Wie echter het boek lezen over de martelaren van de twintigste eeuw dat de historicus Andrea Riccardi samenstelde, die ontdekken niet alleen dat er juist in onze tijd heel veel christenen vanwege hun geloof zijn gedood. Dat ontdekken zij ook, want het is zelfs onder gelovigen weinig bekend op hoeveel plaatsen in de wereld christenen ten dode toe worden vervolgd. Het christendom is de meest vervolgde godsdienst ter wereld. Lezers van Riccardi ontdekken echter ook dat het lijden en sterven van gelovigen meestal niet groots en sensationeel is. Veel christenen stierven omdat zij niet weggingen van de plaatsen waar het gevaarlijk voor ze was. Sommigen hadden dat wel gekund, maar bleven uit solidariteit met degenen die geen keuze hadden.
Een heel enkele keer wordt daar een film over gemaakt die wereldwijd succes heeft. Ik doel op Les hommes et des dieux over de trappistenmonniken in Algerije die in 1996 door islamitische terroristen werden ontvoerd en gedood. Maar de meesten blijven onbekend.
Dat sluit aan bij het evangelie van deze dag. ‘Zalig de treurenden’, zegt Jezus. Gelukkig de zachtmoedigen en de vredesbrengers. ‘Gelukkig zijn jullie, als ze je uitschelden en vervolgen en je van allerlei kwaad betichten vanwege Mij.’ Hier krijgt ook het haast onzichtbare, op het eerste gezicht niet al te bedreigende leed zijn plaats. Belachelijk gemaakt worden, of simpelweg worden genegeerd aangezien je niet serieus te nemen bent. Worden overgeslagen bij de verdeling van eten en drinken, omdat je niet de moeite waard gevonden wordt. Niet verschijnen in de statistieken, omdat je niet in tel bent.
Dat vreet aan je. Zoals Psalm 123 (vers 3-4) zegt: ‘Wij zijn zo lang al zo diep gekwetst, wij hebben meer dan genoeg van de hoon van spotters, van de minachting van pronkers.’ Daar niet voor weglopen en niet mee gaan spotten, minachten en pronken met je vermogen anderen te kleineren. In plaats daarvan blijven ‘hongeren en dorsten naar de gerechtigheid’, in de overtuiging ooit te zullen worden verzadigd.
‘Gelukkig de armen van geest.’ Degenen die weten dat in de wereld zoals zij is eigenlijk niet te leven valt, en zeker niet goed te leven. Die tegelijkertijd geloven dat dit goede leven niettemin onze bestemming is en ons dankzij Jezus nabij is. Zij zijn in hun onrust van God en leven in verbinding met zijn rijk. Deze onrust is onze gelovige bestemming, want die verbindt ons met God. In de onovertroffen formulering van de apostel Johannes: ‘Nu al zijn wij kinderen van God, en wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard; maar wij weten dat wanneer het geopenbaard wordt, wij Hem zullen zien zoals Hij is.’ Dan leven wij het goede leven van zijn rijk.
Het woord ‘heilig’ heeft bij ons een stoffig imago gekregen. We denken aan de heilig boontjes, degenen die zich presenteren als de braafste kindjes van de klas. Toch sprak de vroege kerk over alle gelovigen, levend of dood, als over ‘de heiligen’. Sommigen leven al het volle leven met God, anderen zijn daarnaar nog onderweg, maar we zijn verenigd in de wetenschap dat het ware leven alleen te vinden is in Gods liefde voor ons. De liefde die in Jezus verschenen is en door de Heilige Geest in ons hart is uitgegoten (vgl. Romeinen 5,5).
Paus Franciscus heeft in 2018 onder de titel ‘Verheugt u en juicht’, de slotzin van het evangelie van vandaag, een document gepubliceerd over heiligheid. Heiligheid is dienstbaarheid, legt hij daarin uit. Vaak onopvallend en weinig sensationeel. Precies In de onopvallendheid ervan, schrijft de paus, schuilt verzet tegen de heersende cultuur die gericht is op het realiseren van de eigen plannen en onverschillig staat tegenover het verlangen van anderen.
Gelovigen hebben individueel en gezamenlijk steeds opnieuw te ontdekken wat de kerk hier en nu moet zeggen en moet doen. Daarvoor is het nodig dat zij als gemeenschap van heiligen elkaar dragen en elkaar geven wat zij op hun tocht nodig hebben. Inspiratie bijvoorbeeld, zoals velen die ontlenen aan degenen die officieel zijn heiligverklaard, maar evenzeer aan gestorvenen die zij gekend hebben. Troost en gezelschap ook. De zekerheid de weg naar het ware leven niet alleen te gaan, maar als deel van een menigte die niemand tellen kan, zoals de Openbaring van Johannes het zegt, dat is wat wij van elkaar kunnen krijgen en wat wij elkaar kunnen geven.