Begroeting
Moge God ons nabij-zijn in deze vastentijd,
in onze voorbereidingstijd naar Pasen,
in de naam van de + Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.
Openingswoord 1
De veertigdagentijd is een tijd van meer helder inzicht
om de verraderlijke tactiek van het kwaad te ontmaskeren
en vooral van vernieuwde, vindingrijke weerbaarheid.
Wie niet weerstaat, wordt misleid en meegesleurd.
En de drie bekoringen van het evangelie
duiden ons ook aan waar wij die strijd zullen moeten leveren:
nl. op het domein van onze fundamentele relaties:
méér met God verbonden leven, méér solidair met elkaar
en authentieker tegenover de dingen die ons gegund worden.
Daarom proberen wij tijdens deze veertigdagentijd.
Tegenover God minder eisen stellen,
maar Hem uitdrukkelijk danken voor het leven, dus bidden.
De dingen die ons ter beschikking staan minder grijpen;
wij gaan ze meer delen: Broederlijk Delen.
Onze medemensen met wie wij omgaan
niet proberen te domineren, overheersen.
Wij gaan integendeel de zwakkeren meer beschermen.
Dat is echt vasten:
meer danken, meer delen en meer dienen dan wij al doen.
En dat vraagt van ons dat wij steeds opnieuw kiezen
en een dagelijkse strijd leveren
tegen onze zelfzucht, vóór de liefde.
En dan zullen wij tijdens de volgende weken wel ontdekken
hoe wij ons leven het best gaan reorganiseren,
met welke prioriteiten en met welke beperkingen.
Pater Frans s.j.
Openingswoord 2
De woestijn speelt in de verhalen een grote rol:
het is de plaats waar mensen worden beproefd,
waar ze voor keuzes worden gesteld en waar je jezelf ook tegen komt.
Dat horen we in de eerste lezing bij Mozes en in het evangelie bij Jezus.
In ons leven komen misschien geen woestijnen voor
– behalve even voor een vakantieperiode –
maar zeker en vast beleven ook wij allemaal moeilijke omstandigheden
bv. een serieuze ziekenhuisopname, een echtscheiding, de dood van een dierbare…
omstandigheden die ons confronteren
met onszelf en de vraag naar de zin van ons leven.
Deze veertigdagentijd nodigt ons uit om na te denken.
Je moet niet persé wachten tot je in een crisis belandt.
Hoe zien we ons leven?
Hebben we nog idealen en wat doen we om ze waar te maken?
Of geven we toe aan de bekoring om in alles de weg van de minste weerstand te gaan?
Of durven we, net zoals Mozes en Jezus, principiële keuzes maken, met alle consequenties van dien?
Gebed om ontferming 1
-God,
ons geloof en vertrouwen in U is vaak zo klein.
Al te gemakkelijk vertrouwen we slogans
waarmee ons geluk wordt voorgespiegeld.
Daarom vragen we:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
-Christus, Gij hebt ons heel duidelijk getoond
dat wij oog moeten hebben voor de zwakkeren in onze samenleving.
Wij beamen dat volmondig,
maar als puntje bij paaltje komt
gaat v aak eigenbelang voor.
Daarom:
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
-Heer, scherp onze zorg voor uw schepping aan.
Al te dikwijls plunderen wij onze aarde kaal:
onze hunker om zoveel mogelijk te bezitten,
haalt vaak de bovenhand op de zorg om onze aarde leefbaar te houden
voor iedereen, ook voor de generaties die na ons komen.
Daarom:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
God, help ons de juiste keuzes te maken. Amen.
Gebed om ontferming 2
-God, Gij hebt ons het leven geschonken
en Gij wilt dat alle mensen gelukkig zijn.
Maar dikwijls zijn we hebzuchtig en daardoor doen we anderen tekort.
Dit is niet de weg die Gij voor ogen hebt.
Om onze hebzucht:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
-Christus, als Gij moe en uitgeput waart
door uw langdurig verblijf in de woestijn
werd ook aan U van alles beloofd
als Gij maar de weg koos van het klatergoud
en verzaakte aan uw opdracht.
Regelmatig worden ook wij uitgedaagd om de weg te gaan van eigenbelang,
glamour en glitter
en lopen wij in die val.
Om onze zwakheid:
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
-Heer, door onze nonchalante houding laten we mensen vaak in de kou staan,
in een woestijn van eenzaamheid.
