Begroeting

Laten wij ook op deze vakantiezondag de viering starten met een kruisteken, het symbool van Gods liefde voor de mensen, in de naam van + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.

Openingswoord 1

Snakken naar wat rust, weg van de drukte van het dagelijkse leven, dat overkwam ook Jezus en zijn apostelen. De apostelen zijn net terug van hun eerste zending en Jezus en zij willen, in alle kalmte en rust, even bijpraten en overleggen. Maar Jezus is bijzonder populair geworden en Hij krijgt steeds een grotere menigte achter Zich aan. En alhoewel Jezus al even graag als zijn apostelen met hen alleen zou willen samenzijn, geeft Hij toe aan zijn mededogen voor de mensen die Hem zo hardnekkig volgen: Hij kan het niet aanzien dat mensen in hun hoop op Hem worden teleur gesteld, Hij gaat in op hun appél. Zijn ook wij bereid, in onze toch zo begeerde en wellicht welverdiende vakantie, nog oog te hebben voor anderen en hun noden en onze eigen plannen ervoor opzij te zetten?

Openingswoord 2

Mensen mogen we geen schapen noemen. Dat is een belediging. Maar we komen wel eens mensen tegen die lijken op schapen zonder herder. Mensen die het noorden kwijt zijn, mensen die in de put zitten. Ze hebben nood aan herderlijke zorg die hen op de goede weg kan helpen en hen kan genezen van hun ellende. U zult het horen in het evangelie: ook Jezus noemde de mensen die zich om Hem heen verdrongen geen schapen. Hij zag dat ze leken op schapen die naar een herder op zoek zijn en Hij werd daardoor diep geraakt. Dit evangelie stelt ons de vraag of wij ons laten raken door mensen in onze omgeving die als schapen zonder herder zijn. Zijn wij bereid om de herderlijke zorg op ons te nemen waar we dat kunnen?

Gebed om ontferming 1

-Heer, we blijven dikwijls maar doorhollen. In ons streven naar steeds meer en beter, vergeten we even een rustpauze in te lassen, laten we de kans liggen om met de anderen te overleggen, om zelfs even in gesprek te gaan met U. Daarom: Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.

–Christus, als een Goede Herder zijt Gij bekommerd om alle mensen, maar het meest om hen die zoekend zijn, om mensen die het moeilijk hebben. Op een moment dat wij moe zijn, dat we wat rust verdienen, laten we de roep mensen in nood liever aan ons voorbij gaan. Daarom: Christus, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.

-Heer, als we echt goede christenen willen zijn, zouden we ons altijd moeten betrokken voelen bij de anderen, zouden we moeite moeten doen ons echt in te leven in hun situatie. Ons christen-zijn beperkt zich echter te vaak tot een aalmoes, maar niet tot echte betrokkenheid, tot echte naastenliefde. Daarom: Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.

God, leer ons te kijken met uw ogen. Amen.

Vergevingsmoment 2

Jezus vraagt vandaag ook aan ons om verslag uit te brengen over het voorbije werkjaar. Wat hebben we gedaan en wat hebben we juist niet gedaan? Waren we wel goede herders, of leefden wij als ‘schapen zonder herder’?

-God, vaak verspilden we teveel tijd aan onbelangrijke dingen. Daarbij waren we dikwijls bezig met onszelf en hoorden of zagen we de anderen niet. Daarom: Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.

-Christus, op regelmatige tijdstippen hebt Gij U teruggetrokken om in stilte na te denken en te bidden. Wij maken daarvoor zo zelden tijd en ruimte. Daarom: Christus, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.

-Heer, Gij neemt ons zoals we zijn, met onze goede en minder fraaie kanten. Anderen bekritiseren kost ons doorgaans weinig moeite, maar een woord van lof of dank krijgen we nauwelijks over de lippen. Daarom: Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.

Lofprijzing

Laten wij de Heer loven en prijzen en dankbaar zijn voor zijn schepping waarin Hij ons geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis. Danken wij Hem voor het licht van zon, maan en sterren, voor de pracht van bloemen en planten, voor het wisselen van de seizoenen en voor alle leven hier op aarde.

