Begroeting

Moge wij – naar zijn beeld geschapen –
zoals onze God
met elkaar omgaan +
als liefdevolle Vader, zorgdragende Moeder,
als geïnspireerde Zonen en Dochters
en als bevrijdende Geestkracht. Amen.

Openingswoord 1

Jezus vraagt vandaag aan zijn leerlingen meer dan alleen maar rechtvaardigheid.
Rechten en plichten nauwkeurig in evenwicht houden,
wederkerige rechtvaardigheid,
is goed,
maar als Jezus’ leerlingen moeten we een stap, – soms een heel grote stap –
verder zetten:
geen berekening, geen afweging,
maar gulle liefde tegenover wie ook,
ook tegenover wie ons niet zo liggen,
ook tegenover wie ons kwaad hebben gedaan.
God is barmhartig voor iedereen, ook voor ons,
en willen we Gods leerlingen zijn,
dan moeten ook wij barmhartig zijn tegenover iedereen.
Een best harde pil om te slikken.

Openingswoord 2

De liefde voor de vijand die David in praktijk brengt
en die Jezus vraagt van zijn leerlingen,
is behoorlijk tegendraads.
Maar ze doorbreekt wel de kringloop van het kwaad.
Ze is een afspiegeling
van de grensverleggende liefde van God zelf:
‘Wees barmhartig zoals uw Vader barmhartig is.”

Gebed om ontferming

-Heer, ons leven is een aaneenschakeling van dingen die we zo maar,
gratis, hebben gekregen:
allereerst ons leven zelf.
Om te kunnen opgroeien als mens,
hadden we zovele anderen nodig.
Maar vaak vinden we dit maar al te vanzelfsprekend
en al snel vinden we anderen
concurrenten qua bezit, aanzien, invloed, genegenheid…
En niettegenstaande we zelf, uit eigen ervaring, weten
dat wat ons gratis en gul wordt gegeven,
het leven echt mooi maakt,
hebben we er dikwijls moeite mee om anderen,
die ons niet zo goed liggen, onvoorwaardelijk lief te hebben.
Daarom:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.

-Christus, uw moeilijke opdracht aan uw apostelen
waren geen louter straffe woorden,
maar Gij hebt ze elke dag van uw leven in praktijk gebracht,
tot de dood toe.
Wij hebben uw Woord wel gehoord,
maar voor de radicale consequentie deinzen we vaak terug.
Daarom:
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.

-Heer, Gij roept ons op tot een alternatieve maatschappij,
waarin de liefde de regel is.
Onze maatschappij hanteert andere regels
en ertegenin roeien,
maakt ons vaak niet zo populair.
Onze barmhartigheid staat dikwijls op een laag pitje.
Daarom:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.

God, leer ons steeds meer grenzeloos lief te hebben,
zoals Gij ons liefhebt. Amen.

Lofprijzing

Eer aan God in de hoge.

Wij loven U, Vader,
scheppende Kracht,
Bron van liefde.
Wij loven U, Jezus Christus,
Zoon van God,
Weg, Waarheid en Leven.
Wij loven U, Heilige Geest,
Vuur, brandende Liefdeskracht.

Eer aan God in de hoge.

Vrede op aarde
voor mensen die eenvoudig zijn,
voor mensen die zachtmoedig zijn,
voor mensen die barmhartig zijn,
voor mensen die luisteren
naar het Woord van God
en het onderhouden.

Eer aan God in de hoge.

Vrede op aarde
en liefde onder alle mensen:
liefde die nieuw maakt en heelt,
liefde die hoopt en duldt,
liefde die blijft in tijd en eeuwigheid. Amen.

Openingsgebed 1

Barmhartige Vader,
Wij zijn klaar om te luisteren naar uw Woord.
Wij bidden U
dat het ons bevrijdt,
ons uittilt boven onze klein-menselijke maat
en ons tot nieuwe mensen maakt,
tot mensen naar uw hart,
mensen zoals Jezus,
uw mensgeworden Liefde,
oneindig goed. Amen.

Openingsgebed 2

Barmhartige Vader,
door Jezus hebt Gij ons geleerd
geen kwaad met kwaad te vergelden.
Schenk ons uw Geest van vergevingsgezindheid,
want met de maat waarmee wij meten,
zullen wij gemeten worden.
En als wij anderen van harte vrijspreken,
zullen wij bij U vergeving vinden.
Wij vragen U dit door Christus onze Heer. Amen.

