Stilte.

V2. komt uit de sacristie

V2.
Stilte voor de storm
adembenemend
gespannen afwachten
bang zijn
dicht bij elkaar zitten
en eten
brood en wijn delen
krachten krijgen
om de reis te maken
‘Witte Donderdag’ Aukje Wijma

Intredemuziek: So gehst du nun, mein Jesu (1.20)
V1 en V3 komen binnen

Begroeting

V1.
Welkom allemaal.
In elke eucharistieviering, maar in deze heel speciaal,
komen wij samen om te vieren rond het gebaar van “breken en delen”
dat Jezus ons naliet.
De goede God moge daarom in ons midden zijn:
als + Vader, Zoon en H. Geest. Amen.

Openingswoord

V1
Deze donderdagavond is geen doordeweekse avond.
Déze avond is immers onlosmakelijk verbonden
met Goede Vrijdag en Paaszaterdag.
Witte Donderdag laat ons zien
hoe een mens tot het uiterste kan gaan in de liefde.
Liefde, niet voor één persoon, maar voor alle mensen.
Liefde die alles omvattend is, alles doorstralend.
Liefde die wonderen doet, die alles vermag,
en waarvan sommigen denken dat ze niet bestaat:
Liefde die in zich vreugde draagt en verdriet
omdat ze alles overstijgt,
zelfs de grens tussen droefheid en vreugde.

Vergevingsmoment

V1.
Omdat wij op die weg Jezus onvoldoende volgen
vragen wij bij het begin van deze viering
God en elkaar om vergeving.

V3.
“Ik ben het toch niet?” vroeg Judas
terwijl hij Jezus in zijn hart al verraden had.
Ook wij zijn wel eens huichelachtig en onoprecht.
Heer, ontferm U dan over ons.
Heer, ontferm U over ons.

“Ik ken die man niet!” riep Petrus
terwijl hij diezelfde dag nog had beweerd
zijn leven voor Jezus te willen geven.
Ook wij zijn niet altijd trouw en geloofwaardig.
Christus, ontferm U dan over ons.
Christus, ontferm U over ons.

“Aan het kruis met Hem!” schreeuwde het volk
hoewel het Hem eerst als Koning had gehuldigd.
Ook wij laten onze vrienden soms in de steek
als ze ons het meest nodig hebben.
Heer, ontferm U dan over ons.
Heer, ontferm U over ons.

Moge de barmhartige God die onze zwakheid kent,
goed voor ons zijn,
ons tekort aan consequent geloof vergeven,
en ons begeleiden op de weg naar elkaar
en naar een leven in volheid voor altijd.
Amen.

Openingsgebed

V1.
God,
uw Zoon Jezus zette de bestaande verhoudingen op hun kop:
wie de voornaamste is moet er niet op staan om gediend te worden,
maar moet zelf dienstbaar zijn aan de anderen.
Leer ons, naar zijn voorbeeld, dienend in het leven te staan
en elkaar nabij te zijn.
Dat vragen wij U door Christus, onze Heer. Amen.

Eerste lezing naar Exodus 12,1- 8,11- 14

V2.
Toen kwam die avond, die nacht, die anders was dan alle andere.
Het is deze nacht die Jezus en zijn leerlingen
herdachten op het Laatste Avondmaal.
Eindeloos leek het
dat het Joodse volk als slaven in Egypte had geleefd,
Maar toen was Mozes gekomen met een bevrijdende boodschap.
Hij bracht het woord van God en verkondigde dat ze bevrijd zouden worden.
Tien keer ging hij aan de Farao vragen of ze mochten vertrekken,
negen keer kwam de Farao op zijn belofte terug
en werd de verdrukking erger dan tevoren.
Toen was het genoeg geweest, nu zouden ze definitief vertrekken.
Maar dit moesten ze eerst nog doen:
ieder Joods gezin moest een lam slachten,
het bloed aan beide deurposten strijken en over de bovenbalk van de deur.
Er was geen tijd om het brood te laten rijzen,
dus was er enkel brood zonder gist, ongedesemd brood,
en kruiden, bittere kruiden.
En zo moesten zij die avond eten:
rechtstaande, de lendenen omgord, de voeten geschoeid, de staf in de hand,
gereed voor het vertrek.
“En ge moet deze avond blijven gedenken en vieren,
elk jaar weer, ter ere van Jahweh,
die jullie heeft bevrijd uit Egypte, toen, en vandaag ook weer…”