Heer, hiervoor willen wij U danken, loven en prijzen.

Laten wij de Heer loven en prijzen omdat Hij zijn Zoon heeft gezonden, die ons de werkelijke waarden van het leven heeft kenbaar gemaakt en ons de weg heeft getoond naar het eeuwig leven.

Heer, hiervoor willen wij U danken, loven en prijzen.

Laten wij de Heer loven en prijzen in alle mensen die zich met hart en ziel inzetten voor het geluk en het welzijn van medemensen, voor de verdere uitbouw van zijn schepping, voor het blijven uitdragen van zijn boodschap, voor een wereld van vrede, zonder haat of tweedracht.

Heer, hiervoor willen wij U danken, loven en prijzen.

Laten wij de Heer loven en prijzen: voor het geluk dat we mogen vinden in zoveel kleine dingen: de glimlach van een kind, een onverwacht teken van liefde, een luisterend oor, voor een gebaar van troost, een woord van dank, en het warme gevoel bij intens geluk.

Heer, hiervoor willen wij U danken, loven en prijzen.

Openingsgebed 1

God, geef ons de rust om U te zoeken, om op adem te komen en de stilte te horen. Geef ons mededogen voor hen die ons pad kruisen en de richting kwijt zijn. Laat ons zien wat voorhanden is. Laat ons al het mogelijke doen. Help ons onze overvloed te delen, zodat niemand tekortkomt, zodat uw Koninkrijk werkelijkheid wordt. Door Christus, onze Heer. Amen.

Openingsgebed 2

Gij die de God zijt van alle tijden en voor wie de eeuwigheid is als een dag, verhoor onze gebeden. Rem ons af als wij onszelf en onze medemensen inderhaast voorbijlopen en moedig ons aan om van tijd tot tijd rust te zoeken in uw aanwezigheid. Want Gij zijt er voor ons vandaag, morgen, alle dagen en tot in eeuwigheid. Amen.
Kees Pannekoek

Lezingen

In het evangelie komen mensen Jezus opzoeken omdat Hij een echte Herder is die luistert naar wat mensen vragen en zich inzet voor een betere samenleving. In Hem wordt de profetie van Jeremia werkelijkheid. God wil immers zijn volk aan goede herders toevertrouwen, niet aan pseudo-herders die mensen tegen elkaar opzetten om er zelf beter van te worden.

Eerste lezing (Jer., 23, 1-6)

Uit de Profeet Jeremia

1 `Wee de herders, door wie de schapen van mijn kudde omkomen en verloren lopen – godsspraak van de Heer. 2 Daarom, zo spreekt de Heer, de God van Israël, tegen de herders die mijn volk weiden: `Door uw schuld zijn mijn schapen verdwaald en uiteengedreven; u hebt er niet op gelet. Maar Ik let wel op u, vanwege al uw misdaden – godsspraak van de Heer.” 3 Ik breng de overgebleven schapen bijeen uit alle landen waarheen Ik ze heb verdreven. Ik breng ze terug naar hun weiden; ze worden weer vruchtbaar en talrijk. 4 Dan stel ik herders over hen aan die hen werkelijk weiden. Ze hoeven niet bang of angstig meer te zijn, geen van hen wordt nog vermist – godsspraak van de Heer. 5 Geloof Mij, de tijd komt dat Ik een wettige telg van David laat opstaan – godsspraak van de Heer. Hij zal met bekwaamheid regeren en het land rechtvaardig en eerlijk besturen. 6 Dan wordt Juda bevrijd, en leeft Israël veilig. Dit is de naam die men het geeft: `Heer, onze gerechtigheid.”
KBS Willibrord 1995

Tweede lezing (Ef., 2, 13-18)

