Begroeting

Ook op momenten dat we het moeilijk hebben,
blijft God ons nabij,
bemoedigt Hij ons,
in de naam van + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.

Openingswoord 1

Wie van ons wil niet zo ’n ervaring als die op de berg Tabor meemaken?
Het enthousiasme van de apostelen is dan ook heel begrijpelijk:
daar blijven wonen in de pure heerlijkheid.
Kan niet, zegt Jezus, Ik heb nog een zware taak te vervullen:
naar Jeruzalem gaan, waar lijden en dood Hem te wachten staan.

Openingswoord 2

Dromen zijn er genoeg in onze wereld,
plannen over een betere wereld ook,
maar vaak ontbreekt het ons aan kracht en doorzettingsvermogen
om elke dag opnieuw
stappen in die richting te zetten,
om de werkelijkheid
van die droom dichterbij te brengen.
Jezus heeft zijn heerlijkheid even geproefd,
maar Hij had de moed zijn vreselijke lijden en dood tegemoet te gaan.
naar Federatie Kana

Openingswoord 3

Het decor is gewisseld.
Kwamen wij Jezus vorige zondag tegen in de woestijn,
oord van beproeving,
vandaag ontmoeten wij Hem –
in gezelschap van Mozes en Elia –
hoog op de berg, waar Hem perspectief wordt geboden.
Geen mens – ook Jezus niet – houdt het uit
zonder bemoediging, zonder bevestiging op zijn tijd.
Kerk in Herent

Gebed om ontferming 1

-Heer,
even de berg opgaan om U te vinden en naar U te luisteren,
dat komt er niet van,
want wij hebben het zo druk met honderd en één dingen.
Daarom:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons;

-Christus,
ook in uw leven waren er best heel moeilijke momenten,
maar Gij hebt uw levensopdracht toch steeds weer voorop gesteld.
Ons in alle doen en laten
inzetten voor onze medemens,
vooral voor wie het moeilijk heeft,
is logischerwijze minder aantrekkelijk dan zelf gediend te worden.
Omdat we vaak kiezen voor dat laatste:
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.

Heer,
ook wij bazuinen het niet uit
als wij U heel duidelijk op een bepaald moment ervaren hebben.
Dit is in onze maatschappij geen populair onderwerp,
wij zouden wel eens aanzien kunnen worden als naïef.
Omdat wij heel vaak fungeren als lauwe christenen:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.

God, leer ons in deze vastentijd meer en grondiger tijd te maken
voor U en onze medemens. Amen.

Gebed om ontferming 2

Staande voor onze God van barmhartigheid
willen wij onze aarzeling,
ons gebrek aan inzet,
ons tekortschieten,
erkennen.

-Na een drukke dag
houden wij het liever bij een avondje TV-oppervlakkigheid.
Een rustig bezinnend moment om de dag af te sluiten…
het komt er niet van.
Daarom:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.

-Gelegenheid tot feesten en vieren grijpen we gretig aan.
Maar ons voorbereiden op uw Paasfeest …
Het komt er niet van.
Daarom:
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.

-Op piekmomenten van vreugde en leed
willen wij U zien, God,
U nabij voelen.
Maar tussendoor vergeten wij vaak
dat Gij er altijd zijt,
met ons en voor ons.
Daarom:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.

Vergeef ons onze ontrouw en onze laksheid, Heer.
Wij zeggen U dank voor uw onvoorwaardelijke trouw. Amen.

Openingsgebed 1

Als het duister over ons valt
en de toekomst verborgen blijft;
als onzekerheid ons bekruipt,
ontvouw dan, God, uw hemel vol sterren
en geef ons een teken van uw Verbond met ons.
Gij die er altijd zijt voor ons
en voor uw dierbare aarde.
Vandaag en de dagen die komen. Amen.