Muziek: O du Lieber meiner Liebe (1.05)

Evangelie (Johannes 13, 1-15)

V1.
Onder het laatste avondmaal stond Jezus van de tafel op.
Wetend dat de Vader Hem alles in handen had gegeven,
en in het bewustzijn dat Hij van God was uitgegaan en naar God terugkeerde,
legde Hij zijn bovenkleren af en bond zich een linnen schort voor.
Hij goot water in het wasbekken en begon de voeten van zijn leerlingen te wassen. Met de schort droogde Hij ze af.
Zo kwam Hij bij Simon Petrus.
Die zei; “Heer, wilt Gij me de voeten wassen?”
“Wat Ik doe begrijp je nu nog niet,” antwoordde Jezus.
“Later zul je de betekenis ervan zien.”
“Nooit in der eeuwigheid laat ik door U mijn voeten wassen!”
“Als Ik ze niet was, als Ik je niet mag dienen,
kun je geen deel hebben aan het leven dat Ik geef.”
“Heer, dan niet alleen mijn voeten! Ook mijn handen en hoofd!”
“Ach, wie een bad heeft genomen
hoeft zich alleen het stof van de voeten te wassen.
Jullie zijn rein … Maar niet allemaal.”
Jezus wist dat iemand Hem zou overleveren.
Daarom zei Hij: “Niet allemaal.”
Toen Hij hun voeten had gewassen,
trok Hij zijn kleren weer aan en kwam bij hen aan tafel.
“Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?
Jullie spreken me aan met “Meester” en “Heer”.
Terecht: dat ben Ik.
Als Ik, Heer en Meester, jullie de voeten heb gewassen,
moeten jullie ook elkaars voeten wassen.
Ik heb jullie een voorbeeld gegeven…
Doe zoals Ik heb gedaan.
Want dit staat vast:
een dienaar is niet groter dan zijn heer,
een gezant staat niet boven degene die hem heeft gezonden.
Als je dat onthoudt én er ook naar handelt, ben je gelukkig!”

Handwassing

V1.
Op de vooravond van zijn lijden deed Jezus ons voor
hoe we, letterlijk en figuurlijk, aan liefde handen en voeten kunnen geven.
Hij waste zijn leerlingen de voeten.
Een symbolische gebaar dat Petrus in eerste instantie niet begreep,
en dat ook ons wellicht vreemd overkomt.

In het Palestina van Jezus’ tijd was het gebruikelijk
dat de voeten van de gasten bij hun aankomst werden gewassen.
Ze hadden lang gelopen langs stofferige wegen,
in open sandalen,
en dus was zo’n opfrisbeurt welkom.
Uiteraard was die wasbeurt een taak voor het huispersoneel.

Maar er is meer.
Vooraleer aan tafel te gaan, waste iedereen ook zijn handen.
Dat was niet alleen een vorm van hygiëne zoals bij ons,
maar tegelijk ook een spiritueel reinigingsritueel.
Joden doen dat ook voordat ze de tempel betreden.
Het is een vorm van zich zuiveren
om als een rein mens voor Gods aanschijn te verschijnen.

Dat Jezus, voor het Laatste Avondmaal,
de handen en voeten van zijn leerlingen waste,
heeft dus een rijke symbolische betekenis.
Toen Hij hiermee klaar was, zei Hij:
“Ik heb jullie een voorbeeld gegeven.
Doe zoals Ik heb gedaan.”

Daarom willen we dit ook vanavond doen:
weliswaar niet onze voeten, wel onze handen laten wassen,
als teken dat we met reine handen
en een zuiver hart willen aanschuiven aan de tafel van de Heer.

Als symbool dat onze voorgangers dienstbaar willen zijn aan de Witte-Kerkgemeenschap, zullen zij nu uw handen wassen en afdrogen.
Mag ik u uitnodigen om naar voor te komen en uw handen te laten wassen.

Zachte muziek: Praise ti the immortality of Jesus

Bezinning (na de handwassing)

V2.
Heer,
ik wil als het water zijn
dat in de rivieren klatert
en door het oerwoud stroomt,
dat velden vruchtbaar maakt
en overal leven brengt.

