Article header background
Terug naar overzicht

Francis Akkara

image

Paulus bij Gallio | Terug naar Antiochië | Apollos in Efese en Korinthe


image

Foto: Pixabay

Handelingen van de Apostelen 18, 12-28

Paulus bij Gallio | Terug naar Antiochië | Apollos in Efese en Korinthe

12Onder het proconsulaat echter van Gallio in Achaïa keerden de Joden zich als één man tegen Paulus en brachten hem voor de rechtbank. 13Zij verklaarden: “Deze man tracht de mensen over te halen tot onwettige godsverering.” 14Paulus wilde juist iets zeggen, toen Gallio de Joden antwoordde: “Als het ging over een of ander onrecht of ernstig misdrijf, Joden, zou ik u vanzelfsprekend geduldig aanhoren. 15Maar zijn het twisten over een woord, over namen en over die Wet van u, dan moet gij zelf maar zien. Daarover wil ik geen rechter zijn.” 16Hij joeg ze van zijn rechterstoel weg. 17Nu wierpen allen zich op Sóstenes, de overste van de synagoge, en gaven hem voor de rechterstoel een pak slaag. Gallio trok er zich niets van aan. 18Paulus bleef daar nog vele dagen, nam toen afscheid van de broeders en ging in gezelschap van Priscilla en Áquila scheep naar Syrië. Eerst had hij in Kenchreeën zijn hoofdhaar laten afknippen, want hij stond onder gelofte.

19Zij kwamen te Éfeze en daar verliet hij hen. Zelf ging hij naar de synagoge om er te disputeren met de Joden. 20Toen zij hem vroegen wat langer te blijven, ging hij daar niet op in, 21maar bij het afscheid zei hij: “Als God het wil, kom ik nog eens bij u terug.” Hij voer weg van Éfeze 22en kwam in Caesarea, ging naar de stad, begroette de gemeente en begaf zich op weg naar Antiochië. 23Hij verbleef daar enige tijd, vertrok toen weer en maakte een rondreis achtereenvolgens door de landstreek Galatië en door Frygië om er alle leerlingen te sterken. 24Intussen was in Éfeze een Jood aangekomen, Apollos, een Alexandrijn van afkomst en een welsprekend man, die doorkneed was in de Schriften. 25Hij had onderricht ontvangen in de weg des Heren, sprak vol geestdrift en gaf in bijzonderheden onderricht over alles wat Jezus betrof, hoewel hij alleen het doopsel van Johannes kende. 26Ook begon hij vrijmoedig in de synagoge op te treden. Nadat Priscilla en Áquila hem gehoord hadden, namen ze hem mee en legden hem de weg van God nauwkeuriger uit.

27Toen hij wilde doorreizen naar Achaïa, zonden de broeders aan de leerlingen een brief met het verzoek hem goed te ontvangen. Daar aangekomen was hij door zijn genadegave van veel nut voor de gelovigen, 28want krachtig weerlegde hij in het openbaar de Joden door aan de hand van de Schriften te bewijzen, dat Jezus de Messias was.


Niet alleen verlangen om te onderwijzen, maar ook om onderwezen te worden

Apollos verschijnt op het toneel als een man van grote welsprekendheid en kennis van de Schriften. Hij predikt met passie over Jezus, maar zijn begrip is nog onvolledig. Ondanks zijn indrukwekkende gaven blijft hij openstaan om te leren. Wanneer Priscilla en Aquila hem horen spreken, herkennen ze zijn potentieel, maar zien ze ook de tekortkomingen in zijn onderricht. In plaats van hem publiekelijk te corrigeren, nemen ze hem apart en onderwijzen hem nauwkeuriger in de weg van God. Het bijzondere is niet alleen hun wijsheid, maar ook de nederigheid van Apollos om correcties te aanvaarden.

St.-Thomas van Aquino reflecteert op deze deugd en zegt: “Apollos was vurig van geest, maar onvolledig in kennis. Toch verachtte hij correctie niet, maar aanvaardde die nederig. Dit is het kenmerk van ware wijsheid: niet alleen verlangen om te onderwijzen, maar ook om onderwezen te worden.” Veel begaafde mensen verzetten zich tegen correcties, waardoor trots hun groei belemmert. Apollos daarentegen houdt niet vast aan zijn eigen begrip, maar verwelkomt de leiding van anderen. Deze nederigheid maakt hem tot een nog krachtiger instrument in Gods handen, aangezien hij later met nog grotere overtuiging tegenstanders weerlegt.

Dit moment maakt deel uit van een groter patroon van spirituele groei en volharding dat door het hoofdstuk heen zichtbaar is. Paulus, die door Gods voorzienigheid gespaard blijft van schade door Gallio, wordt niet zelfgenoegzaam. In plaats daarvan blijft hij de gelovigen versterken. Zoals St.-Augustinus ons herinnert: “Paulus bekeerde niet alleen, maar bevestigde ook de gelovigen, wat laat zien dat het werk van het Evangelie niet alleen in het begin ligt, maar in het volharden”. Net zoals Paulus de noodzaak erkende van voortdurende vorming onder gelovigen, weerspiegelt Apollos’ bereidheid om in kennis te groeien datzelfde principe—evangelisatie gaat niet alleen om het verkondigen van Christus, maar ook om een dieper begrip van Hem te ontwikkelen.

Zijn verhaal daagt ons uit om na te denken: Hebben wij de nederigheid om te erkennen dat we niet alles weten? Staan we open om te leren van degenen die God op ons pad plaatst, zelfs als ze minder ervaren lijken dan wij? Vaak bewonderen we degenen die onderwijzen en leiden, maar de grootste leiders zijn juist degenen die bereid zijn om zelf onderwezen te worden. Zoals Apollos moeten we een geest van openheid cultiveren, zodat de wijsheid van anderen ons begrip van het geloof kan verfijnen.

In een wereld die zelfredzaamheid en expertise hoog acht, herinnert Apollos ons eraan dat ware grootheid te vinden is in nederige leerbaarheid. Of we nu goed thuis zijn in de Schrift, theologie of bediening, er is altijd ruimte voor groei. Mogen wij, zoals Apollos, vurig van geest maar ook nederig van hart zijn, altijd bereid om te leren, zodat we Christus des te effectiever kunnen verkondigen