Openingsgebed 2

Heer, onze God, in deze veertig dagen
roept Gij ons op
op te staan uit de sleur van elke dag
en ons los te maken van alles
wat ons te veel bindt aan deze wereld.
Help ons bij onze tocht door de woestijn,
en neem ons mee de berg op,
opdat wij een glimp opvangen
van wat Gij met ons, mensen, voorhebt.
In Jezus hebt Gij ons dat laten zien.
Dan zullen we ons, met hart en ziel
en met al onze krachten
richten op daden van gerechtigheid,
op vrede en leven.
Wij vragen U dat door Jezus,
uw Zoon en onze Heer. Amen.
naar Peer Verhoeven

Lezingen

In de veertigdagentijd belicht de eerste lezing
de voornaamste etappes van de heilsgeschiedenis.
Vandaag gaat het over het verbond met Abraham.

Het evangelie verhaalt hoe Jezus
voor de ogen van drie van zijn leerlingen
van gedaante verandert
en met Mozes en Elia in gesprek is
over zijn heengaan in Jeruzalem.
Boven op de berg wordt de toekomst ontvouwd.

Volgens Paulus in de tweede lezing
zullen alle christenen eens delen in de verheerlijking van Jezus.

Eerste lezing 1 (Gen. 15, 5-12. 17-18)

Uit het boek Genesis

5 In die dagen leidde God Abram naar buiten en zei:
`Kijk naar de hemel en tel de sterren, als u kunt.’
En Hij verzekerde hem:
`Zo talrijk zal uw nageslacht zijn.’

6 Abram heeft de Heer geloofd
en dat geloof is hem aangerekend als gerechtigheid.

7 Toen zei Hij tegen hem:
`Ik ben de Heer, die u uit Ur in Kasdim, leidde
om u dit land in bezit te geven.’

8 Abram vroeg:
`Ach Heer God, hoe kan ik weten dat ik het inderdaad zal krijgen?’

9 Hij zei tegen hem:
`Haal een driejarige koe, een driejarige bok,
een driejarige ram, een tortel en een jonge duif.’

10 Hij haalde dit alles, sneed de dieren doormidden
en legde de stukken tegenover elkaar;
alleen de vogels sneed hij niet door.

11 Er kwamen roofvogels op de dode dieren af,
maar Abram joeg ze weg.

12 Bij zonsondergang viel Abram in een diepe slaap;
hevige angst en duisternis overvielen hem.

17 Toen de zon was ondergegaan
en het helemaal donker was geworden,
zag Abram een rokende oven en een vurige fakkel,
die tussen de doormidden gesneden stukken door gingen.

18 Op die dag sloot de Heer een verbond met Abram.
Hij zei:
`Aan uw nakomelingen schenk Ik dit land,
vanaf de beek van Egypte tot aan de Grote Rivier, de Eufraat.”
KBS Willibrord 1995

Eerste lezing 2

Uit het boek Genesis 15, 5-12.17-18

Abraham is een nomade die met zijn kuddes rondtrekt.
Na vele omzwervingen en strijd die hij met vijanden moet leveren, krijgt hij een visioen waarin God belooft hem altijd te zullen beschermen en te belonen voor zijn geloof.
Abraham werpt God echter voor de voeten:
“Wat voor zin heeft het om mij te belonen,
U hebt mij niet eens kinderen gegeven.”
Veel kinderen was een zegen in die tijd.
Abraham gaat in zijn twijfel naar buiten. Het is nacht.
Hij kijkt omhoog en ziet de vele sterren.
Zijn twijfel vloeit weg en hij wordt rustig
als hij in zich de stem van God hoort:

“Tel de sterren maar eens, als je dat kunt.
Zoveel nakomelingen zal Ik je geven.”
Later sluipt er weer twijfel in zijn geest
en God wijst hem op wat Hij voor hem al deed in het verleden.
“Ik was het die jou inspireerde om je geboortestad te verlaten
en Ik wil je naar een nieuw land leiden.”
Maar Abraham verwoordt zijn twijfel opnieuw:
“Hoe kan ik weten dat dit echt zal gebeuren, Heer?”

Dan grijpt het verhaal terug naar een ritueel waarbij herders van verschillende kuddes tot een overeenkomst komen.
Er worden enkele dieren uit hun kuddes geslacht en in twee gedeeld. Om het contract te bezegelen lopen de herders tussen de twee helften door en sluiten op die manier een soort bloedverbond.
Op dezelfde manier sluiten ook God en Abraham hun bloedverbond.
Dit gaat gepaard met een plechtige belofte van God:
“Ook aan jouw nakomelingen zal Ik een land vol belofte geven.”

