Als we het hebben over invloed en gezag, zie je twee verschillende vormen van macht, elk op hun eigen manier. Aan de ene kant zie je “hard power” – die soort die direct in het oog springt door regels, economische en militaire kracht, of directe controle. Zo klaar als een klontje, daar kun je niet naast kijken. Maar daarnaast bestaat er “soft power” – een veel subtielere kracht die vaak veel dieper gaat. Die werkt niet door dwang maar door aantrekkingskracht, niet door bevelen maar door bezieling. Kijk maar naar hoe de cultuur, waarden en manier van leven van een land mensen over de grenzen heen kan bekoren. Als mensen uit eigen beweging ideeën omarmen, als ze zich aangetrokken voelen tot bepaalde waarden, als ze uit zichzelf meegaan in plaats van gedwongen te worden – dat is soft power op zijn best.
Dit zegt veel over Gods plan met Maria in de heilsgeschiedenis. De profeten hadden dit van in het begin door. Jesaja sprak over de maagdelijke moeder [Jesaja 7:14], en Micha had het over "zij die baren zal" [Micha 5:1-3].
Dit waren geen gewone voorspellingen – ze toonden hoe God zou werken: niet met de harde hand, maar via verbondenheid en liefde.
Als het moment daar was waarop God Zijn Zoon in de wereld wilde brengen, had Hij Maria's gezag kunnen vestigen met een goddelijk decreet, zoals “Jij bent Petrus, en op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen" [Matteüs 16:18]. Maar Hij deed iets veel straffers – Hij tilde de natuurlijke invloed van moederliefde op tot op het hoogste niveau. Dit deed heel wat stof opwaaien in theologische kringen van de vroege Kerk. Nestorius bijvoorbeeld kwam af met het idee dat Jezus zogezegd twee personen was – één goddelijk en één menselijk – en dat Maria alleen moeder was van de menselijke Jezus.