Article header background
Terug naar overzicht

Philippe Cochinaux

image

Paulus voor Agrippa en Bernike


image

Foto: Pixabay

Handelingen der Apostelen 25, 13-37

13Enkele dagen later kwamen koning Agrippa en Bernice in Caesarea en maakten hun opwachting bij Festus. 14Tijdens hun verblijf aldaar, dat verscheidene dagen duurde, legde Festus het geval van Paulus aan de koning voor met de woorden: “Felix heeft hier een gevangene achtergelaten 15tegen wie de hogepriesters en de oudsten van de Joden, toen ik in Jeruzalem was, een aanklacht hebben ingediend, met het verzoek hem te veroordelen. 16Ik heb hun te verstaan gegeven, dat de Romeinen niet gewoon zijn iemand bij wijze van gunst uit te leveren, voordat de beklaagde tegenover zijn beschuldigers heeft gestaan en gelegenheid heeft zich tegen de aanklacht te verdedigen. 17Zij kwamen dus hier heen en zonder uitstel heb ik de volgende dag rechtszitting gehouden en de man laten voorleiden. 18Toen de aanklagers om hem heen stonden, brachten zij geen enkele beschuldiging in van misdaden waar ik op gerekend had. 19Wel hadden zij bepaalde kwesties tegen hem op het gebied van hun eigen godsdienst en over een zekere Jezus die dood is, maar van wie Paulus beweerde, dat Hij leeft. 20Omdat ik met het onderzoek van die dingen geen weg wist, heb ik gevraagd of hij naar Jeruzalem wilde gaan om daar in deze zaak terecht te staan. 21Maar Paulus is in hoger beroep gegaan en wilde daarom tot de uitspraak van Zijne Majesteit in bewaring gehouden worden. Daarom heb ik bevel gegeven hem in hechtenis te houden, totdat ik hem naar de keizer kan zenden.”

22Agrippa zei tot Festus: “Ik zou zelf die man wel eens willen horen.” “Morgen,” antwoordde deze, “zult ge hem horen.” 23De volgende dag verschenen Agrippa en Bernice met grote praal en gingen, begeleid door de bevelhebbers en de aanzienlijkste mannen van de stad, de audiëntiezaal binnen. Festus liet Paulus voorleiden 24en sprak als volgt: “Koning Agrippa en gij allen hier met ons aanwezig, daar ziet ge nu de man over wie heel het volk van de Joden zich in Jeruzalem en hier tot mij gewend heeft, schreeuwend dat hij niet langer in leven mocht blijven. 25Ik kwam echter tot de bevinding dat hij niets gedaan heeft wat de doodstraf verdiende, maar omdat hij zich op Zijne Majesteit beriep, heb ik besloten hem door te zenden. 26Iets bepaalds kan ik de Heer niet over hem schrijven. Daarom heb ik hem nu voor u doen brengen, in het bijzonder voor u, koning Agrippa, in de hoop na het onderzoek iets te kunnen schrijven. 27Het heeft, dunkt me, geen zin een gevangene door te zenden zonder tevens de beschuldigingen te vermelden die tegen hem zijn ingebracht.

Paulus voor Agrippa en Bernike

In het tumult van het leven kunnen we naar God luisteren in de woorden en daden van zijn Zoon. Luisteren is gemakkelijk, maar horen we ook wat we horen?

Eerst komt het luisteren en dan moeten we de woorden die we ontvangen in ons opnemen zodat ze de vereiste reis in ons kunnen afleggen. Ook Paulus, geconfronteerd met de aanklachten die tegen hem waren ingebracht, had maar één wens: gehoord worden.

Soms moeten we jammeren, schreeuwen en huilen om gehoord te worden door onze naasten. En het gevoel dat de anderen doof zijn, kunnen we ook ervaren in onze relatie tot God. Hoe vaak hebben we niet, als we te maken hebben met ziekte, rouw of het verlies van een baan, het gevoel dat, als God naar ons luistert, Hij ons niet hoort, dat Hij niet antwoordt of dat Hij zwijgt ondanks onze soms zeer dringende smeekbeden. En zo sluiten we ons op in een diepe eenzaamheid waaruit we maar moeilijk kunnen ontsnappen. We worden dan uitgenodigd om de reis van het geloof opnieuw te beleven, dat wil zeggen opnieuw te durven leven met het onverwoestbare vertrouwen dat de Zoon van God in ons leeft. Hij is aanwezig in het diepst van ons wezen, waar niemand anders hem kan ontmoeten, daar waar het menselijke en het goddelijke in ieder van ons met elkaar verweven zijn. De Zoon is in ons, terwijl de Geest naast ons wandelt. Hij begeleidt ons op de reis van ons leven.

We zijn nooit alleen. Maar zijn we in staat om Hem te herkennen in degenen die dicht bij ons staan? Zijn we in staat om in zo een vertrouwen te leven?

Ik hoop het, want als we leven met de diepe overtuiging dat God in ons en met ons is, dan hoeven we, net als Paulus, niet meer bang te zijn voor de toekomst.

Hartelijk dank dat u samen met Resurrexit deze 50 dagen bent opgetrokken !
Wilt u onze projecten steunen? Elke gift, groot of klein, is welkom – vanuit uw hart.
De Paters Dominicanen VZW : BE59 4310 6000 0126
Mededeling: “Gift voor Resurrexit” (of voor een ander project naar uw keuze)