Hendrik Van Moorter
Catechesehuis

Tweede lezing (Fil., 3, 17-4, 1)

Uit de eerste brief van de apostel Paulus aan de christenen van Filippi

17 Broeders en zusters, volg mijn voorbeeld
en kijk naar hen die zich gedragen
naar het voorbeeld dat wij u gegeven hebben.

18 Want velen leiden een leven –
ik heb u al vaak over hen gesproken maar nu herhaal ik het onder tranen –
als vijanden van het kruis van Christus.

19 Hun einde is de ondergang, hun god is hun buik,
ze stellen hun eer in schande,
zij hebben hun zinnen gezet op het aardse.

20 Maar óns vaderland is in de hemel,
vanwaar wij ook onze redder verwachten,
de Heer Jezus Christus.

21 Hij zal ons armzalig lichaam veranderen
en het gelijkvormig maken aan zijn verheerlijkt lichaam,
met dezelfde kracht die Hem ook in staat stelt
alles aan zich te onderwerpen.

1 Daarom, mijn geliefde broeders en zusters,
naar wie ik zo verlang, mijn vreugde en mijn kroon,
houd aldus stand in de Heer, mijn geliefden.
KBS Willibrord 1995

Evangelie (Lc., 9, 28b-36)

Uit het heilig evangelie van onze heer Jezus Christus volgens Lucas

28 Jezus nam Petrus, Johannes en Jakobus mee
en ging de berg op om te bidden.

29 Terwijl Hij aan het bidden was,
veranderde Hij van uiterlijk
en werden zijn kleren stralend wit.

30 Ineens waren er twee mannen met Hem in gesprek.
Het waren Mozes en Elia,

31 die in heerlijkheid verschenen en over zijn heengaan spraken,
de voleinding van zijn leven in Jeruzalem.

32 Petrus en de anderen waren overmand door slaap;
toen ze wakker werden,
zagen ze zijn heerlijkheid
en de twee mannen die bij Hem stonden.

33 Toen die weer van Hem wilden weggaan, zei Petrus tegen Jezus:
`Meester, het is maar goed dat wij hier zijn;
laten wij drie hutten maken,
een voor U, een voor Mozes, en een voor Elia.’
Hij wist niet wat hij zei.

34 Terwijl hij nog sprak, kwam er een wolk die hen overdekte;
ze schrokken toen ze in de wolk terechtkwamen.

35 Uit de wolk klonk een stem:
`Dit is mijn uitverkoren Zoon; luister naar Hem.’

36 Toen de stem klonk, bleek Jezus alleen te zijn.
Zij zwegen hierover
en vertelden destijds aan niemand wat ze hadden gezien.
KBS Willibrord 1995

Geloofsbelijdenis

Laten wij als Kerkgemeenschap getuigenis afleggen van ons geloof.

Ik geloof in God, mijn Schepper,

die man en vrouw gemaakt heeft naar zijn beeld;
die mij liefheeft als een vader
en voor mij zorgt als een moeder;
die mij troost en vergeeft
en die mij altijd de mogelijkheid geeft
opnieuw te beginnen.

Ik geloof in Jezus Christus,

die, door God gezonden, Mens is geworden,
om ons nabij te zijn;
die, helend en genezend,
ons de liefde heeft voorgeleefd.

Ik geloof in de Heilige Geest,

die bezielt en vreugde brengt,
die de mensen hoop geeft,
die de Bron is van mijn geloof.
Ik geloof dat de mensen elkaar nodig hebben
om samen God te dienen,
om de schepping voor iedereen leefbaar te maken
door samen te delen en in eenvoud te leven,
en zo te werken aan de komst van Gods Rijk. Amen.

Voorbeden 1

Laten wij bij het begin van deze tafeldienst even verwijlen
bij de mensen die we verlich­ting toewensen in hun bestaan…
en bieden wij God ook onze gebedsintenties aan.

