Article header background
Terug naar overzicht

Michael-Dominique Magielse

image

Problemen in Tessalonica


image

Foto: Pixabay

Handelingen van de Apostelen 17, 1-15

1Over Amfípolis en Apollonia kwamen zij in Tessalonica, waar een synagoge van de Joden was. 2Als naar gewoonte zocht Paulus hen daar op en uitgaande van de Schriften hield hij op drie sabbatdagen een betoog, 3waarin hij uitlegde en bewees, dat de Messias moest sterven en uit de doden opstaan. “Jezus, die ik u verkondig,” zo zei hij, “Hij is de Messias.” 4Sommigen van hen lieten zich overtuigen en sloten zich aan bij Paulus en Silas, evenals een talrijke groep uit de godvrezende Grieken en niet weinige aanzienlijke vrouwen. 5Maar de Joden werden afgunstig en met de hulp van een paar vlegels uit het grauw verwekten ze een volksoploop en brachten de stad in rep en roer. Ze drongen op naar het huis van Jason en wilden hen voor de volksvergadering brengen. 6Toen ze hen niet vonden, sleurden ze Jason met enkele broeders naar de stedelijke overheid, terwijl ze schreeuwden: “Die mensen, die de hele wereld in onrust gebracht hebben, zijn nu ook hier 7en Jason heeft hen in zijn huis opgenomen. Al die mensen handelen in strijd met de decreten van de keizer door te beweren, dat er een andere koning is: Jezus.” 8Zo zweepten zij het volk op en ook de stedelijke overheid die dit hoorde. 9Deze liet Jason en de overigen pas vrij, nadat ze van hen een borgtocht hadden geëist.

10De broeders deden nog die nacht Paulus en Silas naar Berea vertrekken, waar zij zich na aankomst naar de synagoge van de Joden begaven. 11Dezen waren gunstiger gestemd dan die in Tessalonica. Ze luisterden met alle bereidwilligheid naar het woord en bestudeerden dag aan dag de Schriften of het inderdaad zo was. 12Velen van hen kwamen dan ook tot het geloof, evenals talrijke voorname heidense vrouwen en niet weinige mannen. 13Zodra echter de Joden van Tessalonica vernamen, dat het woord Gods door Paulus ook in Berea verkondigd werd, kwamen ze daar eveneens het volk verontrusten en ophitsen. 14Toen deden de broeders Paulus terstond afreizen naar de kust; Silas en Timóteüs bleven achter. 15Paulus’ begeleiders brachten hem weg tot Athene en vertrokken met de boodschap voor Silas en Timóteüs om zich zo snel mogelijk weer bij hem te voegen.

In de problemen | jaloezie

Nu we verder gevorderd zijn in het boek Handelingen ontdekken we dat Paulus – toen hij nog Saulus heette – van een vervolger van de mensen van de Weg, zelf van de Weg is geworden. Als rondtrekkend prediker is hij op weg naar Athene. En vandaag passeert hij Thessalonika. Hij houdt zich op in de synagoge, het leerhuis, en leest met de joden uit de Schriften en legt hun uit dat de Christus moest lijden en opstaan uit de doden, en dat deze, de Christus is, Jezus, die ik u verkondig, zegt Paulus.

Net als in een goede film voel je al aan dat het ergens in het verhaal moet misgaan. Dat is dan ook het geval. Hoewel sommigen de boodschap van Paulus lijken de vatten en zich bij hem en zijn groep willen aansluiten, gebeurt ook het tegenovergestelde. Lucas vermeldt in het boek Handelingen dat de ‘joden jaloers werden’. Blijkbaar stuit het evangelie dat Paulus hun voorhoudt, hun tegen de borst. Ze moeten niets hebben van de boodschap die Paulus brengt en sterker nog ze wijzen het af en misgunnen dat ook anderen erover horen. Ze nemen mensen die op de markt maar wat rondhangen in de arm. Blijkbaar is dit gepeupel makkelijk over te halen om een volksoploop te veroorzaken en de stad in tumult te brengen.

“Jaloezie is een gevoel of een gemoedstoestand waarbij iemand denkt iets te kort te komen.”

Ik blijf even stilstaan bij het woord ‘jaloers’. Jaloezie is een gevoel of een gemoedstoestand waarbij iemand denkt iets te kort te komen. Meestal gaat het dan om materie, eigenschappen of bepaalde relaties die zij graag willen hebben of waarvan zij het niet kunnen uitstaan dat anderen het wel hebben en zij zelf niet. Dat iemand met een dure auto komt aanrijden kan anderen jaloers maken, bijvoorbeeld. Wat zou de joden dan jaloers gemaakt hebben? Het succes dat anderen zich aansloten? Lucas vermeldt namelijk drie groepen: ‘sommigen uit hen, de joden dus’, godsdienstige Grieken, en voorname vrouwen. Dat is nogal wat. De joden lijken het nakijken te hebben.

Jaloezie is een sterke emotie en haalt – zo toont het verhaal van vandaag aan – niet echt het beste in de mens naar boven. In min of mindere mate hebben we daar allemaal wel eens last van of mee te maken. Waarom vinden we het vervelend dat iemand anders iets moois of leuks heeft? Waarom kan ons dat zo beheersen? Het komt voort uit een gevoel dat iemand bang is aandacht, bezit of positie te moeten missen. Vaak ligt hier een grote mate van onzekerheid aan ten grondslag. Onzekerheid over of je wel voldoende aandacht krijgt. Onzeker zijn of ook jij wel krijgt waar je 'recht' op denkt te hebben. Onzekerheid doordat iemand anders beter presteert dan jijzelf. Iemand die jaloers is probeert een fundamenteel punt te negeren, namelijk de onzekerheid die iemand heeft.