Lezingen

Koning Saul maakte jacht op David.
Maar als David de kans krijgt zich van zijn vijand te ontdoen,
laat hij Saul het leven.
Zo is onze eerste lezing een illustratie van het evangeliewoord:
“Heb je vijanden lief”.
Luisteren wij naar die Woorden uit de Schrift.

Eerste lezing 1 (1 Sam., 26, 2. 7-9. 12-13. 22-23)

Uit het eerste boek Samuël.

2 In die dagen ging Saul met drieduizend uitgelezen Israëlieten
op weg naar de woestijn van Zif om David daar te zoeken.

7 David en Abisai kwamen in de nacht bij het leger aan
en daar lag Saul in het wagenkamp te slapen.
Zijn lans stond bij zijn hoofdeinde in de grond gestoken;
Abner en zijn mannen lagen in een kring om hem heen.

8 Toen zei Abisai tegen David:
`Nu levert God uw vijand aan u uit.
Laat mij hem met zijn eigen lans aan de grond priemen!
Eén stoot! Meer is niet nodig!’

9 Maar David zei tegen Abisai:
`Nee, dood hem niet!
Wie slaat ongestraft de hand aan de gezalfde van de Heer?’

12 David nam de lans en de waterkruik van het hoofdeinde van Saul weg
en zij gingen terug.
Niemand zag het, niemand merkte iets,
niemand werd wakker; iedereen sliep door,
want de Heer had hen in een diepe slaap gedompeld.

13 Toen David aan de overkant gekomen was,
ging hij ver weg op de top van een berg staan,
zodat er een grote afstand tussen hen was.

22 Hij riep luid:
`Hier is uw lans, koning,
laat een van uw mannen hem maar komen halen.

23 De Heer vergeldt ieders rechtschapenheid en trouw.
De Heer had u vandaag aan mij overgeleverd,
maar ik heb mijn hand niet willen opheffen tegen zijn gezalfde.
KBS Willibrord 1995

Eerste lezing 2

Uit het eerste boek Samuel 26, 2.7-9.12-13.22-23

In dit boek wordt verteld hoe Saul de eerste koning van het land werd. In een oorlog is hij ongehoorzaam aan Gods wil. Zijn soldaten hebben gedood wie arm en zwak is en hebben laten leven wie rijk en sterk is. Daarom voelt Samuel, de priester-rechter het als zijn taak om een nieuwe koning te zalven. Dat wordt David.

Saul probeert David te doden.
Met 3000 soldaten is Saul op zoek naar David,
die zich samen met zijn volgelingen verbergt in de woestijn.
’s Nachts sluipt David echter met een dienaar naar het kamp van Saul.
Zij vinden Saul terwijl hij diep ligt te slapen tussen zijn soldaten.
Zijn speer steekt naast zijn hoofd in de grond.
De dienaar stoot David aan: “Laat mij Saul neersteken met zijn eigen speer. In één keer kan ik hem doden.”
Maar David houdt hem tegen:
“Niemand zal iemand doden die door de Heer tot koning is gezalfd. De Heer zelf zal hem straffen.”
Daarop neemt David de speer en de waterkruik naast Saul weg en vertrekt. Niemand merkt iets, niemand wordt wakker.
Aan de andere kant van de ravijn, op veilige afstand,
roept David van op een heuveltop naar Saul.
Saul herkent de stem van David.
Hij ziet dadelijk in wat er gebeurd is en bekent zijn fouten.
David reageert mild en vergevingsgezind.
“Hier is uw speer, koning, stuur iemand om ze op te halen.
Zo ziet u hoe eerlijk en trouw ik ben.
Ik kon u vandaag doden en heb dat niet gedaan, omdat de Heer u tot koning heeft gezalfd. Zo zal de Heer ook mij bijstaan als ik in nood ben.”
Hendrik Van Moorter
Catechesehuis

Tweede lezing (1 Kor., 15, 45-49)

Uit de eerste brief van de apostel Paulus aan de christenen van Korinthe.

