Begroeting
Wij zijn genodigd aan Gods tafel,
om straks – gevoed, gesterkt en begenadigd –
gezonden te worden.
Moge Hij zijn zegenende hand op onze schouder leggen:
in de naam + van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.
Openingswoord 1
Met het evangelie van vandaag, dat van de barmhartige Samaritaan,
worden we geconfronteerd met het feit
dat het christendom geen leer is of een doctrine,
maar een gebeuren van het hart.
Daarom zegt Jezus tot tweemaal toe: ‘Doe dit’.
Die gedachte was en is revolutionair.
Openingswoord 2
Het evangelie begint vandaag met de vraag:
“Meester, wat moet ik doen?”
Voor ons, vandaag, is dit de vraag
naar de plaats van de christen in deze wereld.
Godsdienst is geen privé-zaak.
Christelijk geloof heeft te maken met wat zich afspeelt op straat,
in de scholen,
op het werk.
Geloven doen we niet alleen op zondag,
maar ook op maandag en de andere dagen van de week.
Geloof en Kerk hebben betrekking
op de alledaagse wereld van politiek en economie,
van opvoeding en cultuur,
van handel en industrie,
maar ook van onze dagelijkse omgang met elke mens die we ontmoeten.
Zijn wij gevoelig voor de nood van anderen?
Zijn wij bereid daaraan iets te doen?
Gebed om ontferming 1
-De Samaritaan uit onze evangelielezing
– op onze dagen misschien een andersgelovige –
wordt door medelijden bewogen en handelt, zonder aarzelen, recht vanuit zijn hart.
Voor al die keren dat wij onze naasten links lieten liggen,
of niet zagen of niet wilden zien,
bidden wij om vergeving:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
-Als wij eigenbelang en prestige laten voorgaan
en niet luisteren naar de stem van het hart,
dan zijn wij geen ‘naaste’.
Bidden wij daarom om vergeving:
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
-Als wij, als christelijke westerlingen,
denken de waarheid in pacht te hebben
en het gelijk aan onze kant,
dan gaan wij respectloos voorbij aan het standpunt, de cultuur en het diepe geloof
van anderen.
Vragen wij daarom om vergeving:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Vergevingsmoment 2
Waar wij onze ogen sluiten voor de mens in nood,
willen we God en elkaar om vergeving vragen.
-Heer, vergeef ons als we met een boog
om de ellende van anderen heen lopen
en geen helpende hand naar hen uitsteken.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
-Christus, vergeef ons als we teveel met onszelf bezig zijn
en te weinig openstaan voor de nood van een ander.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
-Heer, vergeef ons als we denken dat we onmogelijk
kunnen doen wat Gij van ons vraagt.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
De Heer is goed en genadig.
Hij rekent ons onze tekortkomingen niet aan,
maar neemt alles weg wat ons van Hem gescheiden houdt.
Hij zal ons leiden naar eeuwig leven. Amen.
Lofprijzing
Eer aan God in de hoge.
Wij loven U, Vader,
scheppende Kracht,
Bron van liefde.
Wij loven U, Jezus Christus,
Zoon van God,
Weg, Waarheid en Leven.
Wij loven U, Heilige Geest,
Vuur, brandende Liefdeskracht.
Eer aan God in de hoge.
Vrede op aarde
voor mensen die eenvoudig zijn,
voor mensen die zachtmoedig zijn,
voor mensen die barmhartig zijn,
voor mensen die luisteren
naar het Woord van God
en het onderhouden.
Eer aan God in de hoge.
Vrede op aarde
en liefde onder alle mensen:
liefde die nieuw maakt en heelt,
liefde die hoopt en duldt,
liefde die blijft in tijd en eeuwigheid. Amen.
Openingsgebed 1
Diep in ons hart weten we wel
dat alleen het dubbelgebod van de liefde
naar het volle geluk leidt, Heer.
Toch slagen we er vaak niet in
om met heel ons hart
én van U én van onze medemensen te houden.
Wil ons daarom steeds opnieuw oproepen
om het toch te blijven proberen.
Wij vragen het U in Jezus’ naam. Amen.
Openingsgebed 2
God, onze Vader,
in Jezus Christus, uw Zoon, zijt Gij ons
menselijk nabij gekomen
om ons te tonen wie en hoe Gij zijt:
Liefde zonder grenzen.