Om onze onachtzaamheid:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
God, leer ons in deze vastentijd te kiezen voor U en voor elkaar. Amen.
Openingsgebed 1
Heer, onze God,
elk jaar opnieuw
wilt Gij ons in de Veertigdagentijd oproepen tot inkeer en gebed.
Wijs ons wegen aan om bewust te kiezen voor het spoor
dat uw Zoon ons heeft voorgeleefd.
Hij die ons gezegd heeft:
geen brood alleen, maar liefde,
geen pracht en praal, maar eenvoud,
geen macht, maar dienstbaarheid,
geen uitdagen, maar vertrouwen.
Zend uw Geest over ons
opdat wij sterk zouden staan in de strijd
tegen onrecht en ziekelijke welvaart,
tegen gemakzucht en onverschilligheid.
Wij vragen het U, in Jezus’ naam. Amen.
Openingsgebed 2
God van alle leven,
als wij U in ons midden toelaten
houden kwaad, onrecht en onverschilligheid geen stand.
Doordring ons hart, ons hele leven,
zodat we vastberaden en gedreven
nieuwe mensen mogen worden.
Ga met ons mee in deze vastentijd. Amen.
Lezingen
In onze evangelielezing weerstaat Jezus aan de verleidingstechnieken van de satan en Hij herinnert de duivel eraan:
“Gij zult de Heer uw God niet op de proef stellen.”
Vooraf roept Paulus ons op tot geloof en vertrouwen in God,
die een God wil zijn voor alle mensen, zonder onderscheid.
Laten we samen luisteren naar die Woorden uit de Schrift.
Kerk in Herent
Eerste lezing 1 (Deut. 26, 4-10)
Uit het boek Deuteronomium
In die dagen sprak Mozes tot het volk:
4 De priester neemt dan de korf van u aan
en zet hem voor het altaar van de Heer uw God.
5 Dan moet u, staande voor de Heer uw God,
het woord nemen en zeggen:
`Mijn vader was een zwervende Arameeër.
Hij is met een klein aantal mensen naar Egypte gegaan
en, terwijl hij daar als vreemdeling verbleef,
een groot, machtig, talrijk volk geworden.
6 Toen de Egyptenaren ons slecht behandelden,
ons onderdrukten en ons harde slavenarbeid oplegden,
7 hebben wij tot de Heer, de God van onze vaderen, geroepen.
En de Heer heeft ons verhoord en zich onze vernedering,
ons zwoegen en onze verdrukking aangetrokken.
8 Hij heeft ons uit Egypte geleid met sterke hand,
met uitgestrekte arm, onder grote verschrikkingen,
en met tekenen en wonderen.
9 Hij heeft ons naar deze plaats gebracht
en ons dit land geschonken,
een land dat overvloeit van melk en honing.
10 Daarom breng ik nu de eerste vruchten van de grond,
die U, Heer, mij hebt geschonken.”
Dan moet u die voor de Heer uw God neerleggen,
u voor Hem neerbuigen.
KBS Willibrord 1995
Eerste lezing 2 (Deut. 26, 4-10)
In dit boek spreekt Mozes zijn mensen toe nadat ze jarenlang door de woestijn zijn getrokken. Ze staan op het punt Kanaän binnen te gaan, het land dat hun door God is beloofd.
Om te beginnen herinnert hij hen aan Gods grote weldaden in het verleden. Als ze trouw zijn geboden opvolgen, zal God die ook voor hen doen. Een belangrijke regel is het delen van de oogst met vreemdelingen, weduwen en wezen.
Mozes beschrijft de gang van zaken bij het offeren van een deel van die oogst.
Mozes zei:
Als de priester je gaven heeft ontvangen en ze bij het altaar van de Heer heeft gezet, moet je het volgende zeggen:
“Mijn vader was een zwerver. Hij trok samen met enkele anderen naar een ver land en leefde daar als vreemdeling. Ze werden slecht behandeld en gedwongen het zwaarste en gevaarlijkste werk te verrichten, waarvoor ze slecht werden betaald. Echte slavenarbeid.
Toen hoorde de Heer hun nood en hun lijden. Hij heeft ervoor gezorgd dat ze weer vrij werden en begeleidde hen hierheen naar dit mooie en vruchtbare land.
Daarom, Heer, breng ik U de eerste vruchten van het land dat U ons gegeven hebt.”