Broeders en zusters,
45 Dit is de zin van wat er staat geschreven;
de eerste mens, Adam, werd een levend wezen.
De laatste Adam werd een levendmakende Geest.

46 Maar niet het geestelijke komt het eerst;
het natuurlijke gaat eraan vooraf,
daarna komt het geestelijke.

47 De eerste mens, uit de aarde genomen, is aards;
de tweede is uit de hemel.

48 Op die eerste mens van aarde lijken alle aardse mensen,
op de hemelse mens zullen alle hemelingen lijken.

49 En net zoals wij het beeld van de aardse mens hebben gedragen,
zo zullen wij ook het beeld dragen van de hemelse mens.
KBS Willibrord 1995

Evangelie (Lc., 6, 27-38)

Uit het heilig evangelie van onze heer Jezus Christus volgens Lucas.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
27 Tegen jullie die luisteren, zeg Ik:
heb je vijanden lief,
wees goed voor wie je haten,

28 zegen hen die je vervloeken
en bid voor degenen die je smaden.

29 Slaat iemand je op de wang,
bied hem dan ook de andere,
en pakt iemand je jas af,
weiger hem ook je hemd niet.

30 Vraagt iemand je om iets, geef het,
en pakt men iets van je af,
vraag het dan niet terug.

31 Behandel de mensen zoals je wilt dat ze jullie behandelen.

32 Als jullie je vrienden liefhebben,
is er dan reden tot dankbaarheid?
Ook de zondaars hebben hun vrienden lief.

33 En als jullie je weldoeners weldoen,
is er dan reden tot dankbaarheid?
Ook de zondaars doen dat.

34 En als jullie lenen aan mensen van wie je iets terugverwacht,
is er dan reden tot dankbaarheid?
Ook zondaars lenen aan zondaars om op hun beurt hetzelfde te krijgen.

35 Nee, heb je vijanden lief, doe wel en leen uit,
en verwacht daarvoor niets terug.
Dan zal er een rijke beloning voor jullie zijn:
je wordt kinderen van de Allerhoogste,
want ook Hij is goed voor ondankbare en slechte mensen.

36 Wees barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is.

37 Werp je niet op als rechter, dan zullen jullie niet berecht worden.
Veroordeel niet, dan zullen jullie niet veroordeeld worden.
Spreek vrij, dan zullen jullie vrijgesproken worden.

38 Geef, dan zal jullie gegeven worden.
Een mooie maat, stevig aangedrukt, goed geschud
en overvol zal je in de schoot geworpen worden.
Want met de maat waarmee jullie meten, zul je gemeten worden.’
KBS Willibrord 1995

Geloofsbelijdenis

Belijden wij samen ons geloof in Gods goedheid voor elke mens,
en beloven wij dat wij zullen proberen Hem hierin na te volgen.

Ik geloof in God,
die vrede in de wereld wil,
die ons vraagt aan die vrede mee te bouwen,
zodat leven in geluk mogelijk wordt voor iedereen.

Ik geloof in Jezus Christus,
die ons bevrijdt van angst en vooroordelen,
en die ons doet hopen,
de dood voorbij.

Ik geloof in de Geest,
die gerechtigheid schept,
die ons verantwoordelijk maakt om,
door inzet en inkeer,
een wereld uit te bouwen die bewoonbaar is voor allen.

Ik geloof in een gemeenschap
die deze taak op zich neemt.
Ik geloof in een God die belooft
dat Hij ons leven zal voltooien
in zijn Rijk van vrede voor altijd. Amen

Voorbeden 1

-Bidden wij voor mannen en vrouwen
die zich niet laten meeslepen
in de spiraal van kwaad tot erger.
Laten wij bidden…

-Bidden wij voor mensen
die aangedaan onrecht
beantwoorden met vergevingsgezindheid.
Laten wij bidden…

-Bidden wij voor alle slachtoffers
van onmenselijkheid en zinloos geweld.
Laten wij bidden…

Barmhartige God,
Gij vraagt van ons meer dan het gewone:
Gij vraagt liefde voor de vijand,
vergeving voor wie in de fout ging.
Geef dat wij, onszelf overwinnend,
de weg van mildheid en verzoening durven gaan.
Dit vragen wij U door Jezus,
uw mens geworden liefde. Amen.
naar André Janssen

Voorbeden 2

Heer, God, laat ons delen in uw scheppende kracht
zodat wij kunnen meebouwen
aan een wereld waar het goed is te leven voor iedereen.

