Article header background
Terug naar overzicht

Stefan Ansinger

image

Paulus ontmoet Jacobus | Gevangenneming van Paulus in de tempel

image

Paulus spreekt de menigte toe na zijn arrestatie, kunstwerk van Gustave Doré

Handelingen van de Apostelen 21, 17-36

Paulus ontmoet Jacobus | Gevangenneming van Paulus in de tempel

17Toen wij in Jeruzalem aankwamen, ontvingen de broeders ons met vreugde. 18De volgende dag ging Paulus met ons naar Jakobus, bij wie ook alle oudsten samengekomen waren. 19Hij begroette hen en verhaalde in bijzonderheden wat God door zijn dienstwerk onder de heidenen had tot stand gebracht. 20Toen zij dat vernamen, verheerlijkten zij God, maar ook zeiden ze tot hem: “Gij ziet, broeders, hoe geweldig groot het getal is van de Joden die gelovig zijn geworden en allen zijn ijveraars voor de Wet. 21Nu heeft men over u horen zeggen, dat gij aan alle Joden die onder de heidenen leven afval van Mozes leert door te verklaren, dat ze hun kinderen niet moeten besnijden en niet moeten leven volgens de gebruiken. 22Wat nu te doen? In ieder geval zal men horen, dat ge hier aangekomen zijt. 23Doe daarom wat wij u zeggen. Wij hebben hier vier mannen die onder gelofte staan; 24neem dezen mee, laat u met hen reinigen en betaal voor hen de kosten om zich het hoofd te laten scheren. Dan zullen allen inzien, dat er niets waar is van wat ze over u hebben horen vertellen, maar dat gij ook zelf trouw de Wet blijft onderhouden. 25Wat echter de gelovig geworden heidenen aangaat: hen hebben wij schriftelijk van onze beslissing op de hoogte gebracht, dat zij zich moeten onthouden van spijzen die aan afgoden geofferd zijn, van bloed, van wat verstikt is en van ontucht."

26Toen nam Paulus de volgende dag die mannen met zich mee, liet zich met hen reinigen, ging de tempel binnen en kondigde het tijdstip aan, waarop de reinigingstijd voltooid zou zijn, namelijk wanneer voor ieder van hen het offer gebracht zou zijn. 27Toen de zeven dagen bijna om waren, zagen de Joden uit Asia hem in de tempel. Zij ruiden heel de menigte op en maakten zich van hem meester, 28terwijl ze schreeuwden: “Israëlieten te hulp! Dit is die man, die overal en voor allen een leer verkondigt die gericht is tegen het volk, tegen de Wet en tegen deze plaats en die nu zelfs heidenen in de tempel heeft gebracht en daardoor deze heilige plaats heeft ontwijd.” 29Zij hadden namelijk tevoren in de stad Trófimus uit Éfeze in zijn gezelschap gezien en dachten dat Paulus hem in de tempel had gebracht.

30Heel de stad raakte in opschudding en er ontstond een volksoploop. Ze grepen Paulus vast, sleurden hem de tempel uit en onmiddellijk werden de poorten daarvan gesloten. 31Terwijl ze hem trachten te doden, werd de bevelhebber van de kohort gemeld, dat heel Jeruzalem in rep en roer was. 32Hij snelde terstond met soldaten en officieren op hen af. Bij het zien van de bevelhebber en de soldaten hielden ze op Paulus te slaan. 33De bevelhebber kwam naderbij, nam hem gevangen en gaf order hem met twee ketenen te boeien. Vervolgens vroeg hij, wie dat was en wat hij gedaan had. 34Maar het volk schreeuwde van alles door elkaar. Door het tumult kon hij de juiste toedracht niet achterhalen en daarom gaf hij bevel hem naar de kazerne te brengen. 35Toen Paulus bij de trappen gekomen was, moest hij vanwege het opdringende volk door de soldaten gedragen worden. 36Want de mensenmassa liep mee, luid schreeuwend: “Weg met hem!”

Verheugd verlangen naar de waarheid van het geloof

Jezus, die zelfs de waarheid is, kreeg allemaal valse beschuldigingen te verduren. Hetzelfde gold voor Stefanus, de eerste martelaar. En nu overkomt dit ook Paulus die zogenaamd een leer verkondigde tegen het volk, de wet en de heilige plaats van de tempel. Althans dat was de valse beschuldiging die hij in de tempel van Jeruzalem moest verdragen. Maar voordat hij de tempel van Jeruzalem betrad was hij met Jakobus en de broeders waarbij zij zich verheugden over de vruchten van de prediking. Dit samenkomen van de gemeenschap van Christenen moet Paulus bemoedigd en opgeladen hebben.

We kunnen uit deze passage leren hoe belangrijk het is om samen de vreugde van het geloof te delen omdat we daardoor versterkt worden in onze navolging van Christus. Gedeelde vreugde over elkaars successen is beter dan onderlinge jaloezie. De waarheid zoekt altijd de eenheid terwijl de joden in de tempel hier de tweedracht zochten. Hun valse getuigenissen strookten niet met elkaar. Het is interessant om te zien hoe de waarheid verdwijnt in het tumult van de menigte. Zij spreken elkaar tegen. Paulus zelf blijft stil. Er is maar een persoon nodig die naar de ware toedracht zoekt: de tribunus. Waarheid hoeft zichzelf niet te verdedigen, zij wordt ontdekt wanneer er een persoon is die haar werkelijk zoekt. In dit geval komt ze niet van een christen maar van de romeinse tribunus die gelijk in de gaten had dat de getuigenissen niet met elkaar strookten.

De passage leert ons dus in gemeenschap met elkaar ons te verheugen over ons christen-zijn. Daarnaast zien we dat de waarheid niet door tumult en schreeuwerij gevonden wordt maar door wie er oprecht naar zoeken. Zoek jij in de vreugde van de christelijke gemeenschap naar de waarheid die Christus is? Daar zijn we een heel leven zoet mee.