Article header background
Terug naar overzicht

Stefan Mangnus

image

Te Ikonium en te Lystra | Genezing van een lamme


image

Paulus geneest de kreupele te Lystra. Schilder: Karel du Jardin, 1663. Wikimedia Commons

Handelingen van de Apostelen 14, 1-20

1In Ikonium gingen zij eveneens de synagoge der Joden binnen en spraken zo, dat een groot aantal Joden zowel als Grieken het geloof aannamen. 2Maar de Joden die zich niet hadden laten overtuigen, hitsten de heidenen op tot vijandigheid tegen de broeders. 3Wel bleven zij daar geruime tijd en spraken vrijmoedig in vertrouwen op de Heer, die getuigenis gaf voor het woord van zijn genade en door hun handen wondertekenen deed geschieden. 4Maar tenslotte ontstond er verdeeldheid onder de bevolking van de stad: sommigen hielden het met de Joden, anderen met de apostelen. 5Toen de heidenen en de Joden samen met hun overheden aanstalten maakten om hen te mishandelen en te stenigen, 6namen zij, zodra zij dit bemerkten, de wijk naar de Lykaonische steden Lystra, Derbe en hun omstreken. 7Ook daar predikten zij het Evangelie. 8Er was in Lystra een man die geen kracht in zijn voeten had en moest blijven zitten. Hij was van zijn geboorte af lam en had nooit kunnen lopen. 9Terwijl die man naar Paulus’ toespraak luisterde, keek deze hem onderzoekend aan en zag dat hij het geloof bezat om gered te worden. 10Daarom sprak hij met stemverheffing: “Ga op uw voeten staan, recht op!” De man sprong op en liep rond.

11Toen de mensen zagen wat Paulus gedaan had, begonnen ze te schreeuwen en riepen in het Lykaonisch: “De goden zijn in mensengedaante tot ons neergedaald.” 12Barnabas noemden ze Zeus, en Paulus, omdat hij de woordvoerder was, Hermes. 13De priester van de tempel Zeus-buiten-de-stad bracht bekranste stieren naar de poorten en wilde samen met het volk een offer gaan opdragen. 14Toen de apostelen Barnabas en Paulus dit vernamen, scheurden ze hun kleren en stortten zich tussen het volk, luid roepend: 15“Mannen, wat gaat ge nu beginnen? Ook wij zijn mensen, juist als gij. Wij brengen u de Blijde Boodschap dat gij u af moet keren van deze waardeloze goden en u wenden tot de levende God, die de hemel en de aarde gemaakt heeft en de zee en alles wat daarin is. 16In voorbije tijden liet Hij alle volken hun gang gaan, 17maar Hij heeft niet nagelaten getuigenis van zichzelf te geven door het schenken van weldaden: vanuit de hemel schonk Hij u immers zegen en vruchtbare jaargetijden en verblijdde u met overvloed van voedsel.”

18Maar zelfs deze woorden konden het volk er maar nauwelijks van weerhouden hun een offer op te dragen. 19Er kwamen echter Joden van Antiochië en Ikonium die het volk ompraatten. Daarom stenigden zij Paulus en sleepten hem buiten de stad in de mening dat hij dood was. 20Maar toen de leerlingen om hem heen waren gaan staan richtte hij zich op en ging weer de stad binnen. De volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe.

Te Ikonium en te Lystra | Genezing van een lamme

Met Paulus en Barnabas zijn we op reis, een reis door Klein-Azië, het huidige Turkije. En we doen twee steden aan, Ikonium en Lystra. Later, als Paulus en Barnabas ruzie hebben gekregen en uit elkaar zijn gegaan, zal Paulus nog eens door Turkije reizen voor een grotere reis die hem dan ook naar Griekenland voert, en dan zal hij opnieuw Ikonium en Lystra aandoen. Maar nu reizen ze nog samen.

Paulus en Barnabas verkondigen het evangelie, met woorden en met daden: we horen dat ze preken, en dat ze mensen genezen. Woorden en daden: blijkbaar is prediking altijd een combinatie van beide.

En we horen over de reactie op hun prediking. In Ikonium krijgen ze gemengde reacties: er komen mensen tot geloof, maar de prediking roept ook weerstand op, zelfs vijandigheid. Ik vind dat een troostrijke gedachte: blijkbaar hoef je het als prediker niet iedereen naar de zin te maken.

In Lystra is de reactie op een andere manier gemengd. We horen over de genezing van een man, en over de reactie van de omstanders die dit keer wel eenduidig vol enthousiasme is, maar het gebeurde volkomen verkeerd verstaat: ze zien Paulus en Barnabas voor goden aan en willen hen offers brengen, en vervolgens is het aan Paulus en Barnabas om het misverstand achter het enthousiasme weg te nemen: “wij zijn mensen, net als jullie.”

Ik moet bekennen dat ik wel sympathie heb voor de inwoners van Lystra. Ze staan open voor het wonder, en je kunt het ze toch moeilijk kwalijk nemen dat ze het interpreteren binnen hun eigen verstaanshorizon. In zekere zin zijn ze ook op weg naar de waarheid als ze over Paulus en Barnabas zeggen dat de goden in mensengedaante zijn verschenen. Het Griekse woord dat ze gebruiken staat niet ver af van het woord dat het concilie van Nicea, dit jaar 1700 geleden voor Jezus zal gebruiken: dat Hij een van wezen met God is, zoals Hij het ook met ons is.

De inwoners van Lystra gebruiken het voor de verkeerden en ze verstaan het ook niet goed, maar met hun poging om woorden te geven aan het wonderlijke dat ze hebben zien gebeuren zijn ze wel begonnen aan een gelovige leerweg. Daarin zijn ze een voorbeeld van wat de kerk is: een school die ons leert om telkens opnieuw onze eigen afgoden te ontmaskeren, en ons steeds meer toe te vertrouwen aan de onkenbare God.