-Bidden wij dat het kwaad van vijandschap tussen mensen het moet afleggen
tegen de zachte kracht van geduld en verdraagzaamheid,
tegen de inbreng van gezond verstand
en het groeiend besef van verantwoordelijkheid voor elkaar.
Moge we uiteindelijk elkaar vinden in liefde en vrede.
Laten wij bidden…

-Bidden wij dat wij onze bezitsdrang temperen,
zodat de levensmogelijkheden van anderen niet in het gedrang komen.
Moge wij beseffen
wat wij, in onze roes naar ‘steeds meer’,
aan anderen onthouden hebben.
Moge wij ook beseffen
dat wij hun dat eerlijkheidshalve moeten teruggeven.
Laten wij bidden…

-Bidden wij dat wij niet langer kwaad met kwaad vergelden,
maar belangloos leren geven.
Dat wij over mensen, die niet zijn zoals wij,
niet blindelings mogen oordelen.
Laten wij bidden…

Barmhartige God,
blijf onze richtingwijzer op de weg die wij gaan.
Begeester ons met uw Geest van vrede,
verzoening en verdraagzaamheid
zodat wij de muren afbreken
die wij hebben opgetrokken tussen ‘wij’ en ‘zij’.
Zo creëren wij ruimte
waar uw Rijk gedijen kan. Amen.

Voorbeden 3

Barmhartigheid, geweldloosheid, belangloze liefde…
het klinkt ons als muziek in de oren.
Keren wij ons tot God en bidden wij tot Hem:

-Ook vandaag nog worden grote en kleine conflicten uitgevochten
tussen landen, bevolkingsgroepen, geloofsgemeenschappen,
zelfs binnen onze eigen geloofsgemeenschap,
in ons eigen gezin.
Bidden wij dat geweldloosheid en belangloze liefde
– zoals die Jezus ons voorleefde –
ons de weg doen gaan
van verzoening en verbondenheid met elkaar.
Laten wij bidden…

-Ook vandaag nog leven mensen in zorg en verdriet,
omdat er voor hen geen plaats is in onze maatschappij,
omdat ze financieel aan de grond zitten,
omdat ziekte of pijn hun leven ondraaglijk maakt,
omdat ze vernederd worden
of omdat roddel en kwaadsprekerij hun leven verzuren.
Bidden wij dat zij mensen mogen ontmoeten
die in hen geloven, hen nabij zijn, hen met zorg omringen.
Laten wij bidden…

-Ook vandaag nog zijn er mensen – ook in onze omgeving –
die dag na dag belangloos klaar staan voor hun medemensen,
die ruimte scheppen en levenskansen bieden,
die tranen drogen en vreugde schenken,
mensen met een warm hart en liefdevolle aandacht.
Bidden wij dat zij, naar Jezus’ voorbeeld,
onverminderd op die weg verdergaan,
en dat hun inzet zo aanstekelijk mag zijn
dat anderen dezelfde weg beginnen te gaan.
Laten wij bidden…

Gebed over de gaven 1

God, Gij die één en al goedheid zijt van meet af aan,
aanvaard uit onze handen
dit brood en deze wijn als teken van onze goede wil.
Maak ons rond deze tafel toegewijd aan elkaar.
Leer ons te meten met de maat waarmee Gij meet:
grenzeloos, liefdevol en vergevingsgezind,
zoals ook Jezus,
die uw Woord heeft gehoord en uw Wil heeft gedaan ten einde toe,
tot in eeuwigheid. Amen.
naar Levensecht

Gebed over de gaven 2

Goede God,
in het teken van brood en wijn
laat Jezus ons zijn diepste wezen zien:
Hij doorbréékt de menselijke boosheid.
Geef dat wij met Hem een einde helpen maken
aan de kringloop van het kwaad.
Dit vragen wij U door Jezus, uw Zoon en onze Heer. Amen.

Tafelgebed

God, onze Heer en Vader,
wij zijn hier bijeen om U te danken,
te loven en te prijzen.
Bij U begint het leven en de liefde;
alles wat wij hebben
hebt Gij ons geschonken.