Uit de tweede brief van de apostel Paulus aan de christenen van Efeze

Broeders en zusters, 13 Nu bent u, die eertijds veraf was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door het bloed van Christus. 14 Want Hij is onze vrede, Hij die de twee werelden één gemaakt heeft, en de scheidsmuur heeft neergehaald, door in zijn vlees de vijandschap, 15 de wet met haar geboden en verordeningen, te vernietigen. Hij heeft vrede gesticht door in zijn persoon uit die twee één nieuwe mens te scheppen, 16 en beiden in één lichaam met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood. 17 En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u die veraf was en vrede aan hen die dichtbij waren. 18 Want door Hem hebben wij beiden in één Geest toegang tot de Vader.
KBS Willibrord 1995

Evangelie (Mc., 6, 30-34)

Uit het heilig evangelie van onze heer Jezus Christus volgens Marcus

30 Na hun zending kwamen de apostelen terug bij Jezus, en ze vertelden Hem alles wat ze hadden gedaan en hoe ze onderricht gegeven hadden. 31 Hij zei tegen hen: `Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en wat uit te rusten.’ Want er kwamen en gingen zoveel mensen, dat ze niet eens de gelegenheid hadden om te eten. 32 Ze gingen in de boot weg naar een eenzame plaats om alleen te zijn. 33 Men zag hen weggaan en velen herkenden hen. Uit alle steden haastten ze zich te voet daarheen en kwamen er eerder aan dan zij. 34 Toen Hij van boord ging, zag Hij een grote menigte, en Hij had zeer met hen te doen, omdat ze als schapen zonder herder waren, en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten.
KBS Willibrord 1995

Geloofsbelijdenis

In God die ons kent van nabij en ons wil omvormen tot zijn volk van gelovigen, hopenden en liefhebbers, in Hem willen wij ons geloof uitspreken.

Ik geloof in God, die er voor ons wil zijn, die naar ons luistert, die ons nabij wil zijn.

Ik geloof in Jezus, die Mens is geworden, die oog had voor kwetsbare mensen, die niemand in de kou liet staan.

Ik geloof in de Geest die ons bezielt om Jezus na te volgen.

Ik geloof ook in de mensen om mij heen, dat zij zoeken naar geluk, dat zij door U, God, bemind worden.

Ik geloof ook in mijn eigen leven, en dat Gij, God, mij bemoedigt en beschermt.

Ik geloof dat Gij ons allen een leven hebt gegeven, dat sterker is dan de dood. Amen.

Voorbeden 1

Leggen wij bij het begin van deze tafeldienst onze gebedsintenties op het altaar van de Heer, om ze samen met uw gaven en dit brood en deze wijn aan Hem op te dragen.

-Bidden we voor de herders in de Kerk. Dat zij mogen herderen met visie, in dienstbaarheid, met geloof en liefde. Dat zij ver­trouwen durven stellen in en veel begrip opbrengen voor hen die zij mogen hoeden en behoeden. Laten wij bidden…

-Bidden we voor de herders van de wereld. Moge zij hun machtsdenken en hun eigen gelijk relativeren en zich bekeren tot dienaars van de vrede en tot be­harti­gers van het welzijn van allen – in het bijzonder van de zwaksten. Laten wij bidden…

-Bidden wij voor de zovelen die zich, onder welke vorm dan ook, belangeloos inzetten voor deze geloofsgemeenschap. Dat zij mogen rekenen op onze medewer­king en waarde­ring. Laten wij bidden…

-Bidden we voor allen die als goede buur of verre vriend begaan zijn met het lot van mensen om hen heen. Dat zij vreugde blijven vinden in wat zij voor anderen doen. Laten wij bidden…

Voorbeden 2

-Bidden we voor de Kerk van God in deze wereld. Dat zij van harte mag delen in Jezus’ zorg voor elke mens en moge haar zorg heel speciaal uitgaan naar de kleine, de zwakke en gekwetste mens. Laten wij bidden…

-Bidden we voor allen die, om welke reden ook, niet voor zichzelf kunnen zorgen. Dat er mensen zouden zijn die naar hen omzien en hen van harte dienstbaar nabij willen zijn. Laten wij bidden…

-Bidden wij voor mensen die buigen onder de last van zorgen en tegenslag. Dat zij niet breken, dat zij blijven zien dat anderen hen nodig hebben. Dat er anderen mogen zijn die naast hen gaan staan, die met hen meegaan en hen tot steun willen zijn. Laten wij bidden…