Heer,
ik wil als het water zijn
dat al wat vies is wast,
dat iedere mens,
hoe hij ook heet,
die heling en bevrijding zoekt,
weer hoop op toekomst geeft.

Heer,
Ik wil als het water zijn
dat alle boten draagt,
vol mensen en hun lasten,
om voor hen allemaal
hun vaart te verlichten.

Heer,
ik wil als het water zijn,
de bron van alle leven,
dat alle mensen samenbrengt
om samen overal vandaan,
lief en leed te delen.

Heer,
ik wil als het water zijn
dat in uw richting stroomt,
om in de wereld
overal uw opdracht waar te maken,
meer mens te zijn voor iedereen.

Geloofsbelijdenis

V1.
Belijden wij samen ons geloof in onze liefdevolle God
en in de taak die wij als zijn volgelingen hebben op te nemen.

Wij geloven in God de Vader,
die zijn schepping in onze handen heeft gegeven
om er een woning van te maken
waarin het goed is om te leven.

Wij geloven in de Zoon Jezus Christus,
die bij ons kwam wonen en nu leeft
in de harten van de mensen.
Hij is ons voorbeeld van liefde tot het uiterste.

Wij geloven in Gods Geest,
die ieder van ons de kracht geeft
om aan het Rijk van God mee te bouwen.

Wij geloven in een gemeenschap
waarin elkeen zorg draagt voor de ander;
waarin eenieder aan de Blijde Boodschap
gestalte geeft door woord en daad.

Wij geloven dat een mensenleven
nooit zal eindigen
en dat we hoopvol mogen uitzien
naar het eeuwig geluk bij de Vader. Amen.

Voorbeden

V1.
God, Gij die ons uitnodigt aan uw tafel, wij bidden U:

V3.
-Bidden we voor alle vluchtelingen in de wereld en in ons eigen land.
Dat zij niet aan hun lot worden overgelaten.
Laat hen ervaren, God, dat Gij ons aan elkaar hebt toevertrouwd.
Geef dat zij gastvrijheid mogen ondervinden.
Laten wij bidden…
Wij bidden U, verhoor ons Heer.

-Bidden we voor allen die de beker van het lijden moeten drinken,
voor mensen die leven met de dood voor ogen.
Laat hen mensen ontmoeten, God,
met wie zij zorgen, pijn en angst kunnen delen.
Geef dat hun lijden daardoor draaglijker wordt.
Laten wij bidden…
Wij bidden U, verhoor ons Heer.

-Bidden we voor allen die vrijwilligerswerk doen in Kerk en samenleving,
mensen die met hart en handen hun talenten ten dienste stellen van anderen.
Laat hun leven erdoor worden verrijkt.
Geef dat hun zorg voor mensen uw aanwezigheid aan het licht mag brengen.
Laten wij bidden…
Wij bidden U, verhoor ons Heer.

-Bidden we voor onszelf en deze geloofsgemeenschap.
Dat wij ons brood breken met hen die honger hebben
en dat wij als bekers van vriendschap mogen zijn voor hen die lijden.
Geef dat we hoop en uitzicht mogen bieden aan elke mens op onze levensweg.
Laten wij bidden…
Wij bidden U, verhoor ons Heer.

-Bidden we op deze Witte Donderdag ook voor onze priesters.
Dat zij bezield mogen blijven door het Woord van de Heer
en dat mogen doorgeven aan allen als een hoopvolle Boodschap.
Wij willen voor hen bidden,
maar hen ook danken voor hun inzet voor deze geloofsgemeenschap
en dat doen we met een bloemetje.
Laten wij voor hen bidden…
Wij bidden U, verhoor ons Heer.

Goede God, wij zijn altijd welkom bij U.
Help ons zo te leven,
dat we dienstbaar zijn aan elkaar.
Moge uw liefde in ons oplichten,
nu rond deze tafel van Jezus, uw Zoon,
maar ook alle dagen van ons leven. Amen.

Gebed over de gaven

V1.
Als doodgewone mensen staan we rond uw altaar, Heer,
met gaven van brood en wijn.
Aanvaard ze,
samen met de moeite die we willen doen om goede christenen te zijn,
samen ook met de liefde die ons samenbrengt
en onze dankbaarheid om alles wat Jezus voor ons deed.
Zegen ze met uw oneindige liefde. Amen.