Gij kent ons, Gij houdt van ons.
Gij zijt de Schepper,
Gij zijt het Begin en het Einde van alles.

Uw Zoon is mens geworden.
Hij heeft ons geleerd wie Gij zijt.
Samen met Jezus Christus en met elkaar
zijn wij hier om tot U te bidden.

Wij danken U voor heel de aarde:
voor de bergen en de bomen,
voor de zon en de zee,
voor alles wat er groeit en bloeit;
voor het leven en de liefde,
voor de mensen hier en overal.

Alle mensen zijn op weg naar U,
naar uw geluk en vrede voor altijd.
Daarom bidden wij samen:

Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in de hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in de hoge.

Gij die ons de aarde geeft om te bewonen,
Gij weet dat wij tekortschieten
in het verwezenlijken van vrede en gerechtigheid.
Toch roept Gij ons op
om recht te doen en goed te zijn.
Wij bidden voor hen die het meest weerloos zijn:
kinderen, armen, mishandelde en hongerige mensen,
vluchtelingen, zieken en stervenden,
voor mensen zonder toekomst
en voor allen die groot lijden moeten dragen.

Niet voor de dood, maar voor het leven
hebt Gij ons gemaakt.
Zend ons uw Geest,
geef ons de kracht
om beter mens te worden;
dat wij geen leegte najagen,
geen waarheid ontvluchten,
uw naam niet vergeten en uw wil volbrengen.
Wij willen het brood van deze wereld
delen met elkaar
en al het kwaad dat ons wordt aangedaan vergeven
opdat uw rijk kome.

Wij richten onze ogen op Jezus van Nazareth,
die uw naam geheiligd heeft,
uw wil volbracht;
die Brood en Wijn voor ons geworden is,
Voedsel en Vreugde,
Vergeving van zonden.

Die in de nacht van zijn lijden en dood
brood genomen heeft,
het brak en aan zijn vrienden uitdeelde met de woorden:
“Neem en eet, dit is mijn Lichaam voor u.”
Zo nam Hij ook de beker, sprak een dankgebed uit en zei:
“Deze beker is het nieuwe Verbond in mijn Bloed,
dat voor u en allen wordt vergoten
tot vergeving van zonden.
Telkens als gij van dit Brood eet
en uit deze Beker drinkt,
denk dan aan Mij.”

Als wij dan eten van dit Brood
en drinken uit deze Beker
verkondigen wij de dood des Heren
totdat Hij komt.

Wij bidden U, Heer,
laat de Geest van uw goedheid
onder ons blijven verder leven.
Moge uw leven en dood
ons helpen ook onszelf te geven
en nooit moedeloos te worden.
Moge wij allen eens opgenomen worden
in het Rijk van uw goedheid, vrede en vreugde.

Gij hebt het immers gezegd, Heer,
en wij geloven U,
dat Gij ons nooit verlaat.

Door Christus, met Christus en in Christus
bieden wij U dit dankoffer aan
in de gemeenschap van uw kerk
zoals Gij het hebt gewild
vandaag en alle dagen tot in eeuwigheid. Amen.

Onze Vader 1

Laten wij met vriend en vijand
het gebed bidden dat Jezus ons leerde,
omdat Gij de Vader zijt van alle mensen:
Onze Vader,…

Als wij het woord ‘barmhartigheid’ waarmaken,
luisteren naar de nood van anderen,
als onze voorkeur uitgaat naar wie onze liefde nodig hebben,
als onze zorg uitgaat naar wie lijden
en aan wie onrecht wordt aangedaan,
dan zullen wij vol vertrouwen mogen uitzien
naar de komst van Jezus Messias, uw Zoon,
Want van U is het Koninkrijk….

Vredeswens 1

Jezus, vervul van vrede
allen die uw Woord ter harte nemen.
Zegen ons allen met goede moed en geduld,
tot wij mensen naar uw hart geworden zijn,
uw licht ontmoetend in elkaars ogen.
De vrede en de barmhartigheid van de Heer zij altijd met u.
En geven we elkaar een teken van die Godsvrede.

