In 1465 kochten de predikbroeders grond aan buiten de toenmalige noordelijke stadsmuur van Zwolle. Ze wilden er een klooster bouwen, onder leiding van dominicaan Engelbertus Messenmaker uit Zutphen. Hij werd ook de eerste prior (gekozen leider) van het Zwolse convent.

Het eerste klooster

Het schijnt dat men in de tweede helft van 1466 met de eigenlijke bouw is begonnen. Het duurde tot ongeveer 1493 voordat de kerk af was: een bakstenen hallenkerk met maar twee beuken. Een toren heeft zij nooit gehad, alleen een dakruiter met één of meer klokken. Het gewelf van het gebouw werd omstreeks 1520 beschilderd. In 1557 leverde de Zwolse orgelbouwer Jorgen Slegel een orgel voor de kerk. Het complex is bewaard gebleven. Na een grondige restauratie tussen 1976 en 1988 herbergt het vroegere klooster nu het Stedelijk Conservatorium en in de kerk huist de boekhandel ‘Waanders in de Broeren’. De bekendste bewoner van het laatmiddeleeuwse klooster kwam uit Bretagne en heette Alanus de Rupe. Hij is de uitvinder van de rozenkrans. Hij stierf er in 1475; zijn graf is tot op heden niet gevonden.

Klooster, stal, Librije

In mei 1580 dwong het stadsbestuur de kloosterlingen de stad te verlaten. Dat gebeurde onder druk van protestanten. De broeders kregen vijftig goudgulden mee om in hun eerste onderhoud te voorzien. Het klooster werd na het vertrek van de dominicanen gedeeltelijk verwoest en kwam in handen van komedianten, koorddansers en andere spelers. Daarna was het kazerne en de Librije (bibliotheek) werd synagoge. Dit gebouw werd in 1993 het eerste restaurant met die naam, gedreven door Jonnie Boer en zijn vrouw Thérèse. De kerk werd twee keer gebruikt voor de protestantse eredienst, maar fungeerde ook als paardenstal en als oefenplaats voor militairen.

image

Het tweede klooster

Begin 1900 keerden de predikbroeders in Zwolle terug. Het boerenechtpaar Van de Vegte-Beumer was bereid zijn erf aan de dominicanen af te staan. Wel moest er grond worden bijgekocht. Architect J. Kayser uit Maastricht ontwierp een neogotisch klooster met kerk naar de oude trant, compleet met een doorlopende claustrumgang rond een binnentuin. De aanbesteding werd gegund aan de Nijmeegse aannemer W. van der Waarden voor nog geen 350.000 gulden. De eerste steen werd gelegd op 3 mei 1900 en op 12 december 1901 trokken de eerste bewoners het klooster binnen. De kerk kwam gereed in februari 1902 en werd op 19 augustus van dat jaar geconsacreerd.

Opleiding filosofie

In de loop van de jaren werden de openbare ruimten aangekleed. Er kwam een Adema-orgel; er kwamen gebrandschilderde ramen, voor een deel ontworpen door pater Raymundus van Bergen; er kwam een mozaïekvloer in het koor, een orgelfront en bewerkte koorbanken, alles naar een ontwerp van architect Jan Stuyt, terwijl de koorbanken gemaakt werden door de Zwolse timmerman Anton Bolmers. In het klooster woonden fraters-studenten, die hier drie jaar les kregen in filosofische vakken als logica, metafysiek, geschiedenis van de filosofie, maar ook preekles, inleiding op de Bijbel enz. Daarna gingen ze door naar Nijmegen om daar theologie te studeren. Verder woonden er in het klooster de docenten, de lekenbroeders, de paters die de kerk bedienden en predikanten die op uitnodiging het Woord Gods gingen verkondigen tijdens retraites op verschillende plaatsen in het land.

Begin 1933 brak een felle brand uit die de hele bovenverdieping van het klooster verwoestte. De schade werd snel hersteld en het gebouw kreeg er zelfs een verdieping bij. Dat was nodig, doordat het aantal bewoners toenam. In de jaren vijftig van de vorige eeuw woonden er zo’n 80 mannen. In 1948 had men een aantal cellen voor fraters bijgebouwd.

image

Na het rijke Roomsche leven

De functie van het klooster veranderde in de jaren zestig. Het aantal dominicanen in opleiding daalde dramatisch en alle fraters-studenten vertrokken in 1966 naar het klooster Albertinum in Nijmegen. De filosofie-opleiding verdween uit Zwolle. Sindsdien verhuurt het klooster ruimten die niet meer voor de Orde nodig zijn. In 1995 werd het onderhoud van de gebouwen in handen gelegd van een stichting. In 1965 werd de kerk van het klooster een ‘rectoraat’, een zelfstandige geloofsgemeenschap onder de paraplu van de Jozefparochie. De kerk is tussen 1982 en 1994 grondig gerestaureerd. Tussen 1997 en 2013 woonde een aantal zusters dominicanessen in het klooster, waar zij een eigen groep vormden onder de Hebreeuwse naam ‘Kohèlet’ (prediker). De broedercommuniteit telt op het ogenblik vier leden.


(bovenstaande tekst is afkomstig van: www.dominicanenzwolle.nl)