Handelingen van de Apostelen 28, 17-31
17Drie dagen later ontbood hij de voornaamste Joden bij zich. Toen zij bijeengekomen waren, zei hij tot hen: “Mannen broeders, ofschoon ik niets gedaan heb tegen ons volk of de voorvaderlijke gebruiken, ben ik vanuit Jeruzalem als gevangene uitgeleverd aan de Romeinen. 18Dezen wilden mij na verhoor in vrijheid stellen, omdat ik niets had bedreven waarop de doodstraf stond. 19Maar omdat de Joden zich hiertegen verzetten, zag ik me gedwongen mij op de keizer te beroepen, dit echter niet als had ik enige klacht in te brengen tegen mijn volk. 20Dat is dus de reden, waarom ik verzocht u te mogen zien en u toe te spreken. Het is om de verwachting van Israël, dat ik deze ketenen draag.” 21Zij zeiden daarop tot hem: “Wij hebben geen brieven uit Judea over u gekregen en evenmin heeft iemand van de broeders die hier aankwam, iets slechts over u beticht of verteld. 22Wel wensen wij van u te vernemen wat uw denkbeelden zijn; want van die sekte is ons bekend dat ze overal tegenspraak ondervindt.”
23Nadat ze een dag met hem hadden afgesproken, kwamen zij in nog groter aantal bij hem in zijn verblijf bijeen. Van de vroege morgen tot de late avond getuigde hij in zijn uiteenzettingen van het Koninkrijk Gods en trachtte hij hen voor Jezus te winnen, uitgaande van de Wet van Mozes en de profeten. 24Sommigen lieten zich overtuigen, maar anderen bleven ongelovig. 25Zonder dat zij het met elkaar eens konden worden gingen zij weg, maar niet dan nadat Paulus nog dat ene woord gezegd had: “Terecht heeft de heilige Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen gesproken: 26Ga tot dit volk en zeg: Met uw oren zult gij luisteren en toch niet verstaan, met uw ogen zult gij kijken en toch niet zien. 27Want verhard is het hart van dit volk, en hun ogen doen zij dicht uit vrees dat zij zouden zien met hun ogen, met hun oren zouden horen, met hun hart zouden verstaan, zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen. 28Het zij dus aan u bekend, dat aan de heidenen dit heil van God is gezonden. Zij zullen wel luisteren.”
29Volle twee jaar vertoefde hij in een eigen huurwoning 30en ontving allen die bij hem kwamen. 31Hij predikte het Rijk Gods en gaf onderricht in de leer over de Heer Jezus Christus in alle vrijmoedigheid, zonder enige belemmering.