"Wat het jubileum met mij doet? Dat de tijd heel snel is gegaan", zegt Jan van Hooydonk lachend. Hij is de huidige voorzitter van de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland (DLN) en was één van de 19 mensen die in het eerste jaar van het bestaan van DLN, op 24 oktober 1999, professie deed. Dat was in de Dominicuskerk in Utrecht, nu de plek van het feest.
'Geen generatieverschijnsel'
"Kijkend naar de groei die DLN heeft doorgemaakt, durf ik wel te zeggen dat de lekengemeenschap geen generatieverschijnsel is, zoals bijvoorbeeld de Acht Mei beweging wel was." Die progressieve kerkelijke tegenbeweging ontstond in de jaren tachtig en werd in 2003 opgeheven. De DLN is volgens Van Hooydonk iets anders, iets duurzamers: 'een leeftijdsverschijnsel'.
In een dit jaar uitgebrachte brochure is veel te lezen over de geschiedenis van DLN, feitelijk een voortzetting van de 'Derde Orde' die heel lang bestond (en in andere landen nog altijd onafgebroken bestaat). Door vergrijzing nam het aantal leden van de Nederlandse Derde Orde in de jaren zestig af. Tegelijkertijd ontstonden in die periode de zogeheten Regionale Dominicaanse Familiegroepen, waarbinnen broeders, zusters en leken op voet van gelijkheid met elkaar omgingen. Dat leidde in oktober 1999 in samenspraak met de broeders en zusters tot de stichting van een nieuw soort gemeenschap: de DLN.
Mond-op-mond-reclame
Van Hooydonk: "We zien dat veel aspirant-leden rond de 50 of 65 jaar zijn. Blijkbaar zijn die leeftijden cruciale momenten in je leven waarop je jezelf levensvragen stelt. Al hebben we ook jongere leden. Een trend van de afgelopen tijd is dat een deel van de nieuwe leden van DLN nog niet zo bekend is met de dominicaanse wereld: ze komen via internet of dankzij mond-op-mond-reclame bij de lekengemeenschap aan en worden dan nieuwsgierig.Natuurlijk geeft mij dat als voorzitter hoop. Al werk ik niet voor het resultaat, een hoog aantal leken is echt niet het doel. Je moet iets doen omdat iets zinvol is. En ja, dat is DLN zeker."