Article header background
Terug naar overzicht
Stefan Mangnus
image

Drieëndertigste zondag door het jaar

Het evangelie van vandaag toont ons niet zo maar een Jezus die de apocalyptische toer op gaat, maar een aanbeveling van Jezus over hoe te leven in apocalyptische tijden.
Die aanbeveling komt op een goed moment ...

image

© Pixabay

Aan het einde van het kerkelijk jaar krijgen de lezingen in de liturgie vaak een wat apocalyptisch karakter: dat geldt ook voor de lezing van vandaag. Om het preciezer te zeggen: het evangelie van vandaag toont ons niet zo maar een Jezus die de apocalyptische toer op gaat, maar een aanbeveling van Jezus over hoe te leven in apocalyptische tijden.

Die aanbeveling komt op een goed moment.

We leven in een klimaattijdperk, waarin de vraag hoe om te gaan met een klimaat waarin het voor mensen steeds moeilijker wordt om te leven levensgroot op tafel ligt, zo groot dat je er soms wanhopig en moedeloos van kunt worden, met alle neiging tot ontkenning en vluchtgedrag die met die wanhoop meekomt. We leven ook in een tijd waarin de technologische ontwikkelingen sneller gaan dan de samenleving kan bijhouden, met alle angstbeelden die dat oproept van kille technologie die onze levens overneemt en de menselijkheid bedreigt. We leven in een tijd van opkomend neofascisme, van geopolitieke onrust en oorlogsdreiging, van grote vluchtelingenstromen. Wie dat alles op zich in laat werken, kan in een apocalyptische stemming komen. Dan is het goed om juist nu te horen hoe het evangelie hierover spreekt.

Jezus is in gesprek, en het gesprek komt op de tempel in Jeruzalem.

Het was een van de wonderen van de wereld in Jezus’ tijd: een enorm rijk en indrukwekkend gebouw, een van de rijkste plekken in het Romeinse rijk en van groot belang voor het economische leven in de wijde regio. Er werd handel gedreven, de landbouw draaide economisch voor een groot stuk op de offercultus in de tempel, en het was het religieuze centrum van Judea. Zoveel verschillende soorten macht en invloed die bijeenkomen op één plaats: geen wonder dat de tempel mensen fascineerde. Het was ook een omstreden plaats: veel mensen dachten dat de tempel door criminelen geleid werd die vooral op eigen gewin uit waren: wantrouwen jegens politieke en economische leiders is van alle eeuwen. En er waren profetieën die de verwachting uitspraken dat de tempel vernietigd zou worden. Dat was voor de mensen in Jezus’ tijd niet ondenkbaar: het was immers al eens eerder gebeurd. En dus is er een ambivalente fascinatie met de tempel.

Als Jezus ernaar gevraagd wordt, antwoordt hij niet met spectaculaire beelden, maar reageert eerder laconiek: ja, de tempel zal een keer worden neergehaald. De gesprekspartners willen meer weten: wanneer? En wat zullen de tekens zijn waaraan we kunnen zien dat dit gaat gebeuren? Zij zien de tempel als een goddelijk teken, en de vernietiging ervan zou van groot belang zijn voor de verhouding van mensen tot God en de verhoudingen in de samenleving, te vergelijken met een revolutie of de moord op een president in onze tijd.

Jezus gaat niet op deze vragen in, maar antwoordt op een ander niveau. Het gaat hem erom dat we geen knechten worden van onze apocalyptische verbeelding en onze angsten. Hij haalt zijn gesprekspartners weg van de fascinatie met apocalyptiek en met de tempel.

Ja, er zullen oorlogen zijn en onrust, maar dat is niet waar het om gaat: die dingen gebeuren, maar zijn daarom niet een teken van God. Het hoort bij de gewone gang van zaken.

image

© Lawrence Lew OP

Als Jezus zegt: “‘Het ene volk zal opstaan tegen het andere en het ene koninkrijk tegen het andere; er zullen zware aardbevingen zijn en op verscheidene plaatsen hongersnood en pest; en er zullen zich schrikwekkende en grote tekenen voordoen aan de hemel”, dan combineert hij uitspraken uit vier verschillende profetieën. Elk van die profetieën maakt deel uit van een idee van woede die neerkomt op een bepaald volk. Het probleem daarmee is dat je snel gaat denken vanuit het idee van een slechterik die vernietigd wordt, en van onszelf als staande aan de goede kant. Wie zo kijkt, ziet niet wat er aan de hand is in de eigen groep, maar wordt geleid door de noodzaak om zichzelf te rechtvaardigen tegenover een ‘ander’ of ‘anderen’. Daarom gaat Jezus niet mee in dit soort apocalyptiek: dit zijn niet de echte tekens.

Hier is het echte teken: je zult vervolgd worden, en dat zal een gelegenheid blijken te zijn om te getuigen.

Dat zal gebeuren in het politieke en maatschappelijke, en in het dichtbije: ook je eigen familie kan je vervolger worden, zo waarschuwt Jezus. En als dat voor je biologische familie geldt, zal dat ook wel gelden voor je religieuze familie.

En dan komt er iets verrassends: Jezus zegt ons om ons niet voor te bereiden op dat soort situaties: “Neem je heilig voor om je er van tevoren geen zorgen over te maken hoe je je zult verdedigen.” Wie zich gaat voorbereiden, een speech klaar heeft, zal dat vaak gaan doen als deel van de strijd waar hij op dat moment middenin zit: dan word je bepaald door je vijandschap, door tekens die je denkt te zien, door de betekenis die je kunt geven aan geweld. Dan gaat rivaliteit je bepalen.

Jezus wijst een andere weg: “ik geef je wijsheid die geen van je tegenstanders zal kunnen weerleggen.” Dat is niet de wijsheid van nog slimmere argumenten, nog overtuigender retoriek, nog meer zelfverzekerdheid.

De wijsheid die Jezus brengt is die van het kruis.

Die kan niet door tegenstanders weerlegd worden. Natuurlijk niet: zij zullen het niet kunnen begrijpen, zij zullen het zien als een overwinning op een verslagen tegenstander, en zullen niet in staat zijn om te zien dat je getuigt van iets heel anders, iets dat niet meegaat in de strijd om welke overwinning dan ook. Vandaar ook de wat aparte belofte van Jezus: “Maar geen haar van je hoofd zal gekrenkt worden.” Dat is verrassend, als Jezus aangekondigd heeft dat je vervolgd kunt worden en zelfs gedood. Het punt is; je zult gehouden worden door een macht die veel groter is, en die niet door de dood overheerst wordt. Wie volhoudt en zich niet laat regeren door de machten van winnen en verliezen, van een door geweld gedefinieerde vorm van goedheid, maar door het evangelie van de liefde en de tederheid, zal zijn leven winnen: als een getuige van dat andere teken, dat zo totaal anders is dan dat van de tempel.

image

© Pixabay