Tafelgebed

V1.
Wij danken U dat Gij een God van mensen zijt,
dat wij U mogen noemen: onze God en onze Vader,
dat onze toekomst in uw handen ligt,
dat deze wereld U ter harte gaat.
Gij hebt ons tot leven gewekt.
Gezegend zijt Gij, Bron van al wat bestaat.
Daarom prijzen wij uw naam, Heer onze God,
en danken U met de woorden:

Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in de hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in de hoge.

V2.
Wij danken U omwille van uw veelgeliefde Zoon,
die Gij geroepen en gezonden hebt
om ons te dienen en uw weg te tonen,
om aan armen uw Blijde Boodschap te verkondigen,
om recht te doen aan wie onrecht werd aangedaan,
om voor ons allen, het evenbeeld
en de gestalte te zijn van uw mildheid en uw trouw.

Wij danken U voor deze onvergetelijke Mens,
die alles heeft volbracht wat menselijk is:
het leven en de dood.
Wij danken U dat Hij zich met hart en ziel
gegeven heeft aan deze wereld.

V1.
Want in de nacht waarin Hij werd overgeleverd,
heeft Hij het brood in zijn handen genomen.
Hij heeft zijn ogen opgeslagen
naar U, God, zijn Vader.
Hij heeft U dank gezegd, het brood gebroken
en aan zijn vrienden uitgedeeld met de woorden:
“Neem en eet, dit is mijn Lichaam voor u.”

Zo nam Hij ook de beker,
sprak een dankgebed uit en zei:
“Deze beker is het nieuwe Verbond in mijn Bloed,
dat voor u en allen wordt vergoten tot vergeving van zonden.
Telkens als gij van dit Brood eet en uit deze Beker drinkt,
zult gij dit doen tot mijn gedachtenis.”

Verkondigen wij de essentie van ons geloof:

Heer Jezus, wij verkondigen uw dood
en wij belijden tot Gij wederkeert
dat Gij verrezen zijt.

V2.
Daarom, Heer onze God,
stellen wij hier dit teken van ons geloof,
en daarom gedenken wij nu
het lijden en sterven van uw Zoon,
zijn opstanding uit de dood
en zijn intocht in uw heerlijkheid;
dat Hij, verheven aan uw rechterhand,
voor ons ten beste spreekt
en dat Hij komen zal om recht te doen
aan levenden en doden
op de dag die Gij hebt vastgesteld.

Zend ons uw Geest, die leven is, gerechtigheid en licht.
Gij, die het welzijn van de mensen wilt,
en niet hun ongeluk, niet hun dood,
neem alle geweld weg uit ons midden
en geef vrede op aarde
in naam van Jezus, uw Zoon.
Dan zal uw naam geheiligd zijn,
Heer, onze God,
door Hem en met Hem en in Hem
en in de gemeenschap van de Heilige Geest,
dit uur en alle dagen tot in eeuwigheid. Amen.

Onze Vader

V1.
Laten we, vóór we met de Heer aan tafel gaan,
bidden met de woorden die Jezus zelf bad tot zijn en onze Vader:
Onze Vader…

Want van U is het koninkrijk…

Vredeswens

V3.
Heer Jezus Christus,
het geheim van uw leven hebt Gij ons in handen gelegd:
brood, breekbaar en heel gewoon.
Brood dat de smaak heeft van nieuw leven
– nieuw leven waar geen dood meer is en alle tranen gewist zijn –
brood, dat onze vriendschap voedt,
dat delend één maakt,
dat ons tot vrede maakt voor elkaar.
Die vrede van de Heer zij altijd met u.
En geven wij die vrede van harte door aan elkaar.

Voorgangers geven vredeswens door in de kerk.

Lam Gods

Communie

V1.
Opdat we zouden doen wat Hij heeft gedaan
zijn ons dit Brood en deze Beker gegeven.
Laten wij dan eten en drinken
in het besef dat het leven en de toekomst van de wereld
ons in handen is gegeven.
Laten we eten en drinken in het vertrouwen dat,
waar vriendschap en liefde is,
waar wij breken en delen
God aanwezig is.
Dit is het Lam Gods…
Heer, ik ben…

(Het volk communiceert onder twee gedaanten)

Muziek: Prelude to sonnets

Bezinning

V2.
Dit feest wil gewoon zeggen
hoe ongewoon de liefde is.
Dat de meester zich buigt voor de knecht
die zich met verbaasde ogen afvraagt:
“Gebeurt dit echt?
Zien mijn ogen werkelijk wat ze zien?
Is dit de nieuwe orde?”
De wereld op zijn kop.