Gij zorgt voor ons
zoals een vader en een moeder dat voor hun kinderen doen,
en Gij hebt ons als broers en zussen aan elkaar toevertrouwd.
Geef ons de moed en de kracht
om uw liefde tastbaar en voelbaar te maken
in deze soms harde wereld,
vandaag en morgen en altijd. Amen.
Lezingen
‘Gods Woord spreekt in je hart. Doe dus wat je hart je ingeeft’,
horen we in de eerste lezing.
Jezus maakt dit concreet in de parabel over het gebod van de liefde.
Eerste lezing 1 (Deut., 30, 10-14)
Uit het boek Deuteronomium
In die dagen sprak Mozes tot zijn volk:
10 U moet aan de Heer gehoorzamen
en alle geboden en voorschriften onderhouden
die in dit wetboek staan opgetekend;
dan moet u met heel uw hart en heel uw ziel
terugkeren tot de Heer uw God.
11 De geboden die ik u vandaag geef, zijn niet te zwaar voor u
en zij liggen niet buiten uw bereik.
12 Ze zijn niet in de hemel en u hoeft niet te zeggen:
`Wie zal naar de hemel gaan om ze voor ons te halen
en ze ons te laten horen,
zodat wij ze kunnen volbrengen?”
13 Ze zijn niet overzee en u hoeft niet te zeggen:
`Wie zal de zee oversteken om ze voor ons te halen
en ze ons te laten horen,
zodat wij ze kunnen volbrengen?”
14 Nee, het woord is dicht bij u,
in uw mond en in uw hart.
U kunt het dus volbrengen.
KBS Willibrord 1995
Eerste lezing 2
Uit het boek Deuteronomium 30, 10-14
In de 7de eeuw voor Christus werd de wet van Mozes neergeschreven. Uniek is dat ze opkomt voor een tot dan toe ongekende zorg voor de zwakke medemens.
Zelfs de macht van de koning wordt beperkt
en ze versterkt een gevoel van nationale eenheid.
In het verhaal spreekt Mozes zijn volk toe
en drukt hen op het hart om goed naar God te luisteren
en zijn geboden na te volgen.
Hij breekt alle mogelijke excuses af.
Jullie moeten niet zeggen dat jullie die geboden niet kennen
en er dus niet naar kunnen handelen.
Jullie moeten niet zeggen dat ze zich in de hemel bevinden
en dat iemand ze voor jullie daar moet gaan ophalen.
Ze zijn ook niet aan de overkant van de zee.
Jullie moeten dus niet zeggen: wie zal ze daar voor ons gaan ophalen.
Neen, die geboden zijn heel dichtbij,
ze bevinden zich in je hart.
Bewaar ze met zorg.
En dan is het helemaal niet moeilijk
om ze te volgen en ernaar te handelen.
Hendrik Van Moorter
Catechesehuis
Tweede lezing (Kol., 1, 15-20)
Uit de brief van de apostel Paulus aan de christenen van Kolosse
Broeders en zusters,
15 Hij is het beeld van de onzichtbare God,
de eerstgeborene van heel de schepping.
16 Want in Hem is alles geschapen,
in de hemel en op de aarde,
het zichtbare en het onzichtbare,
tronen en hoogheden, heerschappijen en machten.
Alles is door Hem en voor Hem geschapen.
17 Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem.
18 Hij is ook het hoofd van het lichaam dat de kerk is.
Hij is de oorsprong, de eerstgeborene uit de doden,
om in alles de eerste te zijn, Hij alleen.
19 Want in Hem heeft heel de volheid willen wonen
20 om door Hem alles met zich te verzoenen
en vrede te stichten door het bloed, aan het kruis vergoten,
om alle wezens in de hemel en op de aarde door Hem te verzoenen.
KBS Willibrord 1995
Evangelie (Lc., 10, 25-37)
Uit het heilig evangelie van onze heer Jezus Christus volgens Lucas
25 In die tijd kwam een wetgeleerde naar Jezus toe
om Hem op de proef te stellen.
`Rabbi,’ zei hij,
`wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’
26 Hij zei tegen hem:
`Wat staat er in de wet geschreven? Hoe leest u dat?’