-Voor de leiders van de Kerk.
Dat zij hun oren open houden voor nieuwe geluiden
en het moeizame, maar noodzakelijke werk aandurven
om bakens te verzetten.
Laten wij bidden…

-Voor hen die nieuwe wegen zien
en die ook reeds bewandelen.
Dat zij in hun eerlijk zoeken naar wat mensen tot heil strekt,
geen tegenwerking, maar bemoediging ondervinden.
Laten wij bidden…

-Voor de leiders van de wereld.
Dat zij ‘vrede door gerechtigheid’
niet als een onbereikbare utopie terzijde schuiven,
maar alle krachten blijven bundelen om zover te geraken.
Laten wij bidden…

-Voor hen die ongeneeslijk ziek zijn of gehandicapt.
Dat zij mensen mogen ontmoeten
die hen door warm medeleven en fijngevoelige zorgzaamheid
laten blijken
dat zij net zo waardevol en beminnelijk zijn als u en ik.
Laten wij bidden…

Goede Vader,
Gij hebt U in Jezus geopenbaard
als bron van goedheid en mensenliefde.
Wek ook in ons de bereidheid en de geschiktheid
om uw goedheid te belichamen.
Moge de mensen die onze inspanningen ervaren,
U daarin herkennen en verheerlijken. Amen.
naar Ad van Diemen o.p.

Voorbeden 2

Bidden wij tot God, onze Vader,
die wil dat wij zijn Rijk op aarde vestigen.

-Bidden wij voor mensen,
diep in het dal van lijden en pijn,
mensen die het door tal van tegenslagen
willen opgeven.
Dat zij medemensen mogen ontmoeten
die in hun doen en laten
daadwerkelijk gestalte geven
aan dat beloofde Rijk van onze God.
Laten wij bidden…

-Bidden wij voor allen
die zich op een of andere wijze inzetten
voor deze geloofsgemeenschap.
Dat het visioen van het Rijk Gods
en het geloof in de verrijzenis
hun de nodige kracht geeft
om zich te blijven wijden aan hun taak van dienstbaarheid.
Laten wij bidden…

-Bidden wij voor onszelf,
wij die bewust gekozen hebben voor de weg van het evangelie.
Dat wij God aan onze zijde mogen ervaren,
ook wanneer de nacht van lijden en pijn ons overvalt.
Laten wij bidden…

-Bidden wij voor allen die regelmatig mee eucharistie vieren.
Dat zij, gesterkt door dit ‘berg’-gebeuren,
telkens opnieuw afdalen
om, ook in de dagelijkse realiteit,
het breken en delen in Jezus’ naam waar te maken.
naar Jean Paul Pinxten

Voorbeden 3

-Bidden wij dat zoveel mogelijk kinderen mogen leven in situaties
waarin ze gelukkig zijn
en zo de kans groot is
dat ze uitgroeien tot goede mensen.
Laten wij bidden…

-Bidden we dat jongeren zich een leven creëren
waarin ze zich gelukkig voelen
en zo de kans groot is
dat ze uitgroeien tot oprechte mensen.
Laten wij bidden…

-Bidden we dat vele mensen op aarde zich gelukkig voelen
en zo de kans groot wordt
dat de wereld kan uitgroeien tot een plek van vrede.
Laten wij bidden…

God, wij kunnen het geluk niet dwingen,
wij kunnen het geluk niet sturen,
maar spoor ons aan bekommerd te zijn om het welzijn van onze medemens,
ook daadwerkelijk. Amen.
naar Rieke Mes

Gebed over de gaven

Heer, onze God,
ook wij zijn besmet met de microbe van hebben en houden,
van produceren en consumeren.
Wij bidden U:
verlos ons van de waan van ieder-voor-zich.
Maak ons één in breken en delen,
ook met hen
die zich doorgaans moeten voeden
met de krui­mels die van onze tafels zijn gevallen.
Wij vragen U dit,
in naam van Hem, die Zichzelf brak en uitdeelde
tot Voedsel voor allen, Jezus, uw Zoon en onze Heer. Amen.

Tafelgebed

Wij danken U, barmhartige God,
dat Gij een God van mensen zijt,
dat Gij onze God genoemd wil worden,
dat Gij ons kent bij onze namen,
en dat Gij de wereld in uw handen houdt.

Want daarom hebt Gij ons geschapen
en geroepen in dit leven:
dat wij met U verbonden zouden zijn,
wij, uw mensenvolk op aarde.

