Handelingen van de Apostelen 14, 21-28
21Nadat zij in die stad het Evangelie hadden verkondigd en vele leerlingen hadden gewonnen, keerden zij naar Lystra, Ikonium en Antiochië terug. 22Daar bevestigden zij de leerlingen in hun goede gesteldheid, spoorden hen aan in het geloof te volharden en zeiden dat wij door vele kwellingen het Rijk Gods moeten binnengaan. 23In elke gemeente stelden zij na gebed en vasten oudsten voor hen aan en vertrouwden hen toe aan de Heer, in wie zij nu geloofden. 24Zij reisden door Pisidië naar Pamfylië, 25predikten het woord in Perge en bereikten Attalia. 26Daar gingen ze scheep naar Antiochië, vanwaar zij, aan Gods genade aanbevolen, waren uitgegaan naar het werk dat zij volbracht hadden. 27Na hun aankomst riepen zij de gemeente bijeen en vertelden alles wat God met hun medewerking tot stand had gebracht en hoe Hij voor de heidenen de poort van het geloof had geopend. 28Geruime tijd brachten ze daar bij de leerlingen door.