Article header background
Terug naar overzicht
Tommy Vandendriessche
image

Palmzondag

Bij het begin van de Vastenperiode deed paus Franciscus vanuit het Gemelli-ziekenhuis de oproep te blijven bidden voor vrede. Wegens zijn zwakke gezondheid kon hij niet aanwezig zijn op het zondagse Angelusgebed. Dus schreef hij vanuit het ziekenhuis: “Van hieruit lijkt oorlog nog absurder. Laten we bidden voor het gekwelde Oekraïne, Palestina, Israël, Libanon, Myanmar, Soedan en Kivu in Oost-Congo.”

image

Fotocrediet : Lawrence Lew OP

Ik kijk steeds minder naar het televisiejournaal omdat het te veel pijn aan de ogen doet. Maar vanuit mijn huiskamer, luisterend naar de radio of lezend in de krant, lijkt oorlog en bij uitbreiding de hele wereld, alsmaar absurder te worden. Ik ben geprivilegieerd met die veilige en warme woonkamer. En een gedachte overvalt me: Ah, wat kan ik er aan doen?.

Maar ik besef: wie echt bedreigd wordt door armoede, honger en geweld kan zich deze gelatenheid niet veroorloven. Hoop is geen luxe! Er zijn talloze getuigenissen van mensen die gruwelijke dingen hebben meegemaakt en toch positief in het leven blijven staan. Maar ik voel de verleiding om stilletjes weg te kruipen, te negeren, te blijven zitten waar ik zit. Overvalt dit jou ook soms?

Wat drijft mensen om ’s ochtends uit bed te stappen?

Wat houdt hen op de been? Wat doet hen verlangen naar de dag van morgen? Ik kan me er oprecht over verwonderen dat mensen, ook in de grootste ellende, steeds weer opstaan en op weg gaan. Ook al weten ze dat de weg die voor hen ligt niet over rozen zal lopen.

Wat doet mij verlangen naar de dag van morgen? Wat zet mij in beweging?

Ik moet de stilte durven toelaten om deze vraag te laten doordringen. In de stilte kan ik me verbinden met al die mensen wereldwijd die vernederd, vervolgd, gemarteld worden. En ik bid: “Zegen ons met onrust. Zegen ons met tranen voor hen die lijden door pijn, verstoting, honger en oorlog (...)” (uit: gebed van Ruth Fox OSB)

image

Fotocrediet : Adobestock

En dan lees ik in, in de versie van Lucas, het verhaal over de intocht van Jezus in Jeruzalem.

We bevinden ons bij Betfage en Bethanië, ... vlakbij de Olijfberg. Een heilige onrust houdt Jezus op de been. Resoluut reist Hij naar de Heilige Stad Jeruzalem. Als een Zacheüs blijf ik staan om het tafereel, op afstand, gade te slaan. Ik zie de rabbi uit Nazareth die opgaat naar Jeruzalem: een ‘opgaan’ dat, vanaf de Olijfberg, eigenlijk een ‘afdalen’ is. Of is het een ‘afdalen’ dat eigenlijk een ‘opgaan’ is? En er zitten wel meer bijzondere omkeringen in dit verhaal. Zo wordt Jezus, met een verwijzing naar psalm 118, in een lofzang ‘koning’ genoemd. Maar het is wel een koning die niet te paard, maar op een ezel rijdt.

In Jezus’ tijd was naar Jeruzalem gaan een belangrijke en vreugdevolle gebeurtenis. Vrome Joden gingen er naar de tempel voor belangrijke feesten en rituelen. Maar de Romeinen waren er ook en zo was de stad een plaats van religie en gezag, maar ook van militaire en economische krachten.

Jezus weet heel goed wat Hem te wachten staat. Eerder had hij uitgeroepen: “Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenen werpt op wie tot haar gezonden worden, hoe dikwijls heb ik jouw kinderen willen samenbrengen zoals een vogel haar jongsel onder de vleugels en ge hebt niet gewild!” (Luc. 13, 34)

Moest Jezus lijden?

Ik heb moeite met het idee dat dit voorbestemd was en ‘zin’ op zich heeft. Maar wie opkomt voor recht, wie structuren van onderdrukking aanwijst en bestrijdt, botst vroeg of laat met de machthebbers. Dat is van alle tijden.

Voor mijn geestesoog kan ik vanaf de Olijfberg de kruisen van Golgotta al zien staan. Heeft Jezus ons gered door aan het kruis voor ons te sterven? Ja, … in die zin dat Jezus ons getoond heeft dat je kan kiezen voor het Leven en de Liefde. En dat je trouw kan blijven aan deze keuze.

Ik slaag er niet in mijn ogen gericht te houden op het kruis, dat vreselijke en absurde marteltuig. Ik mag wel mijn ogen richten op de Gekruisigde. Hij die toont dat Zijn weg een weg ten leven is, geen doodlopende weg. Deze weg is doenbaar en haalbaar. Ik mag stappen in Zijn voetstappen … Hem achterna. Al is het aarzelend, onvolmaakt, … Ik moet en kan die weg ook niet alleen gaan. In de 25% revolutie (cfr. campagne Broederlijk Delen) is iedere kleine stap die je samen zet belangrijk!

Binnen enkele dagen zullen we hem verloochenen, zeggen dat wij niet bij Hem horen en wegvluchten. Maar we zijn hierdoor niet volledig verloren. We mogen opstaan en leven. We hoeven niet meer te vrezen voor een nieuwe morgen.

Daarom mag ik nu, op deze Palmzondag, een lofzang meezingen: “Breng dank aan de Ene, want Hij is goed, ja, voor eeuwig is zijn vriendschap” (psalm 118). (*)

Door al zingend te gaan geloven wat we zingen kunnen we verlangen naar de dag van morgen.

(*) Psalm 118 maakt deel uit van de liturgie van de Paasnacht. De psalm is ook de hele Lijdensweek in de achtergrond aanwezig. In de lezing van Palmzondag wordt psalm 118 geciteerd (Lc. 19,38/ Ps. 118, 26). De psalm is de laatste van de hallel-psalmen (113-118). Die worden gezongen tijdens het Joodse Paasmaal. Psalm 118 zou dus de laatste psalm zijn die Jezus, tijdens het Laatste Avondmaal, zong samen met zijn leerlingen.

image

Fotocredieten : Adobestock