De laatste tijd, geef ik toe, vraag ik mij steeds vaker met Gerard Reve af: “Dat Koninkrijk van U, komt er nog wat van”? Het aantal oorlogen in de wereld lijkt alleen maar toe te nemen. De polarisatie in de samenleving groeit. Politieke tegenstanders bestoken elkaar met provocaties. Populisten hengelen naar de volksgunst door vreemdelingen en vluchtelingen als zondebokken aan te wijzen, als vijanden van het volk, want ‘eigen volk eerst’. De spanningen, conflicten en onderlinge haat in de samenleving nemen daardoor alleen maar toe. De politieke arena is een leeuwenkuil vol rivalen. Hoe zit het toch met die vrede van Christus?
Het evangelie van vandaag staat in schril contrast met deze sombere schets.
Het evangelie sluit daarbij aan op een in de Oudheid bekend adagium: behandel de ander zoals jezelf behandeld wilt worden. Jezus radicaliseert dit gebod. Hij breekt met het oudtestamentische devies van vergelding: ‘oog om oog, tand om tand’ en zegt “Heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten”. Jezus wil zijn leerlingen bijbrengen wat het betekent om te vergeven. Vergeven begint bij het letterlijk kwijtschelden van schulden aan hen die bij de leerlingen in het krijt staan. En daar blijft het niet bij, zelfs aan dieven en rovers moet worden welgedaan, vindt Hij. “Als iemand je bovenkleed afneemt, onthoud hem dan ook niet je onderkleed.” Confronterende aansporingen aan de leerlingen om radicaal uit de eigen comfortzone te stappen. Want, zo vervolgt Jezus, het is makkelijk om je vrienden en weldoeners lief te hebben, dat doen de zondaars immers ook. Nee, je moet geven, uitlenen, liefhebben zonder iets terug te verwachten van je vijanden. Dat is volgens Jezus de ethiek van het rijk Gods. En dan zullen jullie, zegt Hij, rijkelijk beloond worden door God, die immers zelf vergeeft en goed is voor zondaars en kwaadwilligen. Wees daarom barmhartig zoals God barmhartig is en vergeef, want dan zul je vergeven worden.
Deze aansporingen kunnen wereldvreemd overkomen.
Je kunt toch niet over je laten lopen?
Als je onrechtvaardig behandeld wordt, mag je toch je recht komen halen en een ander ter verantwoording roepen? En aan zo iemand, indien nodig, sancties opleggen?