Vredeswens 2

God, Gij die de mens hebt geschapen naar uw beeld,
Gij weet dat wij vaak achterdochtig zijn,
onze eigen prestaties ten koste van een ander overdrijven,
dat wij elkaar in verlegenheid brengen of onverdraagzaam zijn
of langs elkaar heen lopen,
geef ons úw vrede,
zodat wij op onze beurt ze kunnen doorgeven aan elkaar.
De vrede van de Heer, zij altijd met u.
En geven we die vrede ook met een hartelijk gebaar aan elkaar door.

Lam Gods

Communie

De Heer nodigt ons uit aan zijn tafel.
Hij biedt deze gaven aan.
Laten wij ze ontvangen als blijk van onze bereidwilligheid
om te delen met elkaar,
om gemeenschap te vormen met elkaar,
ook met hen, met wie wij dat gevoelsmatig niet zo vanzelfsprekend vinden.
Zie het Lam Gods…

Bezinning 1

God van rechtvaardigheid,
hoor mij aan.

Ik weet niet hoe het verder moet.
Hoe kan ik mijn vijanden liefhebben,
als zij niets liever doen
dan mij pesten en slaan,
elke dag weer?.

Hoe kan ik degene liefhebben die
mishandelt,
als ik zie hoe jongeren in verre landen
worden uitgebuit als goedkope arbeidskrachten?

Hoe kan ik degene die mij slaat
de andere wang toekeren,
als ik zie hoe mijn vader
mijn moeder dagelijks bont en blauw slaat?

Hoe kan ik degene die mijn bovenkleed wegneemt,
ook mijn onderkleed laten afnemen,
als ik niet eens twee stel kleren heb
om aan te trekken?

Ik heb een probleem, God,
ik begrijp namelijk niets van jouw
rechtvaardigheid.
Deze rechtvaardigheid is een
rechtvaardigheid
van sterken en machtigen,
maar biedt zij ook bescherming aan de zwakken?
Dán is rechtvaardigheid pas rechtvaardig.
Ik begrijp het niet, God.
Ch. Sluijsmans

Bezinning 2

God van liefde,
mag ik leven in het vertrouwen
dat Gij de wereld draagt?
Dat Gij de bron van alle liefde zijt
en ieder mens uw kind noem?

Laat mij de stilte vinden
waarin ik U kan horen
Geef mij de woorden in
om U te danken en tot U te spreken

Kijk mij aan met de ogen
van wie mij ontmoet.
Maak mij mild en moedig
in de zorg voor uw mensen.

Blaas uw adem in mij, dat ik leef.
Genees mijn onmacht en mijn schuld.
Leg vrede in mijn hart
zodat ik anderen tot steun kan zijn.
Breng mij Jezus te binnen, uw Mensenzoon
Voed mij met zijn Woorden en zijn leven.
En geef mij zusters en broeders
met wie ik samen uw lof mag zingen.
Paul Van Puyenbroeck.

Slotgebed 1

Barmhartige God,
geef ons een nieuw hart, open en vriendelijk voor alle mensen.
Geef ons nieuwe ogen, om U te ontdekken in mensen, in al wat ons overkomt.
Geef ons een nieuw geloof
dat ons in staat stelt vol vertrouwen opnieuw te begin­nen.
Geef ons nieuwe hoop, die durft uitzien naar die bijna onmogelijke vrede.
Geef ons nieuwe liefde,
diep als de zee
warm als vuur
sterker dan de dood. Amen.

Slotgebed 2

Ik probeer het wel, God, maar het is zeer moeilijk :
mijn vijanden lief hebben, goed zijn voor wie mij haten
en bidden voor wie mij ongeluk toewensen.
En toch, voel ik in die onvoorwaardelijke liefde
de toetssteen voor mijn christen-zijn ligt.
Wil mij helpen dat in mijn leven dan ook waar te maken.
Laat mij voelen dat Jouw kind mag zijn.
Geef mij de moed en de durf om mij door Jou te laten beminnen.
Erwin Roosen

Zegen en zending

De woorden van vrede en barmhartigheid,
die ons in deze viering werden toegezegd,
mogen we delen met velen.
Moge zij vruchtbaar worden
in vriendelijkheid die ontwapent,
in hartverwarmende woorden en gebaren.
Dan zal Gods zegen ons verwarmen:
in de naam + van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.