Gezegend zijt Gij,
Schepper van al wat bestaat;
gezegend zijt Gij,
die ons ruimte geeft en tijd van leven;
gezegend zijt Gij om het licht in onze ogen
en om de lucht die wij ademen.

Wij danken U voor heel de schepping,
voor alle werken van uw handen,
voor alles wat Gij gedaan hebt in ons midden
door Jezus Christus, onze Heer.

Daarom huldigen wij uw naam,
Heer, onze God,
en aanbidden U met de woorden:

Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in de hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in de hoge.

Wij hebben U nooit gezien, God,
maar wij mogen U wel ontmoeten
waar mensen van elkaar houden,
genade zijn voor elkaar
en uw schepping eerbiedigen.

Wij hebben U nooit gezien, God,
maar Gij geeft Uzelf aan ons,
in een medemens, in een geliefde,
in een reisgezel, in een zieke,
in Jezus, de Dienaar van de wereld.

De avond voor zijn lijden en dood
zat Hij met zijn vrienden aan tafel.
Toen nam Hij brood als teken van zijn leven
brak het, deelde het rond en zei:
“Neem en eet hiervan gij allen
want dit is mijn Lichaam, mijn Leven,
voor u gegeven, voor u gebroken.”

Toen nam Hij de beker met wijn,
gaf hem rond en zei:
“Neem en drink hier allen uit,
want dit is de Beker van het nieuwe en eeuwige Verbond.
Dit is mijn Bloed dat voor u vergoten wordt
opdat het kwaad uit de wereld zou verdwijnen,
opdat er vreugde en toekomst zou zijn voor alle mensen.
Telkens als gij van dit Brood eet en uit deze Beker drinkt,
denk dan aan Mij.”

Verkondigen wij de kern van ons geloof:

Heer, Jezus, wij verkondigen uw dood,
en belijden tot Gij wederkeert
dat Gij verrezen zijt.

Om dit te herdenken
blijven wij het Brood breken voor elkaar,
zoals zo velen reeds voor ons deden.
Wij bidden voor de mensen
die een bijzondere plaats innemen in ons hart,
ook voor hen die van ons zijn heengegaan.
Laat uw mensen nooit verloren gaan,
bewaar hen in uw Liefde,
schrijf hun namen in de palm van uw Hand.

Zend uw Geest uit over uw Kerk.
Geef ons hoop, God.
Geef ons vrede omwille van Jezus Christus.
Met Hem en in Hem
zijn wij uw mensen,
zijt Gij onze Vader,
nu en tot in eeuwigheid. Amen.

Onze Vader

‘Dit is mijn uitverkoren Zoon.’
We mogen delen in deze intimiteit van Jezus met zijn Vader.
Hij is het die ons leerde bidden.
Met zijn woorden durven we zeggen:
Peer Verhoeven

Onze Vader…

Goede Vader, in Jezus hebt Gij U geopenbaard
als Bron van goedheid en barmhartigheid.
Maak ons geschikt en bereid
om iets van uw goedheid en barmhartigheid te belichamen.
Dan zullen wij met vertrouwen kunnen uitzien
naar de komst van Jezus, de verheerlijkte Messias, uw welbeminde Zoon.
Want van U is het Koninkrijk…

Vredeswens

Breek ons open, Heer,
opdat wij zouden leven met elkaar
en niet naast of tegenover elkaar.
Geef ons de ware vrijheid
die niet gebonden is aan geld of eer,
maar die verworven wordt
door zich los te maken
om U na te volgen.
Dan kunnen wij meebouwen aan uw droom van vrede.
Die vrede van de Heer zij altijd met u.
En geven wij elkaar een teken van die vrede.