Hendrik Van Moorter
Catechesehuis
Tweede lezing (Rom., 10, 8-13)
Uit de eerste brief van de apostel Paulus aan de christenen van Rome
Broeders en zusters,
8 De Schrift zegt, het woord is dicht bij u,
in uw mond en in uw hart,
het woord namelijk van het geloof, dat wij verkondigen.
9 Want als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is,
en uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt,
zult u gered worden.
10 Het geloof van uw hart brengt de gerechtigheid
en de belijdenis van uw mond brengt de redding.
11 Zo zegt de Schrift het:
Niemand die in Hem gelooft zal worden teleurgesteld.
12 Er bestaat geen verschil tussen Joden en Grieken.
Zij hebben allemaal dezelfde Heer,
rijk aan gaven voor allen die Hem aanroepen.
Iedereen die de naam van de Heer aanroept, zal gered worden.
KBS Willibrord 1995
Evangelie (Lc., 4, 1-13)
Uit het heilig evangelie van onze heer Jezus Christus volgens Lucas
1 In die tijd keerde Jezus, vol van heilige Geest, terug van de Jordaan.
Hij bleef veertig dagen lang in geestvervoering in de woestijn,
2 waar Hij door de duivel op de proef werd gesteld.
Al die dagen at Hij niets,
en toen ze voorbij waren kreeg Hij honger.
3 Toen zei de duivel tegen Hem:
`Als U de Zoon van God bent,
zeg dan tegen deze steen dat hij een brood moet worden.’
4 Jezus antwoordde hem:
`Er staat geschreven:
Niet van brood alleen zal de mens leven.’
5 Daarop nam de duivel Hem mee omhoog
en liet Hem in een flits alle koninkrijken van de wereld zien
6 en zei:
`Heel die macht en al hun pracht zal ik U geven,
want zij zijn mij in handen gegeven
en ik geef ze aan wie ik wil.
7 Als U mij aanbidt zal het allemaal van U zijn.’
8 Jezus gaf hem ten antwoord:
`Er staat geschreven:
De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen.’
9 Hij bracht Hem naar Jeruzalem,
zette Hem op de rand van de tempel en zei:
`Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden.
10 Want er staat geschreven:
Aan zijn engelen zal Hij bevelen U te beschermen,
11 en: Op hun handen zullen ze U dragen,
zodat U aan geen steen uw voet zult stoten.’
12 Jezus antwoordde hem:
`Er is gezegd:
U zult de Heer uw God niet op de proef stellen.’
13 Toen de duivel alle beproevingen had uitgevoerd,
ging hij van Hem weg voor een bepaalde tijd.
KBS Willibrord 1995
Geloofsbelijdenis 1
Spreken we samen uit dat we bereid zijn
ons in te zetten voor een mensenwereld zoals God die voor ons heeft gedroomd.
Ik geloof in God,
Schepper van hemel en aarde.
Ik geloof ook dat God zijn schepping
aan ons, mensen, heeft toevertrouwd
opdat wij zijn werk zouden voortzetten
en deze aarde voor alle mensen
bewoonbaar zouden maken.
Ik geloof in Jezus Christus,
de Verlosser van de wereld.
Ik geloof dat wij uitgenodigd worden
om mee te werken aan de bevrijding van de mens,
aan de opbouw van een betere wereld,
door ons in te zetten
voor meer levenskansen voor iedereen
en om Christus’ werk verder te zetten.
Ik geloof in de Heilige Geest
die de mensen tot eenheid wil brengen
in één grote gemeenschap.
Ik geloof ook dat ik persoonlijk word aangesproken
om aan deze gemeenschap mee te werken,
samen met alle mensen van goede wil. Amen.
Geloofsbelijdenis 2
Ik geloof in de mensen van deze gemeenschap
die bekommerd zijn om elkaar,
die samen op weg gaan en mekaar niet loslaten.
Ik geloof dat God hier in ons midden aanwezig is
als wij de anderen recht doen,
het positieve in elkaar zien,
als wij niemand uitsluiten,
maar iedereen aanvaarden zoals hij of zij is.
Ik geloof dat we voor elkaar een stukje hemel kunnen zijn,
een stukje Rijk Gods.
Ik geloof dat God van ons vraagt
dat we ons samen zouden inzetten
om anderen hoop en uitzicht te bieden.