Liefde heeft geen troon en geen kroon,
liefde staat gebogen.
Met het hoofd naar het stof op onze voet,
met de handen in het wasbekken,
bereid om ze te leiden naar de voet van de ander.
Bereid om de eigen handen vuil te maken
aan mensen die met vuile voeten door het leven gaan.

Slotgebed

V3.
Ik heb mijn Zoon naar de wereld gezonden
om jullie een voorbeeld te geven van tedere dienstbaarheid – zegt God.
Als Hij het brood breekt
en de beker ronddeelt
als teken van zijn gegeven leven,
dan is dat een uitnodiging
om net hetzelfde te doen
en je leven te geven
in dienst van de vreugde en het geluk van anderen.
Als Hij de voeten wast van zijn leerlingen,
die zijn vrienden waren geworden,
dan is dat een uitdaging
om ook je handen vuil te maken
en dienend lief te hebben.
Erwin Roosen

Na het slotgebed luiden de klokken één minuut terwijl er ondertussen niets gebeurt.

OVERBRENGING VAN HET HEILIG SACRAMENT NAAR HET RUSTALTAAR

V1.
De klokken zwijgen.
Het is stil geworden.
Doodstil.

Goede Vrijdag komt dichterbij.
We weten wat toen met Jezus is gebeurd.
Na het feestelijk samenzijn gaat Jezus met zijn vrienden naar de Olijfberg.
Hoe het daar verder ging, horen we zo dadelijk.

Wie dat wenst kan daarna de herinnering aan dat moment
nog even vasthouden,
even meetrekken met Jezus,
naar de stilte van het rustaltaar in de Emmaüskapel.
Daar, symbool van de hof van Olijven,
kunnen we met Hem waken en bidden.

V1 brengt sacrament naar Emmaüskapel.
Ondertussen ontbloten V2 en V3. samen het altaar.
V3.gaat naar de sacristie en dooft de grote lichten.
V2 leest de afsluitende evangelielezing (en gaat daarna ook naar de sacristie)

Het verhaal van de nacht van Witte Donder­dag (Mc. 14,32-42)

V2.
Na het Laatste Avondmaal ging Jezus met zijn leerlingen
naar een landgoed dat Getsemani heet.
“Blijven jullie hier” zei Jezus tegen zijn leerlingen,
“Ik ga bid­den”.
Hij nam Petrus, Jaco­bus en Johannes met zich mee.
Verwarring en angst be­gonnen zich van Hem meester te maken.
“Ik ben doods­bang” zei Hij tegen hen,
“Blijf hier en waak met Mij”.
Hij liep nog een stukje verder,
liet zich voorover op de grond vallen
en bad dat, als het mogelijk was,
dit lij­densuur Hem bespaard mocht blijven.
“Abba, mijn Vader, bij U is alles mogelijk;
neem deze beker van Mij weg.
Alleen, niet wat Ik wil maar wat U wilt”.
Hij ging terug en vond de drie leerlingen in slaap.
“Simon, slaap je?” vroeg Hij aan Petrus.
“Kun je dan nog geen uurtje met Mij waken?
Waak en bid dat je niet toe­geeft aan de verlei­ding.
De geest is wel gewillig maar het vlees is zwak”.
Hij ging weer weg en bad met dezelfde woorden.
Toen Hij terugkwam, vond Hij ze weer in slaap,
want ze konden hun ogen niet open­houden.
Ze wisten niet wat zeggen tegen Hem.
Toen Hij voor de derde keer terugkwam, zei Hij:
“Alweer aan het slapen en uitrusten?
Alsof het einde nog ver weg is!
Nee, het beslissende moment komt eraan!
De Men­senzoon wordt verra­den
en valt in de handen van zondi­ge mensen.
Sta op en laten we gaan. Daar komt de verra­der al aan!”

V2. naar de sacristie.