Lam Gods

Communie

Brood en wijn, voedsel en vrede,
recht op leven en menselijkheid.
Waar wij zo diep naar hunkeren
en wat we zo moeizaam kunnen zijn,
dat leggen wij in uw handen.
Heer, leer ons doen wat Gij hebt voorgedaan:
leer ons ons leven breken als brood,
het elkaar aanreiken als wijn.
Dit is het Lam Gods…

Bezinning 1

Jezus ging zijn levensweg niet alleen.
Hij zocht aanhangers, tochtgenoten.
Samen deelden ze goede en kwade dagen.
Maar Hij bleef hun grote Voorganger.
Zijn vrienden waren zijn leerlingen.
Op zijn tocht, richting Jeruzalem,
ziet Hij, dat lijden en dood zijn deel is.
Hij zal door een diep dal moeten.
In dat geloven ging Hij de berg op,
samen met enkele uitverkorenen.
Biddend weet Hij zich daar in een visioen
samen met de grootsten van zijn volk: Mozes en Elia.
Ook zij eindigden hun levensloop
anders dan ze zich hadden voorgesteld.
Maar ze wisten zich desondanks
levend in Gods hand.
Op de berg – samen met deze profeten –
ziet Hij, dat zijn kruisweg een levensweg is.
Dat geeft Hem de kracht
om – bergafwaarts – zijn tocht te vervolgen.

Ons leven kent hoogte- en dieptepunten.
Op onze goede momenten
mogen we biddend kracht opdoen.
Daar mogen we zien – als in een visioen –
wat echt belangrijk is in onze levensloop.
Vol vertrouwen kunnen we daar ervaren,
dat ons leven ligt in Gods hand.
Hij is voorbij aan al onze zorgen en pijn.
Hij gaat met ons mee, ook door diepe dalen.
Net als Jezus mogen we ons Gods kind weten,
uitverkoren, omdat we gehoor willen geven aan zijn Zoon,
ons uiteindelijk perspectief
voor tijd en eeuwigheid.
Wim Holterman osfs

Bezinning 2

Vastentijd is een tijd van opgang naar Pasen,
van klimmen naar hogerop
om daar, zoals Jezus in het evangelie van vandaag,
van gedaante te veranderen,
‘ons leven weer nieuw bloed te geven.’

Ons leven is een lange, soms moeizame tocht naar de verheerlijking
die we eenmaal hopen te ontvangen.
Maar, zoals bij elke beklimming geldt de regel:
stijgen vergt inspanning.

Daartoe roept vastentijd on op:
om het beoogde doel te bereiken
moet men zich inzetten en inspannen,
moet men zich iets kunnen ontzeggen,
moet men ook bidden om kracht en moed.
Toch willen we het wel eens opgeven,
en kiezen voor wat gemakkelijk lijkt
en nog plezierig ook:
de oppervlakkigheid van de wereld.

Bezinning 3

Steeds opnieuw
groeien wij vast
aan welvaart, voorrecht of gelijk.
We bouwen ons
een burcht van zekerheden
waarin de ziel
geen adem krijgt.

Zalig wie zulke muren sloopt
en tegen beter weten in
een weg aanlegt
door chaos en woestijn.

Zalig wie onrecht recht trekt,
klein wordt,
groot maakt,
hoop geeft,
brood deelt,
omziet naar verschoppelingen.

Zalig
wie zich omkeert van meer naar genoeg,
en mens durft te zijn
met lege handen.
Kris Gelaude

Slotgebed 1

Soms, heel even, ervaar ik dat ook, God,
dat ik, wanneer ik met U kan spreken en naar U kan luisteren,
vanbinnen én vanbuiten verander en nieuw word,
stralend als de zon,
schitterend als kristal.
Dan komt er een gevoel van vreugde over mij
alsof ik eindelijk echt ‘thuis’ mag komen.
Toch is het niet altijd gemakkelijk
om voor U tijd vrij te maken, God.
Laat daarom Jezus mij heel regelmatig bij de hand nemen
en met mij de berg van liefde opgaan. Amen.
Erwin Roosen

Slotgebed 2

Heer,
Gij hebt U aan uw leerlingen getoond.
Wij vragen U:
openbaar U ook in ons leven van elke dag.
Geef ons de kracht
om ons in te zetten voor uw evangelie
en laat ons eenmaal binnentreden
in het onvergankelijk leven
waar Gij zijt in eeuwigheid. Amen.
Kerk in Herent

Zending en zegen

Gesterkt en verheugd omdat God ons nabij was,
dalen wij af van de berg
om de warmte van God-met-ons
uit te dragen in de vlakte van het leven van elke dag.
Moge zijn zegen op ons rusten:
in de naam van + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.