Article header background
Terug naar overzicht
Bernard De Cock
image

25ste zondag door het jaar

Heb je het ook al eens meegemaakt dat je samenzit in een groep van vrienden, en dat er plots een van hen schuchter zegt dat het slecht met hem gesteld is. Hij raapt al zijn moed bijeen om de groep te vertellen dat hij vanwege de dokters het oordeel van ‘terminaal’ heeft gekregen. Het nieuws valt als een bom. Algehele verbijstering. Iedereen beseft maar al te goed waar het over gaat, maar niemand durft er dieper op in te gaan en hem concrete vragen te stellen.

image

De tussenkomst van de zwaar zieke wordt beantwoord en afgesloten met enkele goedbedoelde maar nietszeggende opmerkingen, zoals “het is hopelijk toch zo erg niet” of “zou je niet proberen te gaan voor een second opinion?”, enz. Eigenlijk een reactie van angst en het scheppen van valse zekerheid. Of misschien ben jíj wel degene die het slechte nieuws over jezelf brengt. En dan stel je vast dat de groep feitelijk bezig is en blijft met iets heel anders, iets waar je vroeger zelf ook zo sterk mee begaan bent geweest. Onder andere met de carrière en met de maatschappelijke positie.

Goede dingen, uiteraard, maar waar je door jouw terminale situatie nu toch ook anders tegen aankijkt. Je relativeert en ziet scherper waar het in het leven uiteindelijk op aankomt.

Ik vertel dit omdat het zo sterk lijkt op wat het evangelie van vandaag ons vertelt. Elke vergelijking loopt mank. Maar toch. Ook hier brengt Jezus – voor de tweede keer al – het slechte nieuws dat hij gemarteld en geëxecuteerd zal worden, weliswaar met de positieve ondertoon van zijn verrijzenis. En net als de vrienden uit mijn verhaal van daarnet, durven de leerlingen hem er niet op aanspreken. “Ze schrokken ervoor terug hem te ondervragen”, staat er letterlijk in de tekst. Ze zijn veeleer bezig geweest met de vraag wie van hen de macht heeft. Ze hebben, met andere woorden, een stevige woordenwisseling gehad over wie de grootste is. De reactie van de leerlingen op Jezus’ uitspraken is er een van onbegrip – ze verstaan het gewoon niet.

Daar komt nog de panische angst bij voor de levensbedreigende boodschap ondanks de toezegging van de verrijzenis. De enige uitweg is dan een eigen houvast te zoeken, de situatie te controleren, de macht te hebben. Een houding die uiteindelijk een valse zekerheid biedt, zo zal blijken. Daar kom ik straks op terug.

We moeten ons nu echter eerst afvragen waarom precies de leerlingen Jezus niet begrijpen en waarom ze niet durven in te gaan op de voorspelling van zijn lijden en sterven? Het antwoord, tegelijk simpel en ingewikkeld is: omdat de aangekondigde terechtstelling van Jezus de onontkoombare vraag oproept waar we tot op vandaag als gelovigen nog altijd mee worstelen. Die vraag is: hoe kan God het toelaten dat zo’n ingoed mens als Jezus, Zíjn rechtvaardige, Zíjn geliefde Zoon op zo’n manier aan zijn einde komt?

Laten we het algemener stellen, ook voor vandaag: waarom laat God toe dat het kwaad goede mensen treft? “Waarom hebt Gij mij verlaten”, schreeuwt Jezus aan het kruis. Je laat je kind toch nooit in de steek!? Zeker niet als dat kind het opneemt voor de kleinsten onder het volk, voor de slachtoffers van allerlei vormen van onrecht, en zijn dat niet precies jouw eerste uitverkorenen, God? De leerlingen verstonden het niet. Wij verstaan het niet.

En Jezus zélf verstond het eigenlijk ook niet, ook hij had angst (“laat deze beker aan mij voorbijgaan”), maar hij is altijd blijven vertrouwen én hij bleef trouw aan zijn roeping. Het is vrijwel zeker dat hij beseft heeft dat die trouw zou leiden naar zijn uitschakeling. Zijn hele optreden werd immers getekend door toenemende tegenstand en isolatie.

Jezus liet er zich echter niet door bepalen. Zijn diep Godsvertrouwen en zijn gebed en de liefde van God die hij in zijn leven aan de mensen schonk, hielden hem staande. En dus ging hij naar Jeruzalem, het hol van de leeuw, met alle risico's vandien: hij nam zijn lijden en dood vrijwillig op zich. En hij deed dat in uiterste consequentie met zijn leven en zijn boodschap.

Jezus maakt van de gelegenheid gebruik om de juiste houding van die roeping te verwoorden. Het geheim van zijn leven, het mysterie van zijn zending. Niet alleen de eerste leerlingen, maar ook wij worden daarbij aangesproken. Vandaag wordt onomwonden aan ons, christenen van de 21ste eeuw gezegd: “Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen moeten wezen en de dienaar van allen”. Je bent pas groot als je dient en niet als je heerst. Grootheid wordt niet afgemeten aan prestige, macht en succes, maar aan wat je echt betekent voor de kwetsbare mens, Gods lieveling. Het kind dat Jezus omarmt is precies zijn voorbeeld bij uitstek van kwetsbaarheid.

Misschien moet ik durven als dienaar zelf kwetsbaar te zijn door de moed op te brengen écht te luisteren naar en mij te verbinden met wie nog kwetsbaarder is dan ik. En niet al te vlug over te gaan tot de orde van de dag.

Fotocredit: iStock /vejaa