27 Hij gaf ten antwoord:
`U zult de Heer uw God liefhebben
met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht
en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’
28 Hij zei tegen hem:
`Juist geantwoord! Doe dat en u zult leven.’
29 Maar hij wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus:
`Ja maar, wie is mijn naaste?’
30 Jezus nam weer het woord en zei:
`Op reis van Jeruzalem naar Jericho viel iemand in handen van rovers.
Ze schudden hem uit, mishandelden hem en lieten hem halfdood achter.
31 Toevallig kwam er een priester langs die weg;
hij zag hem, maar liep in een boog om hem heen.
32 Ook een Leviet die voorbijkwam en hem zag,
liep in een boog om hem heen.
33 Toen kwam er een Samaritaan langs die op reis was;
hij zag hem en was ten diepste met hem begaan.
34 Hij ging naar hem toe,
goot olie en wijn op zijn wonden en verbond ze.
Toen zette hij hem op zijn eigen rijdier
en bracht hem naar een herberg,
waar hij hem verder verzorgde.
35 De volgende ochtend haalde hij twee denariën tevoorschijn
en gaf ze aan de waard.
`Zorg voor hem,” zei hij, `en als u nog meer kosten moet maken,
zal ik ze u op mijn terugreis vergoeden.”
36 Wie van die drie is naar uw mening
de naaste geweest van de man die in handen van de rovers was gevallen?’
37 Hij zei: `Hij die hem barmhartigheid heeft bewezen.’
Jezus zei tegen hem: `Doe dan voortaan net als hij.’
KBS Willibrord 1995
Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God
die met mensen op weg gaat,
die van mensen houdt,
die mensen aan mensen toevertrouwt,
die ons Jezus, zijn Zoon, heeft gezonden.
Ik geloof in de verrezen Christus.
Naar zijn voorbeeld
moeten wij voor elkaar dienstbaar zijn.
Ik geloof in zijn droom:
mensen gelukkig maken
in een wereld van vriendschap en liefde voor elkaar.
Ik geloof in de Geest die ons tot liefde roept.
Hij schenkt ons aan elkaar als licht en hoop,
als brood en wijn,
als dank en vergeving.
Hij roept ons samen in de gemeenschap van de Kerk. Amen.
Voorbeden 1
Bij het begin van deze tafeldienst bidden wij tot God
die ons leven begeleidt met zijn Geest van kracht en liefde.
Hem bieden wij onze gaven en onze gebedsintenties aan.
-Bidden wij voor allen die op hun levensweg overvallen werden door tegenspoed,
gewond geraakten naar geest of lichaam,
of beroofd werden van hun idealen, verwachtingen en toekomstperspectieven.
Dat zij bekommerde en barmhartige medemensen ontmoeten
die hen nabij willen zijn en hen in Gods naam weer op weg helpen.
Voor al die eenzamen op weg naar Jericho:
laten wij bidden…
-Bidden wij voor hen die er niet voor terugschrikken
hun medemensen te beroven en uit te buiten,
individuen of groepen die veel leed veroorzaken en geweld niet schuwen.
Voor die rovers op de weg naar Jericho:
laten wij bidden…
-Bidden wij voor hen die hun medemens onverschillig voorbijlopen,
die het leed van anderen ontwijken,
haastig hun eigen weg vervolgen
en alleen maar goede raad geven.
Voor al die priesters en tempeldienaars op weg naar Jericho:
laten wij bidden…
-Bidden wij voor allen die stilstaan bij wat mensen overkomt,
voor allen die mensen weer overeind helpen,
hen weer op weg zetten en een eind met hen meegaan.
Voor al die Samaritanen op weg naar Jericho:
laten wij bidden…
-Bidden we voor hulpverleners
en voor mensen werkzaam in ziekenhuizen en zorginstellingen.
Dat zij de kracht blijven opbrengen om van harte solidair en dienstbaar te zijn.
Laten wij bidden…
naar Levensecht
Voorbeden 2
Laten we vol vertrouwen bidden tot God,
dé Barmhartige Samaritaan bij uitstek.
-Bidden we voor mensen die niet geraakt worden
door de nood van anderen
en zonder aandacht aan hen voorbijlopen.