Ik geloof dat Hij ons vraagt realistische, maar blije mensen te zijn,
die willen bouwen aan een toekomst voor allen.
Ik geloof dat wij als gemeenschap daaraan moeten werken
en dat God ons daarbij zal helpen. Amen.
Voorbeden 1
Leggen wij bij het begin van deze tafeldienst
onze gebedsintenties op het altaar van de Heer
om ze samen met uw gaven en dit brood en deze wijn aan de Heer aan te bieden.
-Bidden wij
voor mensen die verdwaald geraken in de vele aantrekkelijkheden van het leven,
voor mensen die niet kunnen of niet durven kiezen,
voor mensen die tussen twee kwalen moeten kiezen.
Laten wij bidden…
-Bidden wij voor mensen die omgaan met macht en gezag,
voor mensen die de mogelijkheid hebben om te manipuleren en te sjoemelen,
voor mensen die voor het goede doel ook slechte middelen gebruiken.
Laten wij bidden…
-Bidden wij voor leiders in Kerk en wereld,
voor leiders, begaan met het lot en het geluk van hun mensen,
voor leiders die bloot staan aan goedkope successen en korte-termijn-denken.
Laten wij bidden…
-Bidden we ook voor onszelf,
om een helder hoofd en een warm hart,
om wijze raadgevers en goede vrienden,
om Gods Geest wanneer we keuzes moeten maken
om te leven als kinderen van ons aller Vader.
Laten wij bidden…
naar Herwig Rikhof
Voorbeden 2
-Bidden wij
dat wij zouden weerstaan aan de verleiding van overdreven luxe en comfort,
want de mens leeft niet van brood alleen,
maar van alles wat uit Gods mond komt.
Laten wij bidden…
-Bidden wij
dat wij nederig en dienstbaar zouden blijven
en onze macht gebruiken tot opbouw van het goede in de schepping en in de mens. Dat we de moed zouden opbrengen om onszelf te bevragen
en afstand te doen van wat ons kluistert aan vals geluk.
Laten wij bidden…
-Zoals God mee op weg ging met zijn volk,
zo is Hij ook aanwezig in onze woestijnen.
Dat wij Gods aanwezigheid zouden ervaren
zelfs in momenten van pijn en beproeving.
Laten wij bidden…
-Wij bidden voor ons allen hier aanwezig.
Dat wij met elkaar zouden verbonden zijn,
bekommerd om te delen in elkaars leed en vreugde.
Dat we ook over de grenzen van onze familie of buurt heen zouden durven kijken
en banden smeden met de vele hulpbehoevenden onder ons.
Laten wij bidden…
Gebed over de gaven 1
God,
al onze gaven, talenten en mogelijkheden
hebt Gij ons gegeven
niet voor onszelf,
maar om ermee op weg te gaan,
om ze aan te wenden als bouwstenen voor deze wereld.
Laat ons kleine waterdragers zijn in de woestijn,
tekens van hoop in deze vaak niet zo fraaie wereld.
Doe ons ‘mens’ zijn, naar het voorbeeld van Jezus, uw Zoon. Amen.
vrij naar Buizingen
Gebed over de gaven 2
God,
Gij die met ons meetrekt
op onze tocht naar Pasen,
met dit brood en deze wijn drukken wij uit
dat wij niet leven van brood alleen,
maar van uw levend Woord,
ten volle uitgesproken in Jezus, de Christus.
Doe ons ervaren
hoe Hij nieuw en bevrijdend onder ons komt
als wij delen en breken wie wij zijn
en wat wij kunnen. Amen.
Tafelgebed
Met hart en ziel danken wij U, God,
die door uw Geest
onze geest voortdurend vernieuwt
opdat wij de wereld
mensvriendelijker zouden maken.
Uw Geest stimuleert ons
om te geloven in Jezus
en Hem te belijden voor alle mensen
als de Heer,
als de Hoop van de wereld.
Daarom loven wij U met de woorden
die uw Geest ons heeft ingegeven:
Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in de hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in de hoge.
Laten wij nooit vergeten, barmhartige Vader,
dat onze verlosser Jezus Christus
de Heer is,
dat Hij mens is geworden,
die Emmanuel,
dat is: God-met-ons,
wordt genoemd.
Laten wij nooit vergeten
dat Hij de wereld heeft gezien met onze ogen,
dat Hij onze woorden gesproken heeft,
dat Hij onze vreugde en onze nood heeft gekend,
dat Hij het werk van een mens heeft verricht
en dat Hij ons brood gegeten heeft.