-Bidden we voor alle mensen van onze geloofsgemeenschap. Moge er onder ons een sfeer heersen van waardering en erkenning, van oprechte bekommernis en waarachtige zorg. Moge wij elkaar echt tot zegen zijn. Laten wij bidden…

Gebed over de gaven 1

God, Herder van de mensen, Gij verzamelt ons rond deze tafel als één gemeenschap die U ter harte gaat. Aanvaard dit brood en deze wijn als teken van onze genegenheid. Maak ons, brekend en delend, tot mensen naar uw hart, medelevend en bewogen, oprecht bekommerd om elkaars leven. Wij vragen dit in Jezus’ naam. Amen.

Gebed over de gaven 2

Brood en wijn, Heer, zijn ook vandaag onze gaven. Uw liefde kan onze inzet sterker maken dan wij durven dromen. Maak van ons breken en delen met elkaar een maaltijd van eerlijkheid, van integriteit, van verantwoordelijkheid en solidariteit, door Jezus, onze Heer. Amen.

Tafelgebed

God, wij danken U omdat Gij een God van liefde zijt, een God die oog en hart heeft voor ons, zoekende mensen.

Wij danken U omdat Gij de naam van elke mens geschreven hebt in de palm van uw hand. Wij danken U omdat Gij herkenbaar zijt in elke goede mens, in ogen vol mildheid, in een teder gebaar. Overduidelijk hebt Gij dat getoond in Jezus, uw mensgeworden Zoon. Als geen ander gaf Hij gestalte aan uw goedheid en uw liefde voor de mensen.

Gij zijt de hand op onze schouder, de stem die ons moed inspreekt of tactvol corrigeert. In alle mensen die om ons bekommerd zijn, die ons vergeven en aanmoedigen, mogen wij de warmte van uw hart vermoeden. Als liefde ook ons hart beroert, onthullen wij iets van uw gelaat. Omdat wij dit mochten ervaren danken wij U schroomvol met de woorden:

Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten. Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in de hoge. Gezegend Hij die komt in de naam des Heren. Hosanna in de hoge.

Wij danken U voor Jezus, de Christus, de man uit Nazareth, die U ‘Abba’, zijn lieve Vader noemde. Nooit was er van U zoveel te zien en te ervaren als toen Hij op onze aarde was.

Gedreven door gerechtigheid en goedheid openbaarde Hij uw naam in deze wereld. Door zijn woorden van begrip en vergeving, door zijn attentie voor gekwetste mensen, door blinden uitzicht te geven en lammen veerkracht, toonde Hij uw menslievendheid.

Hij was met mensen begaan, deelde hun vreugde, maar ook hun verdriet. Hij veroordeelde niet, maar gaf mensen nieuwe kansen.

Vooral in de nacht, die de laatste van zijn leven werd, heeft Hij een subliem gebaar van liefde gesteld.

Hij nam brood in zijn handen en dankte U. Hij brak het brood en gaf het aan zijn vrienden en zei: “Neem en eet hiervan gij allen. Dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt.”

Zo nam Hij ook de beker. Hij sprak een dankgebed en zei: “Deze beker is het nieuwe Verbond in mijn bloed, dat voor u en voor allen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijf dit doen om Mij te gedenken.”

Als wij dan eten van dit Brood en drinken uit deze Beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Vader, wij zijn U dankbaar omdat wij rond deze tekenen van brood en beker Jezus van Nazareth mogen gedenken. Zend ons zijn Geest opdat ook wij voor elkaar genade zouden zijn, hoe onvolkomen ook.

Geef dat wij elkaar waarderen, dat we niet blind zijn voor de mens naast ons of doof en onverschillig voor zijn nood.

Dan zal er vreugde zijn op aarde liefde, vrijheid en vriendschap in Jezus’ naam.

Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.