Dat het tot hen mag doordringen
dat God zelf ons aanspreekt in het gelaat van de anderen.
Laten wij bidden…
-Bidden we om nieuwe levensmoed
voor allen die door gemis of door onrecht hen aangedaan,
kampen met verdriet.
Dat wij hen zouden helpen opstaan
om samen verder te gaan.
Laten wij bidden…
-Bidden we voor allen die hier of elders
genieten van een deugddoende vakantie.
Dat ze diep geraakt mogen worden
door de schoonheid van de natuur,
door de gastvrijheid die zij mogen ervaren.
Laten wij bidden…
-Bidden we ook voor de mensen
die ons om een of andere reden
om een gebed vroegen.
Laten wij bidden…
God en Vader,
Gij kent ons door en door.
Gij kent ons vallen en opstaan,
Gij weet best wat we nodig hebben.
Aan U vertrouwen wij ons toe
voor tijd en eeuwigheid. Amen.
Puurs
Gebed over de gaven 1
In dit brood en deze wijn wil Jezus onze Naaste worden, God.
Uit liefde heeft Hij Zichzelf aan ons gegeven in deze symbolen.
Daarom dragen wij deze gaven met vreugde aan U op.
Moge ook wij de levensopdracht erin ontdekken
om zélf brood en wijn te worden voor onze medemensen,
door Christus, onze Heer. Amen.
Gebed over de gaven 2
God,
vele graankorrels vormen samen één brood
en vele druiven werden geperst tot deze ene beker wijn.
Zo willen ook wij met U en met elkaar verbonden zijn.
Aanvaard deze gaven als een teken van onze bereidheid
om ook voor elkaar als gebroken brood te zijn, als geschonken wijn.
Moge de Heer zo in ons midden aanwezig zijn. Amen.
Puurs
Tafelgebed
Met hart en ziel danken wij U, God,
die door uw Geest
onze geest voortdurend vernieuwt
opdat wij de wereld
mensvriendelijker zouden maken.
Uw Geest stimuleert ons
om te geloven in Jezus
en Hem te belijden voor alle mensen
als de Heer,
als de Hoop van de wereld.
Daarom loven wij U met de woorden
die uw Geest ons heeft ingegeven:
Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in de hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in de hoge.
Laten wij nooit vergeten, barmhartige Vader,
dat onze Verlosser Jezus Christus
de Heer is,
dat Hij mens is geworden,
die Emmanuel,
dat is: God-met-ons,
wordt genoemd.
Laten wij nooit vergeten
dat Hij de wereld heeft gezien met onze ogen,
dat Hij onze woorden gesproken heeft,
dat Hij onze vreugde en onze nood heeft gekend,
dat Hij het werk van een mens heeft verricht
en dat Hij ons brood gegeten heeft.
Laten wij nooit vergeten
dat Hij de Mensenzoon is
– Mens onder de mensen –
die meer heeft geloofd in de mens,
meer heeft gehoopt en bemind
dan wij ooit kunnen.
Laten wij nooit vergeten
dat ons geloof, dwars door alle leed,
dat onze hoop over de dood heen,
dat onze liefde tegen alle machten in,
ons doen gelijken op Hem
die Gods Gelijke genoemd mocht worden.
Laten wij nooit vergeten dat ook Hij
weerloos heeft moeten buigen
voor het geweld en de macht.
Laten wij nooit vergeten
dat de machtigen Hem geslagen hebben
tot de dood toe,
omdat Hij leerde dat Gij zijn Vader zijt,
dat wij gered worden door ons geloof in U,
dat onze hoop op U nooit wordt teleurgesteld,
dat uw liefde geen grenzen kent
en dat vooral de armen en de kleinen
door die Boodschap blij kunnen worden.
Laten wij nooit vergeten
dat Hij op de vooravond
van dat lijden en die dood
in het breken van het brood
en het rondreiken van de beker
het teken heeft gesteld
dat ons in zijn naam en zijn liefde samenbrengt.
Want die avond
heeft Hij het brood in zijn handen genomen,
Hij heeft zijn ogen opgeslagen
naar U, God en Vader,
Hij heeft U dank gezegd,
het brood gebroken
en aan zijn leerlingen uitgedeeld met de woorden:
“Neem en eet,
dit is mijn Lichaam voor u.”
