“De soldaten verdeelden zijn kleren onder elkaar…”. - “De leiders hoonden hem en zeiden: laat hij nu zichzelf redden…” - “Het volk stond toe te kijken…” - “Boven hem was een opschrift aangebracht: Dit is de koning van de joden”.
De evangelielezing leest als het perfecte procedé van pestgedrag :
leiders viseren een wat vreemde snuiter, maken hem belachelijk, ontkleden hem in meerdere betekenissen, geven hem een spotnaam (“wijsneus”, “mankepoot”), dagen hem uit (“je durft niet, je kan niet…”) en isoleren hem. Bij dit alles rekenen ze op de zwijgende groep die enkel toekijkt.
En de gepeste?Uit schrik voor groter onheil zwijgt hij meestal. Wie anders is, doet of denkt dan de goegemeente, wie op een bepaalde manier vreemd is, wordt al snel slachtoffer van pesten, wordt mikpunt van uitsluiting. Ze zijn makkelijk te vinden in de onderste regionen van de samenleving. Ze zijn ook makkelijk te stigmatiseren: mensen in armoede zijn “profiteurs”, asielzoekers worden “gelukszoekers”, … volk dat te mijden, te vermijden is en ook moet uitgesloten worden van ondersteuning, opvang of zorg. Makkelijke prooien want “… stem die geen naam heeft, … mensen zonder stem” (Oosterhuis). Iets moeilijker zijn die slachtoffers te vinden in de hogere maatschappelijke lagen. Maar wie daar boven het maaiveld uitsteekt, let maar beter op: een koninklijk heerschap zoals prins Andrew die van zijn sokkel valt, wordt heerlijk voer voor “de boekskes”.
In het verhaal van vandaag staat zo’n vreemde snuiter – een “koning” dan nog - in het middelpunt. En ook hij wordt letterlijk dood gepest. Jezus had bij velen de verwachting gewekt dat hij het koningschap zou herstellen. De heersende klasse werd daar bijzonder zenuwachtig van en keerde zich steeds radicaler tegen hem. Daardoor kwam hij terecht in een strak proces van uitsluiting en werd hij erin vermalen!
Jezus kende nochtans dat risico: sinds hij “… vastberaden op weg ging naar Jeruzalem” had hij weet van de mogelijke afloop. Een vreemde snuiter! Een vreemd koningschap waarin autoriteit en machteloosheid in dezelfde persoon aanwezig zijn. Autoriteit werd hem toegemeten, niet enkel door een deel van het volk, maar zelfs door demonen die erkennen dat Jezus leeft vanuit een gezag dat Hij van elders ontleent. Anderzijds lijkt Hij wel het summum van machteloosheid, het tegenovergestelde van wat je van een koning mag verwachten.