Article header background
Terug naar overzicht
Stefan Mangnus
image

Vijfde zondag door het jaar - C

Doodmoe moet hij geweest zijn, Petrus. Doodmoe van een nacht lang vissen. En gefrustreerd: een hele nacht lang gewerkt, en niets gevangen, nog geen sardientje. Mismoedig stapt hij aan wal en begint zijn netten schoon te maken.

Ik kijk naar Petrus, en ik kan me zo goed voorstellen hoe hij erbij zit. Ik weet hoe frustrerend het is als je ergens hard voor werkt, maar het lukt niet. Je zet je ergens helemaal voor in, voor een droom, of het nou iets is op je werk, dat succes dat je er zo graag van zou zien, of iets tussen mensen, als het in je relatie stroef loopt, of een vriendschap bekoeld is; je probeert wat je kunt, zoals Petrus heel de nacht lang, maar het lukt niet: het net blijft leeg.

image

Terwijl Petrus zijn netten aan het schoonspoelen is, is daar ook Jezus, en met hem een hele menigte mensen die hem willen horen spreken. En het is uitgerekend Petrus op wie Jezus afstapt: “Petrus het is veel te druk, en het wordt een gedrang; wil jij me met jouw bootje een stukje het water opvaren: dan kan ik de mensen vandaar toespreken.” Ik kan me zo voorstellen dat Petrus er niet veel zin in had, te veel bezig met zijn zichzelf en zijn eigen teleurstelling om open te staan voor een verzoek van iemand anders. Maar hij stapt over zijn tegenzin heen, vaart Jezus een klein stukje het water op en luistert naar Hem terwijl Hij de mensen toespreekt. En als Jezus uitgesproken is, richt Hij zich nog een keer tot Petrus: “Vaar nog eens naar het diepe, en gooi daar je netten uit”.

Je snapt dat Petrus aarzelt: “We hebben het al geprobeerd en dat werd niks; de nacht, de tijd om te vissen is voorbij, en bovendien: wat weet de zoon van een timmerman, een landrot, nou van vissen? En om nou de netten weer vuil te maken… Maar als jij het zegt, zal ik ze weer uitwerpen.”

Ik hoor het Petrus zeggen, en ik denk: Dit is jouw grote geloofsbelijdenis, Petrus. Daar sta je, een man met lege handen. Alles lijkt mislukt, in ieder geval toch voor vandaag, met de scepsis in je lijf en het cynisme in je hart. En ik kijk om me heen, en ik zie zo veel mensen die er ook zo bij staan in hun bootje: zonder vertrouwen en terneergeslagen. En ik ken het van mezelf, die momenten waarop alles mislukt lijkt, dat ongeloof.

En toch waagt Petrus het erop, ook al gelooft hij er misschien in zijn hart niets van, hij gaat opnieuw naar het diepe. Het is puur geloof, wat Petrus daar doet: in de duisternis, als je niets ziet, er niks van snapt, er toch op vertrouwen. En dan gebeurt het wonder: de netten zitten overvol, zulke kanjers, en zo veel dat ze er twee boten tot aan de rand mee vullen.

image

En wat doet Petrus? Je zou je zo kunnen voorstellen dat hij een gat in de lucht springt, dat hij feest wil gaan vieren met zijn maten: Het is toch nog gelukt. Maar Petrus reageert anders. Hij denkt niet in eerste instantie aan de vis, aan het succes, hij denkt in eerste instantie aan degene die hem aangemoedigd heeft om nog een keer het diepe op te varen, en hij voelt zich klein worden: “Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens.”

En ook dat kun je snappen:

als je iets meemaakt dat zo groot is, zo mooi, dan geeft dat ruimte om eerlijk naar mezelf te kijken:

dan kan ik gaan snappen dat ik niet het centrum van de wereld ben, degene waar alles om draait, dan realiseer ik me dat ik niet God ben, dat de verhalen over mijn mislukkingen, over al die keren dat mijn netten leeg bleven, net zo bij mij horen als die keer dat ik twee boten nodig had om het succes binnen te hengelen. En vooral: dan kan ik me gaan realiseren dat dat zo goed is. Want dat is zoals het zo vaak gaat in de verhalen in de Bijbel, en in ons geloof: Juist het moment waarop we het niet meer zien zitten, waarop we bij de pakken neerzitten, dat is het moment waarop God ons opzoekt en zegt: “Wees niet bang, vaar nog eens terug naar het diepe, juist naar de plek waar alles mislukte, en weet dat als je daarnaartoe vaart, Ik bij je in de boot ben”.

Zo staat Petrus vanochtend centraal. Nu kennen we Petrus maar al te goed uit alle verhalen die het evangelie over hem vertelt. Vaak wordt hij beschreven als iemand die in zijn enthousiasme zichzelf voorbij rent: als hij uit de boot stapt om naar Jezus toe te lopen en dan begint te twijfelen en in het water zinkt; als hij bij het laatste avondmaal weigert om zich door Jezus de voeten te laten wassen, en als Jezus tegen hem zegt: dan kun je geen leerling van mij zijn, helemaal de andere kant op schiet en zegt: “Dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd”, en als hij na de arrestatie van Jezus zich bij het kraaien van de haan realiseert dat hij precies dat gedaan heeft waarvan hij gezworen had dat hij het nooit zou doen: Jezus verloochenen. Je leest die verhalen en denkt: “O ja, dat is die mooie, onstuimige Petrus, zo kennen we hem: een hartstochtelijke man, grote mond en een klein hartje.”

image

Maar vandaag is anders. In het evangelie van vandaag zegt hij twee zinnen, dat is alles. Maar die twee zinnen samen tonen ons Petrus als een man met een diep geloof:

Hij is de man die ook als hij het zelf niet snapt, niet ziet, toch een mens van vertrouwen durft te zijn: “We hebben heel de nacht gevist en niets gevangen. Maar als jij het zegt zal ik opnieuw naar het diepe gaan, en mijn netten opnieuw uitwerpen.”

En juist in zijn mislukking wordt hij gezegend.


En hij is de man die als het geluk hem overvloedig ten deel valt, twee schepen vol, niet probeert dat als zijn eigen succes te claimen – “Kijk eens even wat een briljante visser ik ben; precies op de goede plaats en op het goede moment de netten uitgooien” – maar die juist op het moment van zijn succes nederig wordt; die juist op dat moment bevrijd wordt van de angst om naar zijn eigen schaduwkanten te kijken, die niet meer bang is voor de rottigheid die hij ziet als hij in zichzelf kijkt, maar open en eerlijk voor God op de knieën gaat: Hier ben ik, met al mijn mooie en mijn lelijke kanten: Ik ben een zondig mens, kyrie eleison.

Wie dat geloof heeft, een geloof dat als alles hopeloos lijkt, durft te vertrouwen, een geloof dat maakt dat je vrij en eerlijk voor God durft te staan:

“Hier ben ik, ik ben een zondig mens” die moet wel visser van mensen worden, die gaat zelf over de reling hangen om mensen die gevangen zitten in het net van hun fouten, van hun angst of van hun egoïsme te bevrijden en binnenboord te halen tot bij God die leven geeft.

“En ze brachten hun boten aan land, en lieten alles achter om Hem te volgen.”

Copyrights : Lawrence Lew op