Zo nam Hij ook de beker,
sprak een dankgebed uit en zei:
“Deze beker is het nieuwe Verbond in mijn Bloed
dat voor u en voor allen wordt vergoten
tot vergeving van zonden.
Telkens als gij van dit Brood eet
en uit deze Beker drinkt,
doe het dan om Mij te gedenken.”
Zijn dood gedenken wij,
zijn opstanding belijden wij,
zijn toekomst verwachten wij.
Wij zijn hier bijeen in zijn naam,
omdat wij mensen willen worden zoals Hij,
mensen die geloven in elkaar
en vertrouwen op U,
die hopen dat Gij uw belofte,
van een gelukkig leven zonder einde,
waar zult maken aan ieder van ons
en aan alle mensen van wie Gij houdt
en van wie wij houden,
en van wie wij blijven houden,
ook al zijn zij overleden.
Wij willen het Brood breken
en wij zullen het eten,
wij zullen de Beker rond reiken en drinken
in zijn naam
om de herinnering aan Hem levend te houden
en om niet te vergeten
dat Hij de armen,
de treurenden,
de zachtmoedigen,
de hongerigen,
de barmhartigen,
de zuiveren,
de vredelievenden,
de vervolgden
en al wie hulp nodig heeft,
gelukkig heeft genoemd.
Geef ons die Geest van deemoed en liefde;
dan zullen wij gelukkig en blij worden
en U dankbaar huldigen:
door Christus,
met Christus,
in Christus,
hier rond deze tafel
en overal,
nu en alle dagen die ons gegeven zijn. Amen.
Onze Vader
Jezus vroeg ons niet enkel Brood te delen
en de Beker rond te reiken om Hem te gedenken,
Hij leerde ons ook bidden tot zijn Vader, die ook onze Vader is.
Onze Vader,
graag zouden wij in deze wereld
uw naam geheiligd zien.
Mochten steeds meer mensen U kennen
als God-met-ons.
Uw Rijk kome!
Een Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid.
Uw wil geschiede,
want Gij wilt dat wij gelukkige mensen zijn,
die zich inzetten voor de anderen.
Wij vragen U om het dagelijks brood,
om het nodige voedsel voor wie honger heeft
en om de moed ons voedsel te delen.
Vergeef ons onze schuld,
want dikwijls zijn wij onverschillig voor uw liefde.
Leer ons de anderen vergeving schenken,
steeds opnieuw, zonder bitterheid.
Leid ons weg uit de bekoring
van hoogmoed en onoprechtheid.
En verlos ons van het kwade.
Want Gij zijt de Vrede en de Vreugde,
de Kracht en de Heerlijkheid
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Vredeswens 1
Onze wereld heeft grote nood aan echte vrede,
aan diepe verbondenheid,
harmonie en grenzenloze solidariteit.
Daarom durven wij bidden:
Heer, Jezus Christus, al weldoende zijt Gij rond getrokken,
met aandacht voor iedereen,
klein en groot, rijk en arm, ziek en gezond.
Gij hebt het beste in de mens naar boven gehaald
en ons de opdracht gegeven:
ga en doe jullie evenzo.
Schenk ons uw geestkracht
zodat wij vredebrengers worden hier en nu
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
De vrede van de Heer zij altijd met u.
En laten wij elkaar dan die vrede van de Heer van harte toewensen.
naar Puurs
Vredeswens 2
Iedere dag opnieuw worden wij geconfronteerd
met problemen en conflicten
in ons eigen leven, en overal ter wereld.
Jezus laat ons zien dat het mogelijk is
stappen te zetten richting verzoening en vrede.
Daarom vragen we U, Jezus,
geef ons de moed
om te zien wat er gaande is.
Schenk ons mededogen met elkaar.
Laten we voor elkaar een naaste zijn.
Die vredesboodschap zij altijd met u.
En geven wij elkaar een hartelijk teken dat wij naar die vrede toe willen.
Lam Gods
Communie
Heer, Gij strekt uw handen naar ons uit en richt ons telkens op tot nieuw leven.
