Johanna stond in de buurt bekend als een eerbare, vrome, verstandige en diep gelovige vrouw, vooral druk in de weer ten bate van de armste onder de bevolking. Felix werd in de wijde omtrek geacht als de trouwe beheerder van hun toren.
De traditie verhaalt dat toen Johanna zwanger was van haar derde kind, onrustig werd vanwege een droom waarin zij een hond met een fakkel in de bek zag ronddraven.
Zij ging hierover raad en uitleg vragen aan de nabij gelegen Abdij van Dominicus van Silos, genoemd naar een vroegere abt van dit wereldberoemd geworden benedictijnerklooster. Haar zoon zou zoals die hond de wereld in vuur en vlam zetten.
Eenmaal het kind geboren kreeg hij de naam van Dominicus.