Onze Vader

Goede God, wij zijn hier samen gekomen om te gedenken hoe Jezus, uw Zoon, de zorg van alle mensen behartigde. Hij heeft ons getoond hoe belangrijk het is om tijd te maken voor God en voor elkaar. Opdat ook wij dit in deze vakantieperiode niet zouden vergeten, bidden wij samen met de woorden die Jezus ons heeft gegeven: Onze Vader…

Goede God, help ons groeien tot een gemeenschap naar uw hart, waar ons gebed en edelmoedige liefde tekens van uw aanwezigheid mogen zijn. Dan zullen wij hoopvol kunnen uitzien naar de komst van Jezus Messias, uw Zoon. Want van U is het Koninkrijk …

Vredeswens

Als wij elkaar de vrede wensen, dan is dat de vrede van God die onze ziel tot rust brengt. Jezus zei dat Hij ons die vrede wou geven, ondanks het feit dat we nog niet beantwoorden aan Gods bedoelingen. De vrede van de Heer zij altijd met u. Wensen wij elkaar die vrede dan ook van harte toe.

Lam Gods

Communie

Laten wij ook vandaag dit Brood en deze Wijn delen als teken van verbondenheid met Jezus en met elkaar. Dit is het Lam Gods…

Bezinning 1

God, geef mij een hart dat vakantie kan nemen, zich even kan losmaken uit het gareel van zorg en verantwoordelijkheid, dat, los en vrij, de aarde kan proeven en ruiken, en de lucht en het water en de mensen erbij.

Geef mij een hart, dat nog kan open staan om naar de mensen toe te gaan, te luisteren naar hun verhalen en te snoepen van hun vriendschap, als de avond valt.

Geef mij een hart dat gelukkig kan zijn om kleine dingen, een hart dat kan bewonderen zonder te grijpen kan bidden zonder woorden, een hart dat door de dingen heen U kan zien.

Geef mij een hart dat vakantie kan nemen zoals Gij, op die zevende dag, toen alles goed was, wat Gij had gemaakt.
naar Manu Verhulst

Bezinning 2

“Toen Jezus al dat volk zag, voelde Hij medelijden met hen, want zij waren als schapen zonder herder”

Met mensen begaan zijn. Ermee te doen hebben. Ze niet uit het hart kwijtraken. Zoeken wat je voor hen kan doen. De vraag die op hun lippen ligt, ernstig nemen…

Zo was Hij. Hij zorgde dat ze te eten hadden want er waren er bij die van heel ver kwamen. Dat ze leven zouden…. en niet van brood alleen.

We vragen ons soms af wat wij moeten doen om ons christen-zijn te beleven.

Wie echt met mensen begaan is, zal ingaan op Gods wil die voor zijn of haar voeten ligt. Die zal de nood verstaan die de werkelijkheid hem of haar toeschreeuwt.

Begaan zijn met mensen is echt niet zo moeilijk. Het is minstens niemand in de steek laten die op jou een beroep doet.
Magda Franken

Slotgebed 1

Net als in de tijd van Jezus zijn er ook vandaag heel wat mensen ‘als schapen zonder herder’, God. Velen zijn vruchteloos op zoek naar een beetje levenszin, of gaan ten onder aan eenzaamheid of armoede. Geef mij de moed mijn hart voor hen open te stellen en mij door hun vragen te laten raken. En laat mij af en toe de stilte opzoeken en tot Jou te bidden, om mijn solidariteit met kansarmen niet te laten opdrogen.
Erwin Roosen

Slotgebed 2

Veel is zo kostbaar, Heer, maar we zien het niet meer. Veel is zo prachtig en kleurrijk, Heer, maar we verwonderen er ons niet meer over. We ervaren alles in hetzelfde licht. Wij bidden U: leer ons in deze vakantietijd weer te genieten, ons te verwonderen over al wat is en U ervoor te danken.

Zending en zegen

Het leven en het lot van mensen gaan God ter harte, vernamen we in deze viering, maar we hoorden ook dat wij zijn aandacht voor mensen, zijn Brood en zijn vrede van harte mogen delen. Moge de hemel ons daartoe bemoedigen en zegenen in de naam van + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.