Voed ons met uw Brood van geloof, hoop en vooral van liefde,
opdat wij elkaar als barmhartige Samaritanen blijven vasthouden,
naar het Woord van uw Zoon, die voor ons wil zijn:
het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt.
Heer, ik ben niet waardig…
Bezinning 1
Naaste-zijn
is op weg gaan,
alert
met open oog en open handen
voor elkeen die ik tegenkom
langs of op mijn weg.
Naaste-worden
is de ander nabij willen zijn
zonder vragen,
zonder oordeel,
zonder verwachting.
In alle eerbied
zijn vrijheid respecterend
en zien,
doorzien,
wat hier en nu
zijn leven leefbaarder kan maken.
En zonder omhaal,
niet wachtend op een gebaar van dank
verdergaan.
vrij naar Ida Guetens
Bezinning 2
Je komt er vandaag niet meer ‘per toeval’ langs.
Het leed, de nood van mensen,
komt dagelijks recht op je af
via de krant en de televisie.
En altijd weer diezelfde vraag:
wat zal jij doen?
Geef jij antwoord, of niet?
De keuze is aan jou:
je laat je raken,
je staat stil,
je hoort de vraag
en wil er iets aan doen
of…
je loopt er in een boog omheen:
wat niet weet, niet deert,
’t is beter mekaar met rust te laten,
of: mijn kop staat niet naar triestig nieuws na een drukke dag…
en je zapt naar een andere post.
Of stel je toch de vraag:
voor wie en hoe zal ik een vriend, een naaste zijn?
Op deze vraag
is het antwoord: doen.
naar Carlos Desoete
Bezinning 3
Het klinkt zo onwerelds:
‘je naaste liefhebben als jezelf’.
Een uitdrukking waarbij we nog raar of zelden stilstaan,
alsof we perfect begrijpen wat wordt bedoeld.
Geroepen om elkaars Samaritaan te zijn, liefhebbende medemens, naaste.
En toch ‘liefhebben’ – al is het verheven taal – we zijn ermee vertrouwd,
als moeder, vader, dochter, zoon.
‘Liefhebben’ spreekt van zorgvuldigheid, van zorgzame nabijheid,
is rijper dan verliefdheid,
onbaatzuchtiger dan “genieting”,
ruimer dan gevoel en hartstocht.
Het verwijst naar: ‘zorgen voor’, ‘verzorgen, ‘zorg(en) dragen’…
Het veronderstelt dat we onmiddellijk de handen uit de mouwen steken
met toegewijde hulp,
en – waar nodig – doorverwijzen naar anderen.
‘Iemand naar een herberg’ brengen, zegt het verhaal.
Dit laatste niet om er vanaf te zijn, integendeel.
‘Liefhebben’ veronderstelt immers een lang engagement.
‘Tot de Heer terugkomt’,
tot het geluk weer bij de mens is teruggekeerd.
Tot ‘liefhebben van je naaste’ zijn we geroepen als christen,
elke dag weer.
De wereld heeft ze nodig:
echte christenen die, gewekt door de zorg van een ander,
zich geroepen weten om die dienstbaar lief te hebben.
“Met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand” (Lc. 10,27).
naar Broechem
Slotgebed 1
Over het hoofd van de wetgeleerde heen
zegt Jezus tot ons:
ga en doe zoals die vreemdeling die vriend werd.
Kijk met de ogen van je hart,
dan zullen je handen en voeten in beweging komen
om wie je nodig heeft, tot hulp te zijn. Amen.
Slotgebed 2
Graag nodig ik je uit om aan mijn Boodschap van liefde
een gezicht en een hart te geven – zegt God.
Kijk om je heen en probeer ‘goed’ te doen
voor élke mens, zonder onderscheid.
Durf je handen uit de mouwen te steken
en gekwetste mensen nabij te zijn.
Geef je eigen leven in dienst van armen en kleinen
zoals brood dat gebroken wordt
en wijn die wordt gedeeld.
Jezus heeft het je voorgedaan vanuit zijn sterke verbondenheid met Mij.
Treed in zijn voetspoor.
Erwin Roosen
Zending en zegen
“Doe voortaan als die Samaritaan.”
Ga, gezonden door dit Jezuswoord, weldoende op weg.
Daartoe mogen wij elkaar de warmte van Gods zegen toewensen:
in de naam + van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.