Article header background
Terug naar overzicht

Didier Croonenberghs

image

Paulus voor Festus Beroep op de keizer


image

Foto: Pixabay

Handelingen van de Apostelen 25, 1-12

1Na aankomst in zijn provincie reisde Festus drie dagen later van Caesarea naar Jeruzalem 2waar de hogepriester en de voornaamsten van de Joden hun aanklacht tegen Paulus bij hem indienden. Zij verzochten hem 3bij wijze van gunst, die ten nadele van Paulus bedoeld was, dat hij hem naar Jeruzalem zou laten komen. Zij beraamden alvast een hinderlaag om hem onderweg te vermoorden. 4Festus antwoordde echter, dat Paulus in Caesarea gevangen bleef, maar dat hij zelf van plan was spoedig te vertrekken. 5“Laten dus de aanzienlijksten onder u,” zo zei hij, “met mij mee gaan, en als er iets verkeerds met die man is, een aanklacht tegen hem indienen.” 6Nadat hij hoogstens acht of tien dagen in hun midden vertoefd had, ging hij naar Caesarea, waar hij de volgende dag rechtszitting hield en Paulus liet voorleiden.

7Zodra deze aanwezig was, gingen de Joden die van Jeruzalem waren gekomen, om hem heen staan en brachten vele en zware beschuldigingen tegen hem in, die ze echter niet konden bewijzen. 8Paulus hield vol, dat hij noch tegen de Joodse Wet noch tegen de tempel noch tegen de keizer iets misdreven had. 9Festus echter, die de Joden een gunst wilde bewijzen, richtte het woord tot Paulus en zei: “Zijt ge genegen naar Jeruzalem te gaan om daar in deze zaak in mijn tegenwoordigheid terecht te staan?” 10Maar Paulus antwoordde: “Ik sta hier voor de rechtbank van de keizer en hier moet over mij geoordeeld worden. Tegen de Joden heb ik niets misdreven, zoals ook gij zelf heel goed weet. 11Indien ik werkelijk schuldig ben en iets gedaan heb waar de doodstraf op staat, weiger ik niet te sterven, maar als van hun beschuldigingen niets waar is, dan heeft niemand het recht mij bij wijze van gunst aan hen uit te leveren. Ik beroep mij op de keizer.” 12Na overleg met zijn Raad verklaarde Festus: “Op de keizer hebt ge u beroepen, naar de keizer zult ge gaan.”

Paulus voor Festus | Beroep op de keizer

Op de keizer heeft u zich beroepen, naar de keizer zult u gaan.” Deze passage markeert een keerpunt in Paulus' verdediging en problemen. Vanaf nu was hij veilig voor de vijandigheid van de hogepriesters en de voornaamste Joden, en was hij op weg naar Rome. Paulus maakte gebruik van zijn recht als Romeins burger en vroeg Festus om in Rome berecht te worden. Festus aarzelde niet om dit verzoek in te willigen, zo was hij eindelijk verlost van zijn lastige gevangene... De geschiedenis herhaalt zich.

In Festus vinden we iets terug van Pilatus die geen problemen wil. Loopt de herinnering aan het proces tegen Jezus niet door dit verhaal heen? Net zoals Pilatus Jezus naar Herodes stuurde, stuurt Festus Paulus naar de Herodiaanse koning Agrippa.

Laten we duidelijk zijn over wat er op het spel staat in dit fragment: Festus wil -misschien uit lafheid, gebrek aan moed of opportunisme- eigenlijk de gunst van de Joden winnen. Om de spanning in dit verhaal te begrijpen, is het interessant om te ontdekken dat er een Griekse woordspeling verborgen zit in deze korte scène. Zoals Daniel Marguerat in zijn commentaar opmerkt, is “opbrengst” Grieks voor χαρίζομαι, van hetzelfde woord χάρις, dat genade, gunst betekent. Dit is het werkwoord dat gebruikt wordt om te spreken over Barrabas, die gratie kreeg in plaats van Jezus. Het parallellisme is duidelijk...

Genadig zijn... is soms paradoxaal genoeg ‘toegeven’! Dit kan zowel positief als negatief zijn... Laten we eens kijken naar al die keren dat we een gunst willen verlenen, maar in werkelijkheid toegeven aan lafheid. Al die keren dat ons “ja” een “nee” inhoudt. Waar onze vriendelijkheid meer beleefdheid is, of zelfs angst om te kwetsen.

In deze passage wint niet de waarheid, ook al is het een gerechtelijke waarheid, maar lafheid, het verlangen om van een vervelend probleem af te komen... Geven we soms niet toe aan het verlangen om een gunst te verlenen, in plaats van de waarheid te vertellen en waarheidsgetrouw te zijn? Verkiezen we niet de afwezigheid van conflicten boven een broederlijke correctie? Liever terugtrekking dan tegenspoed?

Opdat ons “ja” waar zou zijn, moeten we de moed hebben om “nee” te zeggen. We ervaren al deze kleine laffe gebaren in ons dagelijks leven. Moge de Geest ons de moed geven die Paulus inspireerde. En laten we de kracht vinden om de waarheid over onszelf te vertellen, voordat we die over anderen proberen te vertellen.

Hartelijk dank dat u samen met Resurrexit deze 50 dagen bent opgetrokken !
Wilt u onze projecten steunen? Elke gift, groot of klein, is welkom – vanuit uw hart.
De Paters Dominicanen VZW : BE59 4310 6000 0126
Mededeling: “Gift voor Resurrexit” (of voor een ander project naar uw keuze)