Laten wij nooit vergeten
dat Hij de Mensenzoon is
– mens onder de mensen –
die meer heeft geloofd in de mens,
meer heeft gehoopt en bemind
dan wij ooit kunnen.
Laten wij nooit vergeten
dat ons geloof, dwars door alle leed,
dat onze hoop over de dood heen,
dat onze liefde tegen alle machten in,
ons doen gelijken op Hem
die Gods gelijke genoemd mocht worden.
Laten wij nooit vergeten dat ook Hij
weerloos heeft moeten buigen
voor het geweld en de macht.
Laten wij nooit vergeten
dat de machtigen Hem geslagen hebben
tot de dood toe
omdat Hij leerde dat Gij zijn Vader zijt,
dat wij gered worden door ons geloof in U,
dat onze hoop op U nooit wordt teleurgesteld,
dat uw Liefde geen grenzen kent
en dat vooral de armen en de kleinen
door die Boodschap blij kunnen worden.
Laten wij nooit vergeten
dat Hij op de vooravond
van dat lijden en die dood
in het breken van het brood
en het rond reiken van de beker
het teken heeft gesteld
dat ons in zijn naam en zijn liefde samenbrengt.
Want die avond
heeft Hij het brood in zijn handen genomen,
Hij heeft zijn ogen opgeslagen
naar U, God en Vader,
Hij heeft U dank gezegd,
het brood gebroken
en aan zijn leerlingen uitgedeeld met de woorden:
“Neem en eet,
dit is mijn Lichaam voor u.”
Zo nam Hij ook de beker,
sprak een dankgebed uit en zei:
“Deze beker is het nieuwe Verbond in mijn Bloed
dat voor u en voor allen wordt vergoten
tot vergeving van zonden.
Telkens als gij van dit Brood eet
en uit deze Beker drinkt,
doe het dan om Mij te gedenken.”
Zijn dood gedenken wij,
zijn opstanding belijden wij,
zijn toekomst verwachten wij.
Wij zijn hier bijeen in zijn naam,
omdat wij mensen willen worden zoals Hij,
mensen die geloven in elkaar
en vertrouwen op U,
die hopen dat Gij uw belofte,
van een gelukkig leven zonder einde,
waar zult maken aan ieder van ons
en aan alle mensen van wie Gij houdt
en van wie wij houden,
en van wie wij blijven houden,
ook al zijn zij overleden.
Wij willen het Brood breken
en wij zullen het eten,
wij zullen de Beker rond reiken en drinken
in zijn naam
om de herinnering aan Hem levend te houden
en om niet te vergeten
dat Hij de armen,
de treurenden,
de zachtmoedigen,
de hongerigen,
de barmhartigen,
de zuiveren,
de vredelievenden,
de vervolgden
en al wie hulp nodig heeft,
gelukkig heeft genoemd.
Geef ons die Geest van deemoed en liefde;
dan zullen wij gelukkig en blij worden
en U dankbaar huldigen:
door Christus,
met Christus,
in Christus,
hier rond deze tafel
en overal,
nu en alle dagen die ons gegeven zijn. Amen.
Onze Vader
Moge God ons de ogen openen voor wat in het leven echt de moeite waard is.
Daartoe bidden wij tot Hem met de woorden die Jezus ons heeft geleerd:
Onze Vader…
Heer, houd de bekoring van machts- en bezitsdrang ver van ons,
houd de bekorende gedachte dat Gij maar moet recht trekken
wat wij, uit ik-zucht, hebben krom gebogen,
ver van ons.
Doe ons inzien dat wij zelf moeten bouwen aan uw Rijk.
Dan zullen wij verlangend mogen uitzien naar de definitieve komst
van Jezus, Messias, uw Zoon.
Want van U is het Koninkrijk….
Vredeswens 1
Heer Jezus,
schenk ons innerlijke vrede,
schenk ons kracht om dienstbaar te zijn,
de eenvoud om tevreden te zijn.
Leer ons sober leven
om het ware geluk te vinden.
Maak ons tot wijze mensen,
dragers en verkondigers van uw Boodschap
van vrede en vreugde.
Moge die Jezusvrede en -vreugde altijd met u zijn.
En wensen wij die van harte aan elkaar toe.
Vredeswens 2
Je kan geen vrede geven aan mensen
als de vrede niet leeft in je hart.
Die vrede in je hart is niet iets, maar Iemand,
Jezus, de Christus.
Moge zijn vrede altijd met u zijn.
En wensen wij die Jezusvrede van harte aan elkaar toe.
Lam Gods
Communie
Heer, laat Brood en Beker ons kracht geven
als wij proberen te leven zoals uw Zoon,
die Zichzelf prijsgaf tot onze verzoening.
Dit is het Lam Gods….
Bezinning 1
Vastentijd is niet een tijd van klagen en zeuren,
wel een tijd van in vreugde elkaar dragen.
Vastentijd is niet een tijd van veel roepen en schreeuwen,
wel een tijd van zien, oordelen en handelen.
Vastentijd is niet een tijd van pakken en nemen,
wel een tijd van broederlijk delen en geven.
Vastentijd is niet een tijd van ruziemaken,
wel een tijd van elkaar het kwaad te vergeven.
Vastentijd is niet een tijd van holle woorden,
wel een tijd van bidden, zingen en danken.
Vastentijd is niet een tijd van onrust,
wel een tijd van rusten in Gods barmatige handen.
Federatie Kana
Bezinning 2
De honger van de wereld voelen:
dat kan ook een bewuste keuze zijn.
Zo ging Jezus de woestijn in,
gedreven door Gods Geest.
Hij weerstond aan de verleiding om
bezit te nemen van de ‘geschonken aarde’,
om als mens brutaal de macht te grijpen.
“De Heer uw God zult gij aanbidden
en Hem alleen zult gij dienen”.
Vanuit dat besef wou Hij leven
en zo naar mensen toegaan.
Ook ons zijn die 40 dagen gegeven
om weer ‘honger’ te krijgen,
om de leegte te voelen waarin wij staan,
om weer uit te kijken naar die nieuwe wereld
waarvan profeten getuigen.
Ja, om te zien dat die nieuwe wereld al hier en daar
een beetje werkelijkheid wordt
in mensen en gemeenschappen,
zowel hier als ginds
in Noord en Zuid.
Bezinning 3
Dat God van stenen brood zal maken,
dat Hij ons behoeden zal voor elke ramp
en tegenslagen uit de weg zal ruimen…
Hardnekkig leeft dit godsbeeld voort
tot in het eerste bidden van ons hart.
Maar dit is heidendom,
ruikt naar bezwering en magie.
Het leven van zijn teerbeminde Jezus
was niet vrijgesteld van leed en pijn.
Hij heeft het onvermogen aangevoeld
van kleine mensen in verdrukking,
de beklemmende onmacht gekruisigd te zijn
in zijn sterkste ledematen.
En God kwam Hem niet te hulp,
speelde niet voor dépanneur.
God bleef zwijgend Hem nabij
zoals een geliefde doet die mee-lijdt
en woorden overbodig vindt.
God bleef
doorheen de pijn en de ontreddering,
Hem dragen tot in de dood,
tot aan de overkant.
Dat God van stenen brood zal maken…
dat heeft de duivel uitgevonden.
Maar dat wij voor elkaar
brood zouden breken
en pijn zouden delen…
Dat heeft Jezus ons geleerd.
Manu Verhulst
Slotgebed 1
God,
draag me en verdraag me
de komende 40 dagen.
Dat steeds meer en meer willen hebben
wil ik loslaten.
Dat uiterlijk dat me steeds domineert, wil ik loslaten,
Die kleine wereld van ik en ik alleen, wil ik loslaten, God.
Wil je mij dragen,
wil je verdragen
die komende 40 dagen,
terwijl ik het probeer?
Toon Vandeputte
Slotgebed 2
Heer, onze God,
veertig dagen van herbronning en heroriëntatie
liggen voor ons.
Moge zij vruchtbaar worden voor onszelf
en voor de wereld om ons heen.
Leer ons hoe wij elkaars bondgenoten kunnen worden,
mensen naar uw hart.
Behoed ons voor dromen die bedrog zijn,
en doe ons kiezen voor wat echt en hecht is. Amen.
Zending en zegen
Moge wij van hier in vrede weggaan
in het besef
dat het verhaal van de bekoringen
een stuk realiteit is in ons leven van elke dag.
Hiertoe zegene ons de Barmhartige God:
+ de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.