met schaamte, het gevoel van knagend en blijvend onbehagen over iets in ons leven waar we beschaamd voor zijn. Het kan over een geheim gaan, bv. niet kunnen lezen en schrijven of het langzaam afgegleden zijn naar armoede. God verhoede dat het uitlekt – daarom moet het angstvallig verborgen worden gehouden! Het kan ook gaan over iets dat openbaar bekend is, bv. door duidelijk waarneembare symptomen van een erge ziekte. Dan probeert men het te verzachten met camouflage of met zoiets als ‘het is allemaal zo erg nog niet’. Of het nu geheim is of publiek, in beide gevallen hebben we een duivelse schrik dat de omgeving ons ervoor zal verachten of uitstoten of laten vallen. Waarom breng ik dat vervelende gevoel hier ter sprake? Om vat te krijgen op de vrouw uit ons verhaal.
Wie is die naamloze vrouw? Welke ziekte heeft ze? Ze lijdt al twaalf jaar aan bloedvloeiingen, staat er. Dat zijn geen menstruatiebloedingen, maar bloedingen die niet te stelpen zijn. Die zijn verbonden met uitwasemingen, lichaamsgeur, vuil. Echt iets om je diep voor te schamen. Door die ziekte is ze volgens haar joodse cultuur sociaal-religieus onrein. Dat heeft tot gevolg dat ze voortdurend zélf haar medemensen op afstand moet houden om hen niet te besmetten, terwijl ze niets liever wil dan een normaal sociaal leven. Bovendien is haar medische en financiële situatie uitzichtloos. Ze heeft heel wat afgetobd met telkens weer andere dokters, al haar geld is erin opgegaan en het heeft haar niets geholpen. Integendeel, het is steeds maar erger geworden. Eén brok miserie, één brok